De Bijbel is in vele talen verspreid onder de volkeren. Eenzelfde lot verdient de roman Vulgata caribe (Caribische vulgaatbijbel) van de Colombiaanse schrijver Marco Schwartz. Het verhaal speelt aan de Caribische kust van het recent onafhankelijk geworden Colombia. Maar wie geniet van de onafhankelijkheid? Als de mensen zich organiseren om betere arbeidsomstandigheden af te dwingen, worden ze gewelddadig onderdrukt. De terreur van strijdende politieke facties drukt een bloedige stempel op de samenleving.
Een van de minderbedeelden is Moisés Cantillo. Op een dag wordt hij uitgenodigd op de residentie van senator Fadul. Deze heeft een plan: onder zijn bescherming moet Moisés de massale bezetting bewerkstelligen van het land van een grootgrondbezitter door arme dorpsbewoners uit de regio. Vervolgens zal de senator hen in ruil voor hun stem helpen de nieuwe wijk op te bouwen. Kunnen arm en rijk hier samenwerken tot gemeenschappelijk voordeel?
Qua structuur en verteltrant is Schwartz’ roman schatplichtig aan zowel de Bijbel als Honderd jaar eenzaamheid van landgenoot Gabriel García Márquez. Enkele Bijbelse parallellen: de roman begint met de uitwijzing van een arme landarbeider en diens vrouw door een plantage-eigenaar, nadat hij het echtpaar betrapt op diefstal. De uittocht van de kolonisten uit de dorpen naar ‘het beloofde land’ (dat letterlijk door politici aan de armen is beloofd) valt duidelijk te plaatsen. Uiteindelijk verschijnt in de krottenwijk een hoogst controversiële priester, die zelfvoorziening predikt en de politici die de wijk om stemmen melken tegen het zere been schopt.
Met Honderd jaar eenzaamheid heeft Vulgata caribe gemeen dat schokkende en bizarre gebeurtenissen onomwonden, soms haast laconiek worden verhaald. In beide romans komt het lot van meerdere generaties in dezelfde regio van Colombia voor het voetlicht. Zowel García Márquez als Schwartz gebruikt bondige, epigrammatisch aandoende dialogen. En beide romans worden gekenmerkt door elegante, natuurlijk op hun plaats vallende zinswendingen en een vernuftige woordkeus.
Belangrijker is echter de constatering dat Vulgata caribe ondanks alle parallellen een eigen relevant verhaal vertelt, van begin tot eind een hoog literair peil heeft, en daarom een genot en verademing is om te lezen. De roman is in het Duits verschenen onder de titel Das Karibische Testament. Dus bij deze een oproep aan Nederlandse uitgevers: neem het boek ter hand en overtuig je van de wenselijkheid van een Nederlandse uitgave.
Grupo Editorial Norma, Bogotá, 2006 (vierde druk), ISBN 958-04-9150-X, 343 pag.
Marco Schwartz (1956) groeide op in de havenstad Barranquilla, waar zijn uit Palestina afkomstige vader beland was in een poging om de Verenigde Staten te bereiken. Hij woont sinds 1986 in Madrid en is werkzaam als journalist. Zijn tweede roman heet ‘El salmo de Kaplan’ (De psalm van Kaplan), waarin een Joodse man een eenvoudig hulpje ronselt en ten strijde trekt tegen antisemitisme waar hij dat meent te ontwaren in de Colombiaanse samenleving. Hier bestaat een parallel met Cervantes’ ‘Don Quixote’, waarin de hoofdpersoon ook een idiosyncratische strijd voert met een hulpje in zijn kielzog.