Hoeveel rampspoed kan een land aan?
Haïti tuimelt van de ene naar de volgende ramp. Politieke chaos en toenemend geweld van gewapende bendes, een vermoorde president, stijgende coronacijfers zonder vaccinatieprogramma, gebrek aan brandstof en aan voedsel. En dan nu een zware aardbeving, gevolgd door een tropische storm. Het aantal doden nadert de tweeduizend. Minstens zevenendertigduizend huizen zijn verwoest.
Het zuidwestelijke schiereiland met de departementen Grand’Anse, Nippes en Zuid is groen, heuvelachtig en afgelegen. In het binnenland zijn de dorpen slechts bereikbaar over zandwegen. Vijf jaar geleden werd het gebied getroffen door orkaan Matthew die veel schade aanrichtte. En nu door een aardbeving die nog iets zwaarder was dan de hevige aardbeving die in 2010 de hoofdstad Port-au-Prince verwoestte. Er zijn sinds zaterdag honderden naschokken gemeten, waarvan sommigen een kracht van vier of meer op de schaal van Richter hadden.
De hulpverlening komt langzaam op gang, maar sneller dan elf jaar geleden. Ook nu weer zijn het de lokale hulpverleners die het eerste ter plekke zijn en al veel mensen onder het puin vandaan gehaald hebben. Met man en macht werd gewerkt om de naderende tropische storm Grace (wie verzint zo’n naam?) voor te blijven. Grace bracht maandag dertig centimeter regen en in de heuvels soms wel ruim veertig centimeter. Veel dorpen in de heuvels zijn nog niet bereikt.
Minister-president Ariel Henry, nog geen maand in functie, heeft het rampgebied al bezocht en de noodtoestand uitgeroepen. Verschillende landen hebben al hulp toegezegd en Henry heeft verklaard dat de regering de coördinatie van de hulpverlening op zich neemt. Maar volgens de Haïtiaanse krant Le National is hiervan ter plekke nog niets te merken. De eerste toestellen met hulpgoederen zijn de afgelopen dagen al op het internationale vliegveld van Port-au-Prince geland. Maar de overheid zoekt nog naar manieren om de verschillende humanitaire rampen het hoofd te bieden.
Sinds juni was de uitvalsweg vanuit de hoofdstad naar het zuidelijke schiereiland geblokkeerd door gewapende bendes. Het lijkt erop dat enkele konvooien met hulpgoederen zijn doorgelaten, maar wil het transport echt op gang komen, dan zullen de bendes zich moeten terugtrekken. De regering is niet in staat om dit af te dwingen.
Na de aardbeving van 2010 keerden sommige Haïtianen vanuit de hoofdstad terug naar de streek van hun oorsprong, zoals het schiereiland. Hier bouwden ze een nieuw leven op, weg van de verwoesting en het toenemende geweld. Nu heeft de verwoesting hen ingehaald. Zoals Eveline Joseph, moeder van vier kinderen, die eerder dit jaar naar Les Cayes verhuisde. “Ik hoopte een vredig leven te kunnen opbouwen, ver weg van het geweld van Port-au-Prince en de slechte herinneringen aan de eerste aardbeving”, zegt ze in The New Humanitarian. “Ik verloor acht mensen in de aardbeving van 2010. Nu zijn twee van mijn vrienden vermist en is mijn huis verwoest.”
Ciro Ugarte, hoofd noodhulp bij de PAHO, de Pan Amerikaanse Gezondheidsorganisatie, roept hulporganisaties op om met de overheid en bestaande partners te coördineren. Het is belangrijk, zei Ugarte in The New Humanitarian, dat niet dezelfde fouten als in 2010 gemaakt worden, toen bijna tweeduizend hulporganisaties naar Haïti snelden en zo “een nieuw probleem creëerden bovenop de humanitaire crisis.”