Ontroerende roman van Claudia Piñeiro
De roman Een beetje geluk van de Argentijnse schrijver Claudia Piñeiro verscheen al in 2016 in het Nederlands, toen onder de titel De goedheid van vreemden, en is nu opnieuw uitgebracht. Het boek vertelt het ontroerende verhaal van een vrouw die na vele jaren terugkeert naar het land en de stad waar ze vandaan kwam. Zal men haar nog herkennen? En meer in het bijzonder: zal die ene persoon haar herkennen?
Bijna twee jaar geleden las ik een ander boek van Claudia Piñeiro, getiteld Elena weet, over een vrouw met de ziekte van Parkinson. Piñeiro kroop diep onder de huid van Elena waardoor je als lezer bijna kon voelen hoe de ziekte haar lichaam verwoest. In Een beetje geluk gebeurt iets vergelijkbaars, maar kom je misschien nog dichter bij de hoofdpersoon, omdat het verhaal van Mary in de eerste persoon verteld wordt.
Na een afwezigheid van twintig jaar keert Mary, of Marilé, terug naar Argentinië. Van meet af aan is duidelijk dat er iets vreselijks gebeurd moet zijn, waardoor ze haar land is ontvlucht. En niet alleen haar land en haar huis heeft ze achtergelaten, maar ook, zo blijkt, haar kind, haar zoon Federico, inmiddels volwassen, getrouwd en vader van een dochtertje.
In de Verenigde Staten heeft Mary in de twintig jaar die verstreken zijn sinds haar plotselinge vertrek uit Argentinië een nieuw bestaan opgebouwd en is ze een andere vrouw geworden. Nu komt ze terug om gedurende een week een onderzoek te doen op het Saint Peter-college, waar ooit haar zoon leerling was. De school heeft zich aangemeld om gebruik te mogen maken van een speciale onderwijsmethode, ontwikkeld door Robert, de onlangs overleden partner van Mary. Zij moet nu kijken of de school voldoet aan de hoge eisen van Roberts prestigieuze Garlin Institute voor het gebruik van de methode.
Niet ontmaskerd
Mary denkt niet dat men haar zal herkennen, want de vrouw die ze alweer jaren geleden toevallig in Boston tegen het lijf liep deed dat ook niet: “Het was in een warenhuis, we stonden allebei in de rij bij de kassa te wachten tot we aan de beurt waren, de een naast de ander. Ze keek me aan en vroeg me in beroerd Engels iets over de prijs van het kledingstuk dat ze in haar hand had. Ik zweeg, ik kon niets uitbrengen. Carla wachtte een paar seconden, reageerde niet op mijn getalm, maar stelde simpelweg dezelfde vraag aan de persoon achter mij. Toen kreeg ik bevestigd wat ik intuïtief al wist: degene die ik was geweest, was er niet meer, de vrouw die die dag in de rij stond om af te rekenen in een warenhuis in Boston was nooit in Temperley geweest, ze kende het Saint Peter-college niet, ze kon niet door Carla Zabala of wie dan ook worden ontmaskerd, eenvoudigweg omdat ze een ander was.”
Maar het loopt anders dan ze had verwacht, al zou het kunnen dat dit is waar ze toch stilzwijgend op had gehoopt…
Spoorbomen
Stap voor stap, of beter woord voor woord, ontvouwt zich het grote drama dat de aanleiding vormde voor de vlucht van Marilé. De gebeurtenis zelf wordt trouwens niet door de ogen van Marilé verteld, maar ook dat ontdek je als lezer pas gaandeweg. Die beschrijving groeit met de roman mee en begint steeds hetzelfde: “De spoorbomen waren dicht”. De herhaling wordt een mantra, die het verhaal opdrijft en voortstuwt, je wilt weten wát er toch gebeurd is. Tegelijk heeft het een hypnotiserend effect, steeds weer die dichte spoorbomen.
Zoals gezegd verscheen deze roman eerder onder de titel De goedheid van vreemden, in het boek ook de titel van een van de delen. Het slaat op Robert, die Marilé bij toeval in het vliegtuig naar Amerika ontmoet en die zich over de vrouw ontfermt. De titel die de roman bij deze heruitgave kreeg, Een beetje geluk, komt dichter bij de Spaanse titel Una suerte pequeña en dekt de lading van het gehele verhaal. Want waar Marilé bij haar vlucht naar het buitenland het geluk had om Robert tegen het lijf te lopen, heeft ze ook twintig jaar later geluk bij haar bezoek aan haar geboorteland.
Chronische pijn
Voorin de roman staat een citaat uit een kort verhaal van de onlangs overleden Canadese schrijver en Nobelprijswinnaar Alice Munro. Het citaat gaat over de pijn van een moeder die haar kinderen door haar ‘schuld’ verliest. De titel van dat verhaal, De kinderen blijven, is de woedende reactie van haar man, wanneer zij hem vertelt er met haar minnaar vandoor gegaan te zijn. “Dit is acute pijn. Die zal chronisch worden. Chronisch betekent dat hij permanent is maar misschien niet voortdurend… Je raakt hem nooit kwijt, maar je gaat er niet aan dood… En je zult trucs leren om hem minder te maken of uit te bannen, terwijl je probeert niet dat te vernielen waarvoor je deze pijn hebt opgelopen.”
Dit is ook de pijn van Mary. Ze denkt altijd aan haar zoon die achterbleef in Argentinië. Ze houdt van hem, maar is ook bang voor hem. Zal hij haar haten om wat ze gedaan heeft? De dochters uit het verhaal van Munro, inmiddels volwassen, haten hun moeder niet, al kunnen ze haar ook niet vergeven. Toch zijn de situaties van beide vrouwen verschillend: Pauline kiest voor haar minnaar, terwijl Marilé kiest voor haar zoon: ze wil hem zijn leven teruggeven door weg te gaan. Dat hij als zesjarig jongetje niet begrijpt waarom ze hem in de steek gelaten heeft, lijkt ze niet te beseffen. Maar ook Federico heeft een beetje geluk. Ook hij komt op cruciale momenten mensen tegen die het goede doen, die hem goed doen.
Met Een beetje geluk heeft Claudia Piñeiro een prachtige roman geschreven. Het is goed dat Meridiaan dit boek opnieuw onder de aandacht brengt, nu Piñeiro na haar nominatie voor de International Booker Prize in 2022 en de daaropvolgende verfilming van Elena weet ook in Europa volop in de belangstelling staat.
Claudia Piñeiro, Een beetje geluk, Meridiaan uitgevers, 2024, ISBN 9789493305229, 268 pagina’s, € 22,99 (ook verschenen als E-boek), vertaling: Eugenie Schoolderman.