Internationale steun aan president Moïse vertoont eerste scheuren
Het bestuur van Haïti verkeert al geruime tijd in een crisis. President Jovenel Moïse heeft begin vorig jaar het parlement buiten spel gezet en regeert sindsdien per decreet. Sinds februari wordt zijn presidentschap betwist: zijn zittingstermijn zou verlopen zijn. De politieke chaos en de groeiende onveiligheid maken volgens velen verkiezingen op dit moment onmogelijk. Ook de internationale gemeenschap lijkt dit nu in te zien.
De Haïtiaanse bevolking maakt een moeilijke tijd door. Het land zit in een bestuurlijke crisis die ertoe bijdraagt dat de misdaad welig tiert: moorden door bendeleden zijn aan de orde van de dag en het aantal ontvoeringen heeft ongekende hoogten bereikt. De regering grijpt niet in, sterker nog, er wordt beweerd dat de overheid de gangleiders betaalt om tijdelijk het geweld op te schorten zodat er verkiezingen en een referendum gehouden kunnen worden.
Verkiezingen zijn nodig omdat president Jovenel Moïse ruim een jaar geleden het parlement ontbonden heeft en sindsdien per decreet regeert. Ook zal er een nieuwe president gekozen moeten worden want volgens veel Haïtianen is de wettelijke zittingstermijn van Moïse al in februari verlopen. Maar tegelijkertijd zijn de meeste Haïtianen het erover eens dat verkiezingen nu niet veilig en democratisch kunnen plaatsvinden.
Een groot deel van de bevolking eist al langere tijd het vertrek van Moïse en zijn regering, maar protesten en demonstraties haalden tot nu toe niets uit. Moïse blijft in het zadel zitten, gesteund door de internationale gemeenschap, waaronder Amerika en de Europese Unie. Maatschappelijke organisaties in de Verenigde Staten en Europa proberen al sinds vorig jaar hun regeringen ertoe te bewegen de steun aan Moïse te stoppen en niet langer aan te blijven dringen op verkiezingen in de huidige gewelddadige situatie. Tot voor kort zonder enig resultaat.
Maar er lijkt een kentering aan te komen. Eind april vroegen meer dan zestig Democratische leden van het Huis van Afgevaardigden om “een ingrijpende herziening van het VS-beleid ten aanzien van Haïti”. Zij waarschuwen de regering van president Joe Biden dat “het door de VS blijven aandringen op verkiezingen in Haïti tegen elke prijs” de vicieuze cirkel van onrust en geweld in het land later dit jaar slechts zal verergeren. “Natuurlijk blijven verkiezingen binnen afzienbare tijd nodig om het democratisch proces te herstellen, maar wij zijn erg bezorgd dat verkiezingen onder de huidige Haïtiaanse regering niet vrij, eerlijk of geloofwaardig zullen zijn”, zeggen de parlementsleden in de brief die zij schreven aan de minister van buitenlandse zaken Anthony Blinken.
Ook binnen de Europese Unie groeien de twijfels. Zo verklaarde Sylvie Tabesse, ambassadeur in Haïti namens de Europese Unie tegenover Haïtiaanse journalisten dat de Unie niet van plan is financiële steun aan de verkiezingen te geven of positief te reageren op een eventueel verzoek een waarnemingsmissie te sturen. De Franse ambassadeur, José Gomez, bevestigde dit en voegde eraan toe dat Frankrijk zich grote zorgen maakt over de situatie in het land, met name ook over de politie. De politiemacht is gedemoraliseerd en verzwakt. Het kan toch niet zo zijn dat de politie nauwelijks over wapens beschikt terwijl de bendes geen enkele moeite hebben om aan wapens te komen.
Er zijn nog fondsen van de Europese Unie gereserveerd voor Haïti, maar het lijkt erop dat deze begrotingssteun niet wordt overgemaakt zolang de Haïtiaanse regering geen werk maakt van serieuze verbeteringen op het gebied van veiligheid en de garantie van mensenrechten voor de bevolking.