Recensies boeken

Broodkruim

5 september 2022

Mark Weenink

Unieke roman van Azriel Bibliowicz over de Holocaust en Colombia

Colombia heeft de laatste jaren haar slechte reputatie van ontvoeringen redelijk van zich afgeschud. Dat is decennialang wel anders geweest. Ontvoeringsverhalen vormen in de Colombiaanse literatuur zelfs een eigen triest genre, waarvan Ontvoeringsbericht van Gabriel García Márquez wellicht de bekendste is.

In Broodkruim (originele titel Migas de pan, 2013) koppelt Azriel Bibliowicz (1949) de Colombiaanse ontvoeringsproblematiek in een unieke combinatie aan de Holocaust. De schrijver met deze toepasselijke en mooie achternaam heeft zelf een joods-Poolse achtergrond. Zijn grootouders van moederskant emigreerden naar Colombia in de jaren twintig van de vorige eeuw. In zijn roman staat de joodse familie centraal van Josué, Leah en hun volwassen zoon Samuel, die als patholoog in New York werkt. Hun leven staat op zijn kop, wanneer Josué ontvoerd wordt. Samuel laat alles uit zijn handen vallen en reist af naar Colombia om zijn vader vrij te krijgen.

Tot de ontvoering is het leven in Colombia goed geweest voor Josué en Leah. Berooid en getraumatiseerd belanden ze na de Tweede Wereldoorlog in Bogotá. Josué heeft in werkkamp in een Siberische goelag gezeten. Leah overleeft vernietigingskamp Auschwitz.

Hoewel dat verleden allang achter hen ligt, toont Bibliowicz dat het ook een stempel drukt op Samuel. Hij voelt zich anders dan andere kinderen, want hij heeft geen opa en oma. Het enige resterende familielid is verre neef Moisés, die al voor de oorlog emigreert naar Colombia. Leah refereert te pas en te onpas aan de Holocaust. “Had ik maar zoveel bezoek en blijken van genegenheid gehad toen ik in Auschwitz zat.” Zo werpen de oorlog en de kampen hun schaduw over Samuels bestaan.

Twaalf tinten goud

Samuel beseft dat geen enkele pijn van hem te vergelijken is met die van zijn ouders en dat Leahs en Josués trauma’s doorwerken in zijn leven. “Er was niets aan te doen: ik was een kind van de Holocaust, ook al had ik die niet zelf meegemaakt.” Het helpt ook niet mee dat Samuel een niet-joodse vrouw trouwt, tot ongenoegen van zijn moeder. Dat is verraad plegen aan de familie en de traditie, vindt ze.

Voordat Josué wordt ontvoerd, is de thuissituatie al verstoord. Leah en Josué ruziën veel: “Haar woorden knalden als rotjes in mijn oren”. Na een traumatische ervaring in de synagoge sluit Josué zich af van alles en iedereen. Hij creëert zijn eigen wereld waarin hij zich terugtrekt, het wonderkabinet: “Hij zou een realiteit scheppen die verloren werelden opriep, waar hij geen slachtoffer meer was van fouten die geen fouten waren”. Het wonderkabinet beslaat de eerste verdieping van het huis, waarbij de ruimtes zijn ingericht met allerlei voorwerpen volgens de ideeën van Josué.

Dit alles tot ongenoegen van Leah, die haar man meent kwijt te raken. “Mijn vader bestreed de bitterheid van zijn herinneringen en de littekens die het leven hem had toegebracht door zich met zijn collectie in zijn theaters op te sluiten. Mijn moeder noemde het kabinet een vraatzuchtig monster.”

In de ruimtes, die luisteren naar namen als de Salon van de tijd en het Theater van de Stilte, staan kasten met allerlei verzamelingen, schelpen en stenen. Precolumbiaanse aardewerken voorwerpen praten met elkaar over hun waarde en wat ze voor Leah en Samuel betekenen, als potentiële bron voor het benodigde losgeld. De culturele betekenis overstijgt de materiële waarde van de stukken vele malen. Hiermee stipt Bibliowicz de kortzichtigheid van de veroveraars en de kolonisten aan, versus de culturele rijkdom van de inheemse bevolking, die twaalf tinten goud onderscheidt.

Zacht prijsje

Bibliowicz’ werk is fictie, maar het non-fictiegehalte van het boek is duidelijk. Zo lezen we dat ontvoering zo gewoon is, dat de media er weinig aandacht aan besteden. Dat is het geval bij Josué. Alleen zijn directe omgeving zet zich in voor zijn vrijlating. Er wordt een onderhandelingscomité opgericht, bestaand uit Samuel, zijn nicht Ester en Raúl Moser, een joodse man met onderhandelingservaring die er zelf beter van hoopt te worden.

Bibliowicz voert de spanning op door de personages én de lezers in het ongewisse te houden over de identiteit van de ontvoerders. Het gaat om Colombia, dus keus genoeg: de guerrilla, paramilitairen, drugskartels, het leger of ‘gewone criminelen’. Naar de autoriteiten toestappen kan niet, want “dit land heeft zijn eigen leger gewantrouwd en de militairen met een schuin oog bekeken”.

Arnon Grunberg

Subtiel schetst Bibliowicz de impact van een ontvoering op de achterblijvers. Hoever gaan ze om de ontvoerde te redden? Verkopen ze hun huis om losgeld op te brengen? Hoelang duren de onderhandelingen? Samuel ziet zich enorm op de proef gesteld. Hij is niet sociaal vaardig, eerder mensenschuw en totaal niet in zijn element met onderhandelen. Samuel fantaseert over de afloop van de ontvoering. Josué heeft het werkkamp overleefd, dan overleeft hij de ontvoering toch ook wel? In het kamp was het eten slecht, brood was van levensbelang. Josué liet daarom geen broodkruimels verloren gaan, vandaar de titel.

Broodkruim is een boek over bestaansrecht, over leven herscheppen na een enorme rampspoed. Woorden doen ertoe, volgens Josué. Daarom leert hij Samuel en Ester als kind om te gaan met taal via woordspelletjes. Over Colombia zegt Josué: “Dit is een land onder narcose en het heeft geen enkel benul van wat het geweld met de taal doet.” Welke les kan Colombia leren, dat zelf ook een ‘tweede generatie’ heeft? Daarover wil de auteur lezers laten nadenken.

Deze roman, waar Bibliowicz zeven jaar aan werkte, is voorzien van een voorwoord door Arnon Grunberg, die aangeeft dat geen genocide zo vaak beschreven is als de Holocaust. Wie kan of mag het verhaal daarover vertellen, vraagt hij zich af? Een antwoord heeft hij ook: “Geschiedenis is niet heilig, de grootste catastrofe ook niet. De geschiedenis is mensenwerk, niet van god, daarom kunnen we het onderzoeken”. Broodkruim is zo’n onderzoek, een unieke mix van de erfenis van de Tweede Wereldoorlog, de Holocaust, het jodendom, de Colombiaanse problematiek van geweld en ontvoering en de ervaring van de migrant of de ontheemde die nooit echt thuis komt.

Azriel Bibliowicz, Broodkruim, Meridiaan Uitgevers, Amsterdam, 2022, ISBN 9789493169678, 280 pag., € 22,99, vertaling: Jos den Bekker

Lees ook De grote vraag die niemand zich stelt, ons interview met Azriel Bibliowicz over zijn roman Broodkruim.

Lees ook onze recensie van de roman Transmigratie der lichamen van Yuri Herrera.

Azriel Bibliowicz won in 1981 de Simón Bolívar Nationale Prijs voor Journalistiek en publiceerde de romans El rumor del astracán (1991), Sobre la faz del abismo (2002), Flaubert, historia de una cama (2004) (niet vertaald in het Nederlands).

Gerelateerde berichten

The Impasse of the Latin American Left

The Impasse of the Latin American Left

De linkse golf van het begin van deze eeuw was bijzonder en heeft belangrijke sociale verbeteringen opgeleverd, stellen drie socialistische wetenschappers in hun boek The Impasse of the Latin American Left. Maar het kapitalisme en de machtsverhoudingen zijn er niet door aangetast. Bovendien zijn die verbeteringen betaald door export van grondstoffen die het milieu vernietigen. De afhankelijkheid van imperialistische landen als de Verenigde Staten en China is toegenomen. De auteurs spreken van een ‘passieve revolutie’, waarbij ‘revolutionair’ verzet is ingekapseld.

Lees meer
Het broze licht

Het broze licht

Het cliché wil dat ouders niet hun eigen kind zouden hoeven te begraven. Precies hierover schrijft de Colombiaanse schrijver Tomás González (1950) in zijn roman Het broze licht. Hoofdpersoon is de 78-jarige Colombiaan David, een beeldend kunstenaar, schilder en schrijver. Het is 2018 en hij blikt terug op belangrijke gebeurtenissen uit zijn leven: het dramatische moment in 1998 toen zijn oudste zoon Jacobo er bewust voor koos om het leven te verlaten, en het verlies van zijn vrouw Sara, die twee jaar terug is overleden.

Lees meer
Vuurtorenberichten

Vuurtorenberichten

Vroeger toen ik klein was, spaarde ik van alles: luciferdoosjes, knikkers, postzegels, et cetera. De Mexicaanse auteur Jazmina Barrera (1988) ‘spaart’ vuurtorens. Het resultaat van die verzamelwoede tekent ze op in Vuurtorenberichten. In 2017 verscheen het onder de titel Cuaderno de faros, letterlijk vuurtorenschrift, waarin ze aantekeningen maakte en gedachten opschreef. Het is Barrera’s tweede boek, waarmee ze ook internationaal doorbrak.

Lees meer
agsdi-globe

Politiek & Maatschappij

agsdi-portrait

Kunst & Cultuur

agsdi-camera

Vrije tijd & Toerisme

agsdi-income

Economie & Ondernemen

agsdi-leaves

Milieu en Natuur

agsdi-learn

Onderzoek & Wetenschap

Blijf op de hoogte

Adverteren op onze website?

Dat kan! Tegen een scherp tarief plaatsen wij uw advertentie.

Ontvang onze nieuwsbrief

Schrijf u in en ontvang onze digitale nieuwsbrief met een overzicht van onze nieuwe artikelen.

Volg ons op social media

Wees als eerste op de hoogte van nieuwe artikelen en deel artikelen met uw netwerk.

Share This