Verhalenbundel van de Argentijnse Mariana Enriquez
Een kleinkind dat de overblijfselen van haar oma’s zusje opgraaft in de tuin, dat een paar maanden na haar geboorte stierf. Het ‘Engeltje’ verschijnt tot haar als een halfvergane baby, een hoopje rottend, stinkend vlees dat achter haar aan waggelt. Een vrouw met een fetisj voor zieke mensen, voornamelijk met hartklachten. Kanker vond ze een beetje “wanstaltig, maatschappelijk overgewaardeerd en een beetje vulgair”. Kinderen die verdwenen zijn, jaren later terugkomen en de stadsparken overspoelen zonder maar een dag ouder te zijn geworden.
We zijn inmiddels wel wat gewend van de veelbesproken Argentijnse schrijfster Mariana Enriquez, waarvan eerder onder andere Dingen die we verloren in het vuur en Ons deel van de nacht in het Nederlands verschenen. De verhalenbundel De gevaren van roken in bed, die verscheen in 2009 en onlangs werd vertaald voor het Nederlandssprekende publiek, brengt ons weer terug in de bekende sfeer van horror, angst, duisternis en het vreemde dat meestal kenmerkend is voor het werk van Enriquez.
Junkiemoeders
Het is toch verrassend dat in de bundel, met elf verhalen die zich in Argentinië afspelen, een verhaal uitschiet richting Barcelona. Zodra de uit Buenos Aires vertrokken Sofía aankomt op de ‘Treurige Rambla van Raval’, ruikt ze bedorven vlees. Misschien is ze de enige die dit ruikt, niemand om haar heen lijkt het op te merken. In 1997 begon de ‘Zaak Raval’, een politieonderzoek naar een pedofielennetwerk dat kinderen fotografeerde en misbruikte. De kinderen werden door moeders, prostituees of arme vrouwen afgeleverd, of gelokt op de Plaça Negra. Raval was een achterbuurt: “Ze zeggen dat kinderen van hun balkons vielen, vergeten door hun verslaafde moeders, dat kinderen op hun derde, vierde al de huissleutels om hun nek droegen en dat die junkiemoeders taxichauffeurs vermoordden en stierven aan een overdosis”. Als je er woont, ontkom je niet aan het verleden dat ronddwaalt in de wijk.
Een van de overleden kinderen – wier geur door Sofía werd opgemerkt bij aankomst – dwaalt nog steeds door de stad. Hij was zo smerig dat zijn kleren aan hem waren vastgekoekt (“ze zeggen dat de sociaal werkers zijn kleren niet uit kregen”) en luizen en maden door zijn hoofdhuid kropen. De beschrijving van deze verloren zielen en de smerige, gewelddadige en lugubere gebeurtenissen mengt zich feilloos met de bezigheden en gesprekken van veelal zwartgallige en neergeslagen personages. Alsof geaccepteerd is dat alles wat om hen heen gebeurt tot de normaliteit van het dagelijks leven hoort. Enriquez voorkomt dat de verhalen een opeenvolging van smakeloosheden worden. Toch herinner ík mijn laatste citytrip naar de Catalaanse hoofdstad net iets anders.
Voor de goede smaak
Zoals in het werk van veel Argentijnse auteurs speelt de fascinatie met de verdwijning van mensen, in dit geval kinderen, een grote rol in dit boek. Het is diepgeworteld in het nationale geheugen. Op sommige momenten begint het dan ook te voelen alsof verschillende personages samenvloeien: het Engeltje wordt het jongetje van Raval, het jongetje van Raval wordt de Superpibe: doodgereden door een vrachtwagen en na jaren teruggekeerd in Buenos Aires zonder een schrammetje, zoals vele andere verdwenen kinderen. Ik zal voor de goede smaak de beschrijving van het verongelukte lichaam achterwege laten.
In ‘Waar ben je hart’ volgen we een vrouw die een obsessieve seksuele aantrekking ontwikkelt tot zieke mannen. Niet tot mannen met nierklachten (“ja je ging dood als je nieren niet meer werkten, maar dat liet me koud”) of neurologische aandoeningen (“met stuiptrekkingen en verstandelijke beperkingen en verlammingen had ik geen affiniteit”). Het liefst luistert ze naar afwijkende hartgeluiden. Voor ieder wat wils. Een cd met de titel ‘Harttonen’ was haar beste, meest erotisch opwindende aankoop ooit. Uiteindelijk vindt ze haar zielsverwant. Ze wil het liefst het hart in haar hand voelen kloppen “tot het stopte, de wanhopige kleppen zien openen en sluiten in de openlucht”.
Obsessieve drang
Klassieke thema’s binnen het horrorgenre passeren in De gevaren van roken in bed de revue: spookverhalen, geesten, moord, obsceniteit, geweld, verminking. Het lichaam speelt in het werk van Enriquez, zoals in de beschreven verhalen hierboven, een grote rol: deze is geregeld naakt, dood, verminkt, verongelukt, ziek, of wordt opgegeten. Veel personages hebben een obsessieve drang naar deze lichamen. Sadistisch en obsceen, maar ook grappig. Het gevaar van roken in bed? Het gaat wel eens fout.
Mariana Enriquez, De gevaren van roken in bed, Uitgeverij De Bezige Bij, Amsterdam, 2022, ISBN 9789403105512, 194 pag., €23,99, vertaling (Spaans): Peter Valkenet
Lees ook onze recensie van Dingen die we verloren in het vuur van Mariana Enriquez of Ons deel van de nacht.