In 2020 werden wereldwijd 331 mensenrechtenactivisten vermoord, 53 procent van deze moorden vonden plaats in Colombia. Deze cijfers zijn afkomstig van de in Ierland gevestigde organisatie Front Line Defenders. Volgens hun meest recente rapport vonden 264 van deze moorden plaats op het Amerikaanse continent, met aan kop Colombia, Honduras en Mexico.
De vermoorde activisten zetten zich voornamelijk in voor het beschermen van natuur en milieu, de inheemse gemeenschappen en het verbeteren van vrouwen- én lgbt-rechten. Van deze groep werden 177 activisten vermoord in Colombia, 25 op de Filipijnen, 20 in Honduras, 19 in Mexico, 17 in Afghanistan, 16 in Brazilië, 15 in Guatemala en 8 in Peru.
Volgens Sirley Muñoz, coördinator van de mensenrechtenorganisatie Somos Defensores, verslechtert de pandemie de veiligheid van activisten in Colombia. Er is minder toezicht vanuit de autoriteiten en isolatie van mensen, door de maatregelen tegen de verspreiding van Covid-19, maakt het makkelijker om activisten te lokaliseren. In veel gevallen werd de pandemie bedwongen door illegale bewapende groepen door middel van het uitoefenen van angst op de lokale bevolking. Veel activisten werden in of nabij hun woning vermoord.
Voedselzekerheid
Front Line Defenders geeft aan dat 69 procent van de vermoorde activisten mensen betrof die zich bezig hielden met het beschermen van de natuur, het milieu en de rechten van de inheemse gemeenschappen. Deze cijfers zouden, volgens de organisatie, de autoriteiten moeten verontrusten, omdat het verlies aan biodiversiteit een dreiging vormt voor voedselzekerheid. De inheemse gemeenschappen spelen een cruciale rol in het beschermen en in stand houden van ecosystemen. Sinds 2018 zijn er wereldwijd 327 inheemse activisten vermoord. Daarnaast worden in Colombia de meeste moorden gepleegd in inheemse gemeenschappen. Dit komt doordat de activisten een blokkade vormen voor grote economische belangen van bedrijven en illegale groeperingen. Verder zijn mensen die deelnemen aan het implementeren van het vredesverdrag in Colombia ook een doelwit: mensen die deel uitmaken van initiatieven om de drugsteelt te vervangen of die zich keren tegen het winnen van natuurlijke hulpbronnen.
Mexico en Honduras
De veiligheid van activisten in Mexico verslechterde nadat president Andrés Manuel López Obrador milieuactivisten openlijk stigmatiseerde. Machtige entiteiten gebruiken deze situatie om het idee te verspreiden dat deze activisten betaald worden voor het hinderen van zogenaamde ontwikkelingsprojecten. In Honduras is de situatie niet veel anders, hier steeg het aantal door de autoriteiten gepleegde aanvallen op milieuactivisten en verdedigers van de rechten van inheemse gemeenschappen.
Front Line Defenders registreerde naast de moorden andere vormen van schendingen van mensenrechten in Latijns-Amerika. 27 procent betreft mishandeling, 19 procent arrestaties, 13 procent intimidatie, 13 procent legale acties tegen activisten en 7 procent lastercampagnes. En deze cijfers liggen waarschijnlijk nog hoger: door de pandemie kunnen organisaties niet alle vormen van schendingen registreren. Volgens Muñoz blijft een deel van de geweldplegingen onder de radar.