Was John von Neumann het “gezicht van het kwaad”?
De van oorsprong Hongaarse John von Neumann wordt wel de slimste mens van de twintigste eeuw genoemd. Als wiskundige promoveerde hij op de verzamelingenleer. Later was hij betrokken bij de ontwikkeling van de atoombom en de waterstofbom. Hij was de grondlegger van de speltheorie en ontwikkelde een van de eerste computers waarmee verder gewerkt kon worden aan vernietigingswapens in de Koude Oorlog. Benjamín Labatut schreef een boeiende roman over een angstaanjagende tijd.
Toen mij gevraagd werd het boek De MANIAC van Benjamín Labatut (1980) te recenseren, lag de film Oppenheimer nog vers in mijn geheugen en enthousiast accepteerde ik het verzoek. De hoofdpersoon, Janos (of Johnny) von Neumann, werkte immers net als Oppenheimer mee aan het Manhattan project dat tijdens de Tweede Wereldoorlog de atoombom ontwikkelde. Die informatie had ik uit de bijgevoegde aankondiging van de uitgever, want ik had niet eerder van Von Neumann gehoord. Misschien niet verwonderlijk voor een typische alpha: ik had vakken als natuur- en wiskunde zo snel mogelijk laten vallen na enkele jaren van balanceren op het randje van onvoldoendes. Weg ermee.
Maar in mijn naaste familie zijn de nodige echte bèta’s : mijn opa gaf wiskunde, mijn broer heeft scheikunde gestudeerd en een van mijn neefjes is vorig jaar gepromoveerd op een ingewikkeld onderwerp in de experimentele natuurkunde. Dus wellicht kon ik onbekende bronnen van begrip in mijzelf aanboren tijdens het lezen van dit boek.
Kwantummechanica en wereldoorlogen
De in Rotterdam geboren en nu in Chili woonachtige Labatut heeft eerder de “non-fictie roman” Het blinde licht geschreven, over het ingewikkelde verband tussen wetenschappelijke en wiskundige ontdekkingen, waanzin en vernietiging. Over de onmetelijke verbeelding die nodig is om het ondenkbare te bedenken, zo staat op de site van uitgeverij Atlas te lezen. Volgens de Britse krant The Guardian is het een van de beste boeken van 2020, waarin Labatut verbanden legt tussen de grondleggers van de kwantummechanica en het kwaad van twee wereldoorlogen.
Net als Het blinde licht is De MANIAC een roman, maar wel een die op feiten is gebaseerd. En in deze nieuwe roman keert Labatut terug naar de wereld van de geniale wetenschappers in de eerste helft van de vorige eeuw. Het boek bestaat uit drie delen. In de proloog beschrijft Labatut de laatste dag uit het leven van de Oostenrijkse natuurkundige Paul Ehrenfest, professor aan de Universiteit van Leiden. Het is september 1933 en in Duitsland is Hitler aan de macht gekomen. Ehrenfest lijdt al zijn hele leven aan melancholie en aanvallen van depressie, en de opkomst van het antisemitisme wakkert zijn angst aan voor wat komen gaat. Op die 25ste september reist hij naar Amsterdam, waar zijn zoon Vassily, die het syndroom van Down heeft, in een instituut woont. Hij neemt de jongen mee naar een park waar hij, na zijn zoon te hebben gedood, de hand aan zichzelf slaat.
Het grootste deel van het boek is ingeruimd voor de geniale Janos von Neumann. In tegenstelling tot de geschiedenis van Ehrenfest en het derde deel over artificiële intelligentie wordt het verhaal van het leven van Von Neumann verteld door de ogen van de mensen om hem heen. Allemaal korte hoofdstukken waar in chronologische volgorde familieleden, schoolvrienden, docenten en collega’s over hem vertellen. Het geeft een caleidoscopisch beeld van een uitzonderlijke man. Zijn levenslange vriend Eugene Wigner, natuurkundige en in 1963 winnaar van de Nobelprijs voor natuurkunde, zet direct de toon: “Je hebt twee soorten mensen op deze wereld: Jansci von Neumann, en de rest”. Ze zaten op dezelfde middelbare school in Boedapest, een school die “wetenschappers, muzikanten, kunstenaars en wiskundigen van het hoogste kaliber voortbracht, en één waar genie”.
Marsmannetjes
Hiermee doet Wigner mijns inziens zichzelf en een aantal andere leerlingen van de school te kort. Het Lutherse Fasori Gymnasium kende in de eerste decennia van de vorige eeuw een uitzonderlijk aantal jongens die zich tot ontwikkelden tot geniale wis- en natuurkundigen. Dat viel op. Zo werden degenen onder hen die later een belangrijke rol speelden in het nucleaire programma van de Verenigde Staten door hun collega’s de Marsmannetjes genoemd. Als een van de collega’s de vraag stelt of buitenaardse wezens bestaan, antwoordt een ander: “Natuurlijk doen ze dat. Ze leven in ons midden, en ze noemen zich Hongaren.” Jansci, volgens Wigner de meest buitenaardse van de groep, bedacht zijn eigen sardonische naam voor hen: de Hongaarse Ruiters van de Apocalyps. Von Neumann geloofde dat de uitzonderlijke intellectuele prestaties van Hongarije niet een gevolg van de geschiedenis of toeval waren, maar iets fundamentelers: een druk die werd uitgeoefend op de hele samenleving in dat deel van Centraal-Europa, een onbewust gevoel van extreme onzekerheid bij individuen en de noodzaak om het ongebruikelijke voort te brengen of anders uit te sterven.
Zoals gezegd is er geen alwetende verteller van het verhaal over Johnny von Neumann, maar krijgen wij lezers een beeld van zijn leven door wat anderen vertellen. Labatut slaagt erin om de vertellers ieder hun eigen stijl te geven. Dat maakt het verhaal levendig. Iedereen vertelt vanuit zijn of haar (er komen maar heel weinig vrouwen aan bod) perspectief. Dus soms wordt veel gezegd over wis- of natuurkundige theorieën want ja, daar was de relatie tussen de verteller en von Neumann op gebaseerd. Maar net als je denkt: dit wordt wel erg technisch, switcht Labatut naar een volgende vriend of collega.
Een miljoen ponskaartjes
Von Neumann is in 1903 geboren in Boedapest, Oostenrijk-Hongarije. Hij studeerde wiskunde aan de universiteiten van Boedapest en Berlijn en promoveerde op de verzamelingenleer. Als de nazi’s aan de macht komen, ondervindt hij steeds meer problemen vanwege zijn joodse afkomst. Hij besluit naar de Verenigde Staten te vertrekken, waar hij uiteindelijk terecht komt in Princeton.
Hij raakt betrokken bij het Manhattan project dat de atoombom ontwikkelt en is aan het begin van de Koude Oorlog de naamgever van MAD, Mutually Assured Destruction, ofwel zekere wederzijdse vernietiging. Volgens MAD was de enige manier om een atoomoorlog tussen de supermachten Amerika en de Sovjet-Unie te voorkomen, dat beide landen over een zo grote voorraad kernwapens beschikken dat een aanval door om het even wie van de twee zou eindigen in een complete verwoesting van de aarde. Nog weer enkele jaren later staan Von Neumann en zijn team aan de wieg van een van de eerste computers die zij de Mathematical Analyzer, Numerical Integrator And Computer Model, kortweg: MANIAC. De computer krijgt de opdracht te berekenen of het mogelijk is een wapen te ontwikkelen dat alles vernietigen kan. Na twee maanden continue draaien en de productie van meer dan een miljoen ponskaartjes is het antwoord JA. De weg voor de ontwikkeling van thermonucleaire wapens, zeg maar de waterstofbom, ligt open. Eind 1952 wordt het eerste prototype getest op een atol in de Stille Oceaan.
In 1957 overlijdt Johnny von Neumann aan botkanker die is uitgezaaid naar zijn hersenen. Hij wordt bewaakt door het Amerikaanse leger. De minister van Defensie en opperbevelhebbers van het leger zitten aan zijn bed. Hij wordt slechts 53 jaar oud. “Hij was de slimste mens van de twintigste eeuw.”
De epiloog van de roman is gesitueerd in onze eigen tijd en betreft een zeer actueel onderwerp: de ontwikkeling van kunstmatige intelligentie. De MANIAC was al in staat om schaak te spelen en tegen het eind van de vorige eeuw worden computers op dit gebied steeds slimmer. Labatut beschrijft deze ontwikkeling aan de hand van een meerdaagse wedstrijd van het Chinese bordspel Go. De nummer één op de wereldranglijst van Go-spelers neemt het op tegen Alpha Go, een computer. Een bloedstollende, spannende wedstrijd.
Feesten en luxe auto’s
Het is niet eenvoudig om in een recensie recht te doen aan deze roman. Of misschien beter gezegd: het boek bevat zoveel informatie dat ik al snel te veel wil vertellen en dan nóg heel veel niet kan noemen. Zoals de speltheorie waarvan Von Neumann de grondlegger was. Of zijn liefde voor feesten en luxe auto’s. Of de vraag of kunstmatige intelligentie gebruikt kan worden om werkelijk alle problemen op te lossen. Of…
Mij heeft het boek in ieder geval veel geleerd, ook omdat ik vaak naar Google greep (Google speelt ook nog een bescheiden rol in de epiloog, trouwens) om meer te weten over de fascinerende persoonlijkheden die elk hun licht werpen op Von Neumann.
Rest nog de vraag bovenaan deze recensie: was John von Neumann “het gezicht van het kwaad”?
Op 15 december organiseerde het Academisch-cultureel centrum Spui25 een discussieavond over het boek van Benjamín Labatut. De titel luidde over “het genie” en de uitvinding van de atoombom; Het gezicht van het kwaad. Een boeiende avond met sprekers met verstand van zaken. Margriet van der Heijden, deeltjesfysicus en hoogleraar wetenschapscommunicatie aan de TU Eindhoven, bijt het spits af met een inleiding waarin Paul Ehrenfest centraal staat. Ehrenfest en Von Neumann werden beiden 53 jaar. Ehrenfest stierf aan een gebroken hart, en Von Neumann aan een gebroken hoofd. Is er sprake van het Kwaad als de verbinding tussen hoofd en hart kapot is? In de 17de eeuw stelde de Nederlandse natuurkundige Christiaan Huygens de vraag waarom de Schepper het goede en het kwaad in de wereld had gebracht. Zijn antwoord luidde kort samengevat als volgt: goed en kwaad vermengen zich. En om hieraan een einde te maken ontwikkelen wij mensen dingen, om zo de wereld en de Schepper te begrijpen.
Robert Oppenheimer zou na de eerste atoombom gezegd hebben: “Ik ben de Dood geworden, de vernietiger van werelden”. Volgens zijn broer zei hij toen echter “Hij werkt.” Dit laat onverlet dat hij later spijt kreeg van zijn medewerking aan de ontwikkeling van de bom. Van enige spijt lijkt bij Von Neumann geen sprake, integendeel, hij bleef betrokken bij de ontwikkeling van massavernietigingswapens. Hij wordt wel omschreven als een cynische man.
Eindejaarslijstjes
Nog even terug naar de discussieavond op 15 december en het boek van Labatut. Is het terecht dat de schrijver geen bronnen of noten heeft toegevoegd? Journalist en natuurkundige Martijn van Calmthout legt uit waarom Labatut volgens hem noten had moeten gebruiken. Het is heel realistisch beschreven, maar niet te controleren. Bij hem komt het boek daarom bij de fictie in de kast te staan. Maar op de titelpagina staat niet voor niets roman. Er is in feite sprake van het fictionaliseren van biografieën. Is dit erg? Wel, denk ik, op het moment dat de feiten soms niet kloppen, zoals Van der Heijden, die een biografie over Paul Ehrenfest schreef, aantoont. Aan de andere kant, de argeloze lezer die ik was kon sommige dialogen of beschrijvingen letterlijk op internet terug vinden (maar wie controleert internet?).
Tenslotte, lees dit boek vooral zelf. Zeker voor een alpha gaat er een wereld open aan boeiende persoonlijkheden en een geschiedenis die doorwerkt tot in de huidige tijd en daarmee actueel blijft. John von Neumann, volgens mijn natuurkundige neefje “een zeer briljante geleerde,” heeft zijn stempel blijvend op de wereld gedrukt. Het boek wordt niet voor niets in de eindejaarslijstjes van Trouw, de Volkskrant en De Morgen tot de beste boeken van 2023 gerekend.
Benjamín Labatut, De MANIAC, Meridiaan Uitgevers, Amsterdam, 2023, ISBN 9789493169937, 384 pagina’s, € 26,50 (paperback) of € 14,99 (E-book) vertaling: Dirk-Jan Arensman