De prijs voor koffiebonen op de wereldmarkt is momenteel extreem hoog. Het afgelopen jaar is de referentieprijs voor Arabica-koffie van basiskwaliteit op de beurs van New gestegen van 1,07 dollar per pond (0,92 euro per 454 gram) tot ongeveer 1,95 dollar. In juli was dat zelfs 2,08 dollar. Vrijwel alle contracten voor ongebrande groene Arabica-bonen zijn het afgelopen jaar met ruim 80 procent gestegen. Die voor Robusta-koffie – een goedkoper, minder smaakvol alternatief – met meer dan 30 procent.
De kans is groot dat deze prijzen de komende maanden nog verder stijgen. Het is goed mogelijk dat de prijzen zelfs de komende jaren blijven stijgen. Deze situatie hangt samen met een aantal klimaatgebeurtenissen in Brazilië. Dit land produceert 35 procent van de totale oogst aan koffiebonen ter wereld en is daarmee verreweg de grootste koffieproducent. Het productievolume wisselt per jaar, maar meestal niet genoeg om de prijzen sterk te beïnvloeden.
Dit jaar zullen de oogsten waarschijnlijk dramatisch lager uitvallen. Dit komt door een combinatie van ernstige droogte eerder in het seizoen, waardoor het aantal koffiebessen sterk is afgenomen, en recente vorst die de vruchten en zelfs de bomen verder kan beschadigen.
Omdat het tot vijf jaar kan duren voordat koffiebomen volwassen zijn, zal dus pas na een paar seizoenen de omvang van de schade duidelijk zijn. Als, zoals sommige experts verwachten, de vorst maximale schade aanricht en mogelijk twee derde van de bomen treft, kan dat zorgen voor een langdurige afname van de wereldvoorraden. Hierdoor zouden de prijzen de grens van 3 of zelfs 4 dollar per pond kunnen overschrijden.
Een vergelijkbare situatie deed zich voor in 1975. Door zware vorst in Brazilië daalde de productie van koffiebonen dat jaar met 60 procent, waarna de prijzen op de wereldmarkt verdrievoudigden.
De grote Braziliaanse landbouwbedrijven die de onmiddellijke impact van de vorst overleven, zullen voordeel halen uit de gestegen prijzen, maar 95 procent van alle koffieboeren zijn kleine en zelfvoorzienende boeren. Het is de vraag of zij ook in staat zijn te profiteren van de gestegen prijzen voor hun product op de wereldmarkt.
Dit artikel is oorspronkelijk gepubliceerd bij The Conversation.