Roman van Hernan Rivera Letelier
Er is een gezegde: ‘Klein dorp, grote hel’. Dat geldt zeker voor de gemeenschap in de roman De christus van Elqui van de Chileense schrijver Hernan Rivera Letelier (1950). Onderling geroddel en sociale controle houden – samen met de feodale machtsverhoudingen tussen bazen en arme mijnwerkers – de sociale verhoudingen in hun oneerlijke, ijzeren greep.
Het verhaal speelt zich af in de jaren dertig van de twintigste eeuw, in de Chileense Atacama-woestijn. Het is een leeg en eenzaam maanlandschap, alsof de wereld net is geschapen. In de afgelegen stilte en brandende zon ligt een stoffig mijnwerkersdorpje, bevolkt door stoere mannen, wat vrouwen, enkele notabelen en de meest genereuze hoer uit de wijde omgeving: Magalena.
Het dagelijkse bestaan is een kwestie van overleven. Mijngebieden voor salpeter luisteren naar namen als Los Dones (de gaven), Sierra Garda, de Luis en La Providencia (voorzienigheid). Mensen dromen er van snelle rijkdom, maar verkeren in trage armoede.
Frame
De rust wordt verstoord als Domingo Zárate Vega aankomt, die met bijbel en evangelisatiebrochures rondreizend het woord Gods verkondigt. Die missie vervult hij met wisselend succes. Dit hoofdpersonage van christus van Elqui is gebaseerd op een profetisch figuur die echt bestaan heeft in de vallei van Elqui, die rondreisde als een zelfbenoemde messias. Leteliers vader had een vergelijkbare loopbaan. “Mijn vader was prediker en ik ben opgegroeid met een bijbel onder mijn hoofdkussen.”
De aankomst van de christus van Elqui gebeurt op een precair moment. De mijnwerkers staken als protest tegen de uitbuiting door hun bazen. Die zijn op hun beurt bang voor beroepsagitators en anarchisten. En laat de christus van Elqui nou net in dat frame passen.
De mijnwerkers zijn rauw volk, dat niet anders kent dan het leven op de pampa, met arbeidsongevallen, dronkenmansruzies, epidemieën en slachtpartijen door het leger. Met hun machismocultuur slaan ze zich door alle ellende heen. Toch is er een enorme wanhoop onder de pampabewoners. Kortom, een goede voedingsbodem voor het evangelie.
Asterix
De komst van de christus van Elqui gaat als lopend vuurtje door het dorp. Vooral armen en zieken, op zoek naar verlossing en genezing, blijken gevoelig voor zijn ‘gaven’. De christus van Elqui laat mensen geloven dat hij wonderen verricht, zieken geneest en de toekomst voorspelt. Maar nee, hij kraamt vooral onzin uit. Hij vaart op de goedgelovigheid en radeloosheid van de zwakkeren, zijn genezende middeltjes houden het midden tussen kwakzalverij, medicijnen en verzinsels. Toch brengt hij mensenmassa’s op de been. Hij zorgt er voor op tijd verder te trekken, voordat ze hem doorkrijgen.
De originele titel van het boek luidt El arte de la resurrección (De kunst van de wederopstanding), verwijzend naar de (mislukte) poging van de christus van Elqui om iemand uit de dood te laten opstaan. Hij ziet eruit als een zwerver, met zijn woeste baard, een monnikspij en sandalen. Naar eigen zeggen Iijkt hij op de zoon van god. Mij doet hij vooral denken aan het hoofdpersonage van het stripboek Asterix en de ziener. De katholieke geestelijkheid, hypocriet en bekrompen, beschouwt hem als een godslasteraar en een beroepsagitator en waarschuwt mensen om deze charlatan niet te volgen.
Het verhaal en de figuur van de christus van Elqui wijzen ook naar de roman De binnenlanden (1902) van de Braziliaan Euclides da Cunha en De oorlog van het einde van de wereld (1981) van de Peruaan Mario Vargas Llosa, die gaan over de historische figuur en religieuze fanaticus Antônio Conselheiro, die in de binnenlanden de religieuze enclave Canudos stichtte en daarmee in een oorlog met de autoriteiten belandde.
Hoerige heilige
Wat alle mannen in de wijde omgeving met elkaar delen, is hun liefde voor de beeldschone Magalena. Met haar bruine huid, goudgele haar en dromerige blik brengt deze dame van lichte zeden ieders hoofd op hol. Ook de christus van Elqui is gecharmeerd, want “die vrouw is zo uit de Bijbel gestapt”. Hij wil haar als zijn nieuwe discipel. Mijnwerkers zijn daar niet blij mee, want die willen haar behouden. Maar Magalena heeft andere plannen, want ze is bezig met haar eigen zoektocht.
Magalena is met haar pittige persoonlijkheid en seksuele vaardigheden een hoer van legendarische proporties. Tegelijkertijd heeft ze iets puurs over zich. Ze heeft een goed hart en ontfermt zich over anderen. Maar is ze een heilige hoer of een hoerige heilige? Hoe het ook zij, ze werkt letterlijk rijen mijnwerkers af, met liefde. Bovendien verklaart ze zich solidair met de stakende mijnwerkers.
Letelier serveert geen moeilijk plot, maar een authentiek verhaal vol humaniteit uit een verre wereld en een vergeten tijd. Het gemak waarmee het geloof bestaat naast het zondige leven en karakterzwaktes van de mensen maakt dat het verhaal de lezer gauw voor zich wint. De roman kent aansprekende, carnavaleske personages, of het nou om een pastoor, politieagent of dienstmeisje gaat, of de schoonmaker don Anónimo Bautista, die met zijn bezem de woestijn stofvrij probeert te houden. Het is de dorpsgek waar iedereen op gesteld is. Enige puntje van kritiek is dat het boek wel iets korter had gekund, Letelier vervalt soms in herhaling.
Vruchtbare grond
Het personage van de christus van Elqui verscheen eerder kort al ten tonele in Leteliers nog onvertaalde werken La reina Isabel cantaba rancheras (1994), Los trenes se van al purgatorio (2000) en Mi nombre es Malarrosa (2008).
Letelier maakt met humor en een ironische ondertoon een prachtige zedenschets van een gemeenschap op een extreme plek op aarde, de Atacama-woestijn. Het boek werd terecht bekroond met de Premio Alfaguara, een grote literatuurprijs in de Spaanstalige wereld. Volgens het juryrapport heeft Letelier een historische en sociale kroniek geschreven. Het is niet alleen maar vermaak, het is een politiek geëngageerde roman. De christus van Elqui is een heel Chileens boek, ‘puur Atacamawoestijn’, in die zin blijkt de dorre woestijn heel vruchtbare grond voor Hernan Letelier met zijn verhalen.
Hernan Rivera Letelier, De christus van Elqui, Uitgeverij Signatuur, Utrecht, 2012, ISBN 9789056723880, 277 pag., €17,95, vertaling: M. Vanderzee
Lees ook onze recensie van De filmvertelster van Hernán Rivera Letelier