Elke ochtend worden de inwoners van Patricinio en omliggende dorpen wakker met de vraag of de lava vandaag hun huis zal bereiken.
Langzaam baant de kokende stenen massa zich een weg richting bewoonde wereld. Bij het gehucht San José el Rodeo heeft de lava afkomstig van de vulkaan Pacaya, ten zuiden van Guatemala Stad, de eerste huizen al tot op een paar honderd meter bereikt.
Voor het eerst in haar leven is de 38-jarige Emma Quezada bang voor de vulkaan. “De laatste drie dagen komt de lava niet dichterbij”, vertelt ze. “We hopen dat dat zo blijft.” De autoriteiten hebben haar en haar buren aangeboden te verhuizen naar een plek zo’n 100 kilometer verderop maar met minder grond dan ze nu hebben.
Quezada geeft echter de voorkeur aan de rust en de veiligheid van haar eigen omgeving, ondanks de vulkaan, boven een klein stukje land.
Normaal gesproken is de Pacaya, ruim 2.550 meter hoog op de grens van de departementen Guatemala en Escuintla, een populaire toeristische bestemming omringd door 21 stadjes en dorpjes. Begin februari scheurde de flank van de vulkaan echter open en spuwde lava uit die inmiddels een ‘tong’ van zo’n vijf kilometer gevormd heeft.
Bovendien stoot de krater as en gas uit en zelfs als de lava de huizen van de omwonenden niet bereikt, kan de as hun oogst verstikken en het gas de dieren doden.
Ondanks dat er een evacuatieplan is, houden lokale autoriteiten rekening met de verwoesting van de helft van de huizen in de omgeving. In 1962 barstte de Pacaya ook uit, een lavaspoor van 20 kilometer lang achterlatend.
’s Nachts brandt de lava zo helder dat het wel dag lijkt. Je ruikt de zwavel en hoort de aarde knarsen, vertelt een inwoner. Hij voegt er aan toe dat, ondanks het evacuatieplan, hulp uit het buitenland spoedig nodig is.