De voormalige interim-president van Bolivia, Jeanine Áñez, en verschillende ex-ministers zijn gearresteerd. Aanklagers zeggen dat zij en de ministers in 2019 hebben deelgenomen aan een staatsgreep tegen de toenmalige president Evo Morales.
Morales nam ontslag en vluchtte uit Bolivia na protesten en beschuldigingen van verkiezingsfraude. Áñez heeft gezegd dat ze het slachtoffer is van een politieke vendetta door de Socialistische Mas-partij van Morales, die sindsdien weer aan de macht is.
De partij behaalde in oktober vorig jaar een verpletterende overwinning bij de presidents- en congresverkiezingen, waardoor de weg werd vrijgemaakt voor Morales om vanuit Argentinië terug te keren naar Bolivia en de leiding van de Mas-partij over te nemen. Zijn collega Luis Arce, de minister van Economie onder Morales, werd tot president gekozen. Arce benadrukte vorig jaar in een BBC-interview dat hij zijn eigen politieke pad zou volgen en dat hij niet Evo Morales was.
Als oudste senator werd Áñez interim -president nadat Morales was gevlucht. Maar leden van de Mas-partij beschuldigden haar ervan onder één hoedje te spelen met politieagenten en militaire figuren en zo te hebben opgezet tot de omverwerping van Morales.
Ze werd vanochtend in de vroege uurtjes opgepakt in de stad Trinidad, maakte minister Eduardo Del Castillo Del Carpio op Facebook bekend. Ze werd vervolgens met het vliegtuig naar hoofdstad La Paz gebracht. Áñez tweette eerder “de politieke vervolging is begonnen” en zei dat een arrestatiedocument beschuldigingen van terrorisme, opruiing en samenzwering vermeldde.
De Boliviaanse televisie zond ook beelden uit van de voormalige minister van Energie Rodrigo Guzman en de voormalige minister van Justitie Alvaro Coimbra die werden gearresteerd.
Morales vluchtte in november 2019 uit Bolivia na weken van gewelddadige protesten en na het verliezen van de steun van het leger vanwege zijn controversiële herverkiezing voor een vierde ambtstermijn. Verschillende van zijn bondgenoten op hoge posten verlieten ook het land.
