Bizarre dichtbundel van de Braziliaan Zuca Sardan
Als je je kind naar iemand vernoemt, dan is dat meestal uit liefde en respect. Dat is zeker het geval bij Harrie Lemmens (1953), vertaler van de dichtbundel De hyena, niet de hond van de Braziliaan Zuca Sardan (1933). Lemmens is niet alleen vertaler, maar in dit geval bovenal de oprichter van Zuca Magazine over Portugeestalige literatuur.
In het voorwoord schrijft Lemmens dat Sardan een tovenaar met woorden is en zijn pen het toverstokje. Het boekje dat krap honderd pagina’s telt, wordt opgesierd door zwartwit tekeningen van Sardan die mij soms doen denken aan absurdistisch werk dat je in kranten en tijdschriften ziet. Het is niet eenvoudig het werk van Sardan te typeren, die door Lemmens een randdichter wordt genoemd die marginale poëzie schrijft.
Wat het effect van Sardans werk op de lezer is, is lastig te voorspellen, gezien het hoge surrealistische karakter. Het beste is om met open vizier de gedichten tegemoet te treden en de tijd te nemen om de korte teksten op je in te laten werken.
Filosofisch van aard zijn gedichten als ‘Metafysische zwendel’, waarin over het leven wordt nagedacht en religie als metafysische zwendel wordt bestempeld. Zulke beschouwingen worden niet altijd door de samenleving gewaardeerd, want onafhankelijke denkers worden eerst verguisd en bekritiseerd, voordat ze erkenning en lof krijgen. Zoveel valt te lezen in ‘De filosofen’. De mens komt er niet al te best vanaf. In het titelverhaal ‘Hyena’ worden de hyena en de mens met elkaar vergeleken vanwege de lach. Want de hyena is een filosofisch, cynisch dier.
Volksoproer
Religie en geloof lijken in de gedichten van Sardan ook niet veel houvast te bieden. In zowel ‘Kraaien’ als ‘Steile helling’ figureert een pater met zijn processie op een steile helling. Kan hij overeind blijven of niet? Maar in ‘Een kwestie van hoe je het bekijkt’ wordt godsdienst het opium van het volk genoemd, waarop een stem reageert met “En dat vind jij weinig?”.
De macht lijkt in deze bundel dan toch meer bij de elite te liggen, bij de machthebbers: koningen, presidenten, justitie, de mensen met geld. Maar nee, dat is te snel geconcludeerd. Sardan waarschuwt hen eerder, stemmen wijzen bijvoorbeeld in ‘Invocatie’ machthebbers op hun bevoorrechte positie en waarschuwen hen zichzelf niet te serieus te nemen. Geen holle retoriek zoals in ‘Koninklijke toespraak’ en in ‘De vorst’. Is de koning geliefd of gehaat? Hij voelt zich niet veilig en dat zegt genoeg. Hoe zal dit eindigen, met de dynamiek van een volksoproer zoals in ‘Algemene beroering’?
Kip en ei
Echt tot de verbeelding spreken de gedichten die in mijn ogen gaan over het universum en de oneindigheid van tijd. In ‘Universum’ beschrijft Sardan het in vier regels:
“De kosmos draait eindeloos rond
aan een schroef, een wilde werveling
van planeten, sloppen en krotten
kometen en sterrenbeelden”
Zo simpel kan het zijn, maar het blijft niet te bevatten.
‘Kosmologisch feuilleton’ is mooi vormgegeven als een kort liefdesverhaaltje over het ontstaan van de wereld uit het niets en uit materie. Die levensvraag houdt de mens al bezig sinds die op aarde is. Waar komt het leven vandaan?
Op die vraag blijven we als mensheid het antwoord schuldig. Een tot de verbeelding sprekend voorbeeld is natuurlijk de discussie over wat er het eerst was, de kip of het ei? Dat is precies het onderwerp van ‘Ab ovo’, waar in het gedicht een kosmische kip het eerste ei heeft gelegd. Maar die kip komt toch ook weer uit een ei, toch? En Sardan geeft er een sociaaleconomische twist aan door te stellen dat de arbeider het ei uitvindt en de kapitalist de kip. Zo krijgt de klassieke klassenstrijd een nieuwe dimensie.
Zonsondergang
Naast deze thema’s zijn er nog diverse gedichten waarin Sardan speelt met taal en idee, zoals ‘Graaf van Maldoro’ en ‘Spektakel van de kat Pimpinela’ over een dame met een kat.
Mijn persoonlijke favoriet is ‘Aan de bar’, een sfeervol gedicht van anderhalve pagina over een ambulant verkoper die aan het einde van de dag bij een jij-persoon aan tafel gaat zitten. Hij draagt een versleten koffer en is moe na een reis. Waarom weten we niet, maar iedereen is weg, behalve zij twee.
Sardans werk is verre van doorsnee, knap werk om dat mooi te vertalen, zoals Lemmens heeft gedaan. Deze bundel is een keuze uit het oeuvre van Sardan, die publiceerde tijdens zijn studie, in kleine gelegenheidsuitgaven en ‘officiële’ boeken, en digitaal op Latijns-Amerikaanse surrealistische websites. Het fijne van deze bundel van uitgeverij Koppernik is dat het een tweetalige uitgave is: het zangerige Braziliaanse Portugees op de linkerpagina, het Nederlands op de rechterpagina.
Zuca Sardan, De hyena, niet de hond, Uitgeverij Koppernik, Amsterdam, 2019, ISBN 9789492313874, 104 pag., €17,50, vertaling: Harrie Lemmens
Harrie Lemmens schreef het boek God is een Braziliaan
Meer informatie op www.zuca-magazine.nl en www.koppernik.nl