Bedachtzame roman van Tomás González over de pijn van de dood en van het leven
Het cliché wil dat ouders niet hun eigen kind zouden hoeven te begraven. Precies hierover schrijft de Colombiaanse schrijver Tomás González (1950) in zijn roman Het broze licht. Hoofdpersoon is de 78-jarige Colombiaan David, een beeldend kunstenaar, schilder en schrijver. Het is 2018 en hij blikt terug op belangrijke gebeurtenissen uit zijn leven: het dramatische moment in 1998 toen zijn oudste zoon Jacobo er bewust voor koos om het leven te verlaten, en het verlies van zijn vrouw Sara, die twee jaar terug is overleden.
In 1983 verlaten David, Sara en hun drie zoons Jacobo, Pablo en Arturo Colombia. Het gezin verhuist naar de Verenigde Staten, eerst naar Miami, daarna naar New York. Langzaam maar zeker bouwen ze een leven op. Het noodlot slaat binnen de familie toe wanneer de taxi waarin oudste zoon Jacobo zit, wordt aangereden. Hij raakt blijvend verlamd en heeft voortdurend verschrikkelijke pijn.
Wat volgt is een zoektocht naar een remedie, naar verlichting van de pijn, al is het maar voor even. Het gaat van hoop naar wanhoop; niets lijkt te werken. De familie “daalt af in het diepst van de hel”, in Davids woorden, want Jacobo’s lijden is ondraaglijk en de machteloosheid van het gezin is groot. Uiteindelijk verliest Jacobo’s wil om te leven het van het verlangen naar rust en verlossing.
Doorwaakte nacht
In 1998 reist de 28-jarige Jacobo met Pablo vanaf New York per auto en vliegtuig naar Portland, waar een zelfgekozen levenseinde is toegestaan. De rest van de familie blijft in een doorwaakte nacht in spanning achter en wacht af. Wat als Jacobo zich bedenkt? Ieder familielid ondergaat het verdriet op zijn eigen manier. David en Sara hopen dat Jacobo zich bedenkt en alsnog weer thuiskomt. Tegen beter weten in, want dat zou niets oplossen.
David vertelt over zijn relatie met Sara, een goed huwelijk dat lang mag duren, totdat ze overlijdt. Het is mooi hoe liefdevol hij over zijn vrouw spreekt, haar begeerlijkheid, persoonlijkheid, hun wederzijdse acceptatie en genegenheid. Naarmate David ouder wordt, gaat zijn gezichtsvermogen achteruit, een belangrijk thema in het boek. Hij heeft hulp nodig bij de dagelijkse bezigheden en kan steeds minder goed schilderen.
Perspectief
De omslag van het boek wordt gevormd door een fragment van een schilderij waar David aan werkt. Na veel schaven is hij tevreden met het resultaat. Schilderen is licht en donker vangen, leert David de lezer. “[…] mijn verlangen naar olieverf, of het gruis van houtskool tussen mijn vingers, en aan het gemis van de extase die je, net als bij de liefde, voelt wanneer je het vluchtige, het broze licht vangt met een beetje olie waar steen- of metaalgruis doorheen is gemengd.”
De dood van een kind geeft een ander perspectief op het leven, scheidt hoofd- en bijzaken scherp van elkaar. Met schilderen en schrijven probeert David dat perspectief ook te vinden, maar hij stuit op de grenzen van de taal als hij de pijn wil beschrijven, waar alleen het woord ‘onbeschrijflijk’ voor bestond. En het broze licht in de titel staat voor de zoektocht van de schilder naar “dat punt in het licht dat eeuwig is en nevel bevat”.
Woorden en schilderkunst zijn dus ontoereikend. González weet die beperking mooi onder woorden te brengen. “Lijden is niet statisch, het is vloeiend en onveranderlijk, met vlammen die eerder blauw zijn dan oranjerood, en soms van een vervaarlijk vaalgroen, en die vanbinnen aan je vreten, links en rechts en soms van alle kanten, laaiend, tot je het geluidloos uitschreeuwt.”
Preet
Het gezin heeft het – in González’ woorden – aangedurfd “om de dood in het leven toe te laten”. Het woord euthanasie komt niet een keer in het boek voor. Op subtiele wijze is het leven ongenadig hard voor de personages: “De tijd verstreek als een wiel dat steeds harder op onze botten drukte”. We lezen over de pijn van de dood en over de pijn van het leven. David wordt overmand door emoties. “Ik moest gaan zitten terwijl de tranen, hard als splinters, over mijn wangen liepen.”
Het broze licht is bedachtzame fictie. Maar je zou het ook non-fictie kunnen noemen, want het is een eerlijk en realistisch verhaal over een zaak van leven en dood, zonder zwaar of bitter te worden. Een wijs boek, waarin González niet veel pagina’s nodig heeft en mooi schrijft: “Een zware hagelbui stort neer, het is een leven van jewelste. […] Het is hetzelfde leven als het licht maakt, iets mooiers is nauwelijks voorstelbaar. Het is de destructie van het Ik, de ontbinding van het individu. De lucht ruikt naar water en stof en er blijft niets van je over.”
González brengt wat lucht in het verhaal met Michael O’Neal, een lotgenoot van Jacobo, die uitblinkt in medische terminologie over zijn ziekte, subtiel grappig. Daarnaast is er een bijzondere rol weggelegd voor Preet, de chauffeur die de taxi bestuurde die werd aangereden waardoor Jacobo’s leven voorgoed veranderde.
Tot slot: voor de lezers die González’ werk kennen, zitten er enkele verwijzingen naar zijn andere romans, bijvoorbeeld Eerst was er de zee en Duivelspaardjes. In 2011 verscheen Het broze licht in Colombia met de originele titel La luz difícil, dat goed is ontvangen in de Spaanstalige wereld.
Tomás González, Het broze licht, Meridiaan Uitgevers, Amsterdam, 2022, ISBN 9789493169289, 139 pag., €20,99, vertaling: Jos den Bekker
Lees ook ons interview met Tomás González over Het broze licht: Het brandende huis: de maximale grens van verdriet