Non-fictiewerk over Colombia
Er wordt wel eens gezegd dat je je literaire held nooit moet willen ontmoeten, omdat het alleen maar kan tegenvallen. In zijn boek De laatste Buendía. In de voetsporen van Gabriel García Márquez waagt Peter Daerden toch een voorzichtige poging. De Colombiaan overleed natuurlijk in 2014, maar Daerden gaat op zoek naar de Buendíamythe, het hoofdpersonage uit zijn iconische roman Honderd jaar eenzaamheid. De Belgische journalist reist af naar Colombia, maar gaat ook op onderzoek uit in België en Nederland.
Vroeger was de hoofdstad Bogotá te bereiken vanuit Europa via een lange bootreis, over land en vervolgens weer per boot over de Magdalenarivier. Die laatste schakel is de link met García Márquez, die in zijn jeugd vanaf de Caribische kust per stoomboot afreisde naar het Colombiaanse binnenland, naar het op 2600 meter hooggelegen koude Bogotá. Daar loopt Daerden langs de plek waar op 9 april 1948 de politicus Jorge Eliécer Gaitán werd doodgeschoten, waarop een revolte uitbrak en vele doden vielen. Als student bezocht García Márquez de plaats des onheils en was hij getuige van belangrijke gebeurtenissen in de Colombiaanse geschiedenis.
In Haarlem, nota bene
García Márquez heeft altijd gezegd dat hij nooit een letter verzonnen heeft voor zijn verhalen. Hiervoor vindt Daerden interessante aanknopingspunten. Zo spreekt hij in Ciénaga ene Guillermo Henríquez, zoon van een rijke bananenplanter en collega-auteur en vriend van García Márquez. Henríquez beweert dat de Colombiaanse grootmeester verklaard had Honderd jaar eenzaamheid deels geconstrueerd te hebben in Ciénaga en dat hij de familie Buendía heeft gebaseerd op de familie Henríquez! Daarbij stond volgens Henríquez zijn verre familielid en militair Ramón Demetrio Morán Henríquez model voor het personage Aureliano Buendía. Eind jaren dertig vorige eeuw werd die Ramón Demetrio Morán benoemd tot honorair consul van Colombia in Brussel. Daerden slaagt erin een kleinzoon van Morán op te sporen, in Haarlem, nota bene. “De laatste Buendía”, grapt Daerden, en de boektitel is geboren.
Tot zijn verbazing komt Daerden “erachter dat de romanwereld van García Márquez meer met België te maken heeft dan velen voor mogelijk houden”. Opmerkelijk is dat leden van de Colombiaanse elite in behoorlijke getalen in de jaren tien, twintig en dertig van de twintigste eeuw naar Europa trokken, waarbij Brussel favoriet was. Dat was namelijk kuiser en katholieker dan het verderfelijke Parijs, legt Daerden uit.
Gewezen koning
Zo woont ook in 1926 de jonge Álvaro Mutis in Brussel. Deze Colombiaanse auteur heeft invloed op García Márquez’ werk, stelt Daerden. Die liet Mutis zijn manuscripten lezen en waardeerde zijn oordeel. Toen Mutis vastzat in een boek over Simón Bolívar, gaf hij García Márquez toestemming om het idee te gebruiken, wat resulteerde in diens bekende roman De generaal in zijn labyrint. Ook personages van García Márquez gaan naar Brussel. Zo wil Aureliano Segundo uit Honderd jaar eenzaamheid zijn dochter Amaranta Úrsula in Brussel laten studeren.
Verder verhaalt Daerden over de Belgische ex-koning Leopold III, die in 1954 de jungle in het Dariéngebied doorkruiste op zoek naar de plek waar de Spaanse veroveraars de Stille Oceaan ‘ontdekten’. Als jonge journalist schreef García Márquez over de trip van de gewezen koning. Een andere Belg die opduikt in Daerdens relaas is Augustin Goovaerts. Deze architect en ingenieur ontwierp talloze gebouwen in en rond Medellín.
Literair pretpark
In het hoofdstuk ‘Een literair pretpark’ beschrijft Daerden zijn trip naar Aracataca, geboorteplaats van García Márquez, een slaperig dorpje in het hete binnenland, een uurtje rijden van de Caribische kust. Daar zou een Belg hebben geleefd, Emilio, een veteraan van de Eerste Wereldoorlog. Zijn zelfmoord in een bioscoop in Aracataca is een gebeurtenis die wordt opgevoerd in Afval en dorre bladeren en Liefde in tijden van cholera. Heeft Emilio echt bestaan? Tijdens zijn zoektocht observeert Daerden Aracataca, neemt een “pretparkgevoel” waar en vraagt zich af “hoe kwam het dat je hier geen boeken zag?”
Daerden schrijft ook over het Amerikaanse bedrijf United Fruit Company, actief in de bananenteelt, dat grote invloed heeft gehad in het Caribisch kustgebied en een staking door het Colombiaanse leger liet opbreken, waarbij talloze doden vielen. Deze tragedie werd vereeuwigd door García Márquez in Honderd jaar eenzaamheid.
Mythes
Volgens Daerden is Colombia meer een land van poëzie en novellen, dan van romans. Opmerkelijk dus dat Colombia op kaart is gezet door een verhalenverteller, niet door een dichter, aldus Daerden. En “Over Colombia schrijven is alleszins heel verraderlijk. Het is een immens dankbaar onderwerp voor de schrijver, maar net daar ligt de adder onder het gras. Feit en fictie, waarheid en verdichting staan hier bijna per definitie op gespannen voet met elkaar. Het is een land waarin, dankzij een voor westerlingen soms moeilijk voor te stellen orale traditie, de aarde vruchtbaar is van de meest groteske mythes. Mythes die met de grootste ernst voor waarheid verkocht worden.”
Daerden heeft het nodige veldwerk en research verricht via archiefonderzoek, reizen, gesprekken, literatuur en media. De reisbeschrijvingen van Daerden en de historische verhalen zijn interessant, maar lang niet altijd is er een duidelijke link met García Márquez, hoogstens enigszins met Honderd jaar eenzaamheid. In die zin zet de ondertitel ‘In de voetsporen van Gabriel García Márquez’ de lezer op het verkeerde been. Het is Daerden vergeven, want het is een mooi en fraai uitgegeven boek met een originele invalshoek, dat iets toevoegt aan de boeken die over Colombia en zijn bekendste literaire zoon verschenen.
Peter Daerden, De laatste Buendía. In de voetsporen van Gabriel García Márquez, Uitgeverij Tzara/Uitgeverij Standaard, Antwerpen, 2024, ISBN 9789022340929, 156 pag., €24,99
Lees ook ons interview met de zoon van Gabriel García Márquez: Een wereldberoemde vader en de heilige krokodil en In augustus zien we elkaar van Gabriel García Márquez