Grote zorgen over verslechterende mensenrechtensituatie
Maatschappelijke organisaties spreken hun zorg uit over de verslechterende mensenrechtensituatie, het groeiend autoritair gedrag en de haatzaaierij tegen mensenrechtenactivisten, organisaties en de media in El Salvador. De verslechterende situatie is een gevolg van het beleid van president Nayib Bukele en het machtsmisbruik van zijn partij. De voortdurende afbraak van overheidsorganen en controlerende instanties die intern machtsmisbruik zouden kunnen tegengaan draagt ook bij aan de verslechtering van de situatie.
De Internationale Federatie voor Mensenrechten (FIDH) publiceerde onlangs een verklaring om aandacht te vragen voor de verslechterende mensenrechtensituatie in El Salvador. Onder andere het onrechtmatig ontslag van leden van het Hooggerechtshof en de landsadvocaat in mei van dit jaar en het voortdurende gebruikmaken van de coronapandemie om rechten en vrijheden te controleren en te beperken (duizenden mensen verblijven gedwongen in ‘opvangcentra’) zijn aanleiding tot zorg. Daarnaast maken organisaties als de Inter-Amerikaanse Mensenrechtencommissie (IACHR) en het Bureau van de Hoge Commissaris voor de Mensenrechten van de Verenigde Naties (OHCHR) zich zorgen over de vervolging en intimidatie door overheidsfunctionarissen van tegenstanders, mensenrechtenactivisten en journalisten.
De Salvadoraanse regering misbruikt overheidsinstanties en manipuleert het publieke debat in het voordeel van bepaalde maatschappelijke groepen terwijl degenen die systematische schendingen van mensenrechten naar buiten brengen het zwijgen wordt opgelegd. Met name de aanvallen op vrouwen- en feministische organisaties zijn zorgwekkend. Tegelijkertijd proberen duizenden mensen het land te verlaten, op de vlucht voor armoede en uit angst voor het geweld van de georganiseerde misdaad en veiligheidsdiensten. Het aantal gevallen van femicide (vrouwenmoord) en van de schendingen van de seksuele en reproductieve rechten behoort tot de hoogste van Latijns-Amerika.
In deze context wordt iedereen die zich uitspreekt tegen machtsmisbruik gebrandmerkt als een vijand van de staat, en wordt bedreigd, belaagd en vervolgd. Onder het excuus van de coronapandemie wordt het organisaties onmogelijk gemaakt bijeen te kunnen komen. Vrouwelijke activisten en journalisten worden geconfronteerd met seksueel getinte haatzaaierij en stigmatisering, seksueel geweld en andere vormen van gendergerelateerd geweld. De vooruitgang die vrouwen op het gebied van gelijkwaardigheid hadden bereikt wordt teniet gedaan.
Verschillende Salvadoraanse organisaties, waaronder de vereniging van journalisten (APES), melden dat de afgelopen jaren digitale aanvallen tegen journalisten en mensenrechtenverdedigers die strijden voor seksuele en reproductieve rechten en voor de rechten van de LHBTIQ gemeenschap sterk is toegenomen. Tussen februari en mei van dit jaar vonden maar liefst 371 digitale aanvallen plaats, gepleegd door overheidsfunctionarissen of mensen uit de directe omgeving van president Bukele.
Het ontbreken van de toezegging om mensenrechten te garanderen blijkt onder meer uit het feit dat het wetsvoorstel dat de bescherming van mensenrechtenverdedigers moet garanderen in mei van dit jaar op de lange baan geschoven is. De staat komt zijn verplichtingen rond mensenrechten niet na en weigert internationaal toezicht. De FIDH roept de internationale gemeenschap en mensenrechtenorganisaties op om waakzaam te blijven en zich uit te spreken over de situatie, in het bijzonder waar het de risico’s die vrouwelijke activisten en journalisten betreft