In een ruw, stormachtig kustplaatsje in Uruguay situeert de Argentijnse schrijver Carlos María Domínguez (1955) zijn roman De blinde kust. Alles ademt verlatenheid en de tijd lijkt stil te staan. Het is noodweer als de paden van Arturo Balz en een meisje genaamd Cambodja, twee eenzame zielen, elkaar kruisen. Toevallig? Nee, zoals gaandeweg duidelijk wordt, als het tweetal noodgedwongen in een verlaten strandhut moet schuilen. De lezer krijgt het verhaal op indirecte wijze te horen: de uitbaters van een kroeg waar het tweetal is geweest, vertellen het relaas aan een naamloze vrouw. De lezer is toehoorder op de achtergrond en ‘luistert’ via de bladzijden van het boek mee.
Cambodja is weggelopen van huis, op de vlucht voor problemen op haar werk en familieperikelen. Arturo lijkt een zonderlinge, eenzame man die een geheimzinnig verleden met zich meedraagt. Centraal in zijn leven staat de liefde die hij koestert voor het meisje Rosie, van de mysterieuze Engelse familie Doghram. Voordat hij zich aan die liefde kan overgeven, moet hij eerst met zijn verleden in het reine komen.
Arturo geeft Cambodja een lift met zijn auto, maar wil eigenlijk meteen ook weer van haar af. Door de storm duurt hun samenzijn echter langer dan gedacht en komt de lezer – via het gesprek tussen de kroegeigenaren en de derde persoon – achter het gedeelde verleden van Arturo en Cambodja. Langzaam verschijnen flarden uit een duister verleden: ondergronds verzet, clandestiene gevangenissen en verhalen over martelingen ten tijde van de dictatuur in Argentinië, waaruit Arturo afkomstig is. Dit land moest de auteur zelf ook ooit ontvluchten vanwege het militaire regime van Videla en sinds 1989 woont hij in Uruguay. ‘Ik ben een Uruguayaan die geboren is in Buenos Aires’ is een gevleugelde uitspraak van hem.
Domínguez hanteert een beeldende schrijfstijl. Hij neemt uitgebreid de tijd om een sfeer van onheil en een onbestemd gevoel neer te zetten. Het gebrek aan handeling maakt dat het verhaal soms wat traag is. Maar de lezer krijgt geen kans om af te haken, want de auteur trekt hem het verhaal weer in door tipjes van de sluier op te lichten. Met het noodweer wordt het verleden steeds tastbaarder, ook voor de lezer. De titel staat voor wat lezers en ook de personages niet weten. Domínguez houdt je bewust onwetend, want het is onmogelijk om de realiteit volledig te doorgronden.
Domínguez levert met De blinde kust een bedachtzame roman af waarbij de elementen het decor zijn en de mensheid worstelt met het bestaan. Van zijn hand verscheen eerder in 2005 de Nederlandse vertaling van de novelle Het papieren huis, dat vele malen bekroond werd.
Uitgeverij Signatuur, 2011, Utrecht, 9789056723361, 166 pag., €15,95, vertaling: Harriët Peteri