In Cuba is vandaag, vrijdag 16 april, het congres van de Communistische Partij van start gegaan. Raúl Castro (89) heeft er vanochtend zijn aftreden bekendgemaakt als leider van de Cubaanse Communistische Partij (PCC). Daarmee is de laatste Castro uit het bestuur van het land verdwenen.
Na het overlijden van zijn broer, Fidel Castro, in 2016 nam Raúl het stokje over. Al eerder, in 2008, was hij Fidel die gezondheidsproblemen had, opgevolgd als president van Cuba. Het betekent dat er na 62 jaar een eind is gekomen aan het Castro-tijdperk, dat begon in 1959 met de Cubaanse Revolutie.
Tijdens het congres bevestigde Raúl Castro vandaag zijn vertrouwen in de nieuwe leiders van de partij. Hij sprak zijn voldoening uit de leiding van het land over te kunnen dragen aan een groep mensen die voorbereid waren op en toegewijd waren aan ethiek, de waarden van cultuur en de natie. “Ik geloof vurig in de kracht en moed van het voorbeeld en het begrip van mijn landgenoten”, zei hij, aldus de krant Prensa Latina.
Een van die collega’s is Miguel Díaz-Canel (60), lid van het Politieke Bureau van de PCC en sinds 2019 president van Cuba, als opvolger van Raúl Castro. “Een functie die hij bekleedde met goede resultaten”, meldde Castro. “Laat niemand eraan twijfelen, dat ik zolang ik leef klaar zal staan om het vaderland, de revolutie en het socialisme met meer kracht dan ooit te verdedigen”, voegde hij eraan toe.
Grote veranderingen zijn er op korte termijn niet te verwachten, menen kenners van Cuba. De CCP heeft de macht nog stevig in handen. Zo twitterde Díaz-Canel vandaag via de hashtag #SomosContinuidad (we zijn continuïteit). Toch zijn er de laatste tijd meer protesten, waarbij mensen borden dragen met de tekst ‘patria y vida’ (vaderland en leven) als tegenhanger van de revolutionaire strijdkreet ‘patria o muerte‘ (vaderland of de dood).
Door de coronapandemie heeft Cuba economisch zwaar te lijden; er is een krimp van 11 procent, de grootste daling sinds het einde van de Sovjethulp in 1991. Het toerisme is afgelopen jaar ingestort, waardoor het land kampt met een valutatekort, terwijl het meeste voedsel moet worden ingevoerd.
Het aantal coronabesmettingen is in Cuba laag gebleven door een strenge lockdown. Bovendien is het land ver gevorderd met de ontwikkeling van een eigen coronavaccin: Soberana 2. Als dit wordt goedgekeurd, is Cuba het kleinste land ter wereld dat zelf een vaccin produceert. Het zou dan ook uitgevoerd kunnen worden en daarmee een boost kunnen geven aan de economie.