De voorzitter van de Moeders van Plaza de Mayo, Hebe de Bonafini, is afgelopen zondagochtend op 93-jarige leeftijd overleden. De Argentijnse mensenrechtenactiviste werd op 13 oktober ontslagen uit het Italiaanse ziekenhuis in de stad La Plata, waar ze drie dagen was opgenomen voor medische controles.
Hebe de Bonafini richtte in 1977 samen met dertien andere vrouwen de Moeders van Plaza de Mayo op, nadat haar zonen eerder dat jaar door soldaten waren meegenomen. De groep vrouwen begon wekelijkse protesten te houden op Plaza de Mayo in Buenos Aires, voor de residentie van de president. De Moeders eisten de terugkeer van hun kinderen die waren ontvoerd door veiligheidstroepen.
Ook na het einde van de militaire dictatuur bleef De Bonafini campagne voeren en ze werd een uitgesproken en controversieel figuur. Haar twee zonen werden nooit gevonden en worden verondersteld dood te zijn. In Argentinië zijn in de jaren zeventig en tachtig van de vorige eeuw naar schatting dertigduizend mensen omgekomen of met geweld verdwenen.
De Argentijnse president Alberto Fernández heeft drie dagen van nationale rouw afgekondigd ter ere van een “onvermoeibare strijder”. Op Twitter schreef vicepresident Cristina Fernández de Kirchner: “Liefste Hebe, moeder van Plaza de Mayo, wereldsymbool van de strijd voor mensenrechten, trots van Argentinië. God riep je op de dag van de Nationale Soevereiniteit… het moet geen toeval zijn. Bedankt en tot voor altijd.”
De dochter van De Bonafini, Alejandra, schreef in een verklaring: “Dit zijn zeer moeilijke momenten van diep verdriet en we begrijpen de liefde die mensen voor Hebe hebben. Maar op dit moment moeten we privé huilen.”
De campagne van de De Moeders van Plaza de Mayo, ofwel de ‘Dwaze Moeders’ verwierf internationale bekendheid en zetten de Argentijnse regering onder druk. “Ze arresteerden ons, ze sloegen ons, we kwamen met pruiken zodat ze ons niet konden identificeren”, vertelde De Bonafini in 2007 aan persbureau Reuters. Ondanks dat de eerste leider van de groep, Azucena Villaflor, werd vermoord, gingen de protesten door en kwamen er meer vrouwen bij. Ze gingen stoffen kinderluiers op hun hoofd dragen om de vermiste kinderen te symboliseren. Later werden witte sjaals het symbool van de beweging.
De groep bleef campagne voeren na het einde van de dictatuur in 1983 en Hebe de Bonafini werd de leider van een meer radicale factie die opriep tot politieke verandering. Ze werd een uitgesproken en soms controversieel figuur. Zo zei ze in 2001 dat ze “geluk” voelde over de aanslagen van 9/11, vanwege acties van het Westen zoals NAVO-bombardementen. Ze zei ook dat paus Johannes Paulus II naar de hel zou gaan, omdat hij “veel zonden had begaan”.
In 2017 werd ze vervolgd wegens verduistering van gelden die bedoeld waren voor het bouwen van betaalbare woningen. Ze zei dat dit een politieke daad was van de toenmalige president, Mauricio Macri, die ze als een vijand beschouwde.
Foto: Wiki Commons