Van het ijskoude Vuurland in het zuiden, tot de tropische hitte van de provincie Misiones en het droge hooggebergte rond Salta, Argentinië is geografisch een bijzonder divers land. Daarnaast zijn ook de hoogste en laagste punten van het land bijzonder.
Het hoogste punt van Argentinië is de Aconcagua, die tot maar liefst 6.962 meter hoog boven zeeniveau uitsteekt in de provincie Mendoza nabij de grens met Chili. De naam kan zowel afkomstig zijn uit de inheemse talen het Mapudungun (daarin kan het ‘rieten dak’ betekenen), het Aymara (‘dit is de stem’) of het Quechua (‘heilige wachtpost’ of ‘stenen wachter’). In elk geval is de Acongagua niet alleen de hoogste berg van Argentinië, het is ook het hoogste punt van het westelijk halfrond én van het zuidelijk halfrond.
Een vergelijkbaar punt ligt in de Patagonische provincie Santa Cruz. De Laguna del Carbón hier, in de Gran Bajo de San Julián, ligt op 105 meter ónder zeeniveau. Daarmee is de oever van dit meertje het laagstgelegen punt op land van, opnieuw, zowel het westelijk als het zuidelijk halfrond.