Deze column moet over regen gaan. Het kan gewoon niet anders. Colombia staat in het teken van regen, overstromingen, wegversperringen, afbreken van stukken bergen, duizenden daklozen, rivieren die uit hun oevers treden en modderbaden. Normaal gesproken laat je dergelijk nieuws rustig over je heen gaan, kijk je naar de rampbeelden op de televisie, en ga je over tot de orde van de dag. Tenzij je er zelf mee te maken krijgt natuurlijk.
Afgelopen dagen waren we op onze finca – het was hier Paasweek en dus vakantie – en ook daar wilde het maar niet zomeren. Erger nog, op de heenweg stonden we een flinke tijd in de file, omdat er op de weg vóór ons een zogenaamde derrumbe was. Dat betekent dat een deel van de helling, door de grote hoeveelheid water afbreekt en een deel van de weg bedekt. Op de terugweg was de situatie al niet beter, er waren weer bergwanden ingestort en dus nog meer wegen geblokkeerd. Daardoor moesten we een alternatieve route nemen, met meer dan de dubbele reistijd.
Op weg naar Medellín reden we een tijdje achter een bus aan, vol met passagiers, want in deze vakantietijd reizen veel mensen. Het regende verpakkingen van chipszakken, papieren zakdoeken en plastic zakjes met kots, die allemaal door het raam naar buiten werden gegooid en, plets, op de openbare weg terechtkwamen. Dat afval verstopt de afvoerkanalen langs de weg, waardoor het overvloedige water niet weg kan stromen. Nog zo iets: de beekjes in de buurt van mijn finca worden doorgaans gebruikt als dumpplaatsen voor afval. Afvoerbuizen raken dus verstopt met als gevolg dat op sommige plekken de beken het land overstromen.
Natuurlijk, heftige regenval is een internationaal fenomeen en beperkt zich niet tot Colombia. Het klimaat is aan verandering onderhevig en het zou oneerlijk zijn om de Colombiaanse regering of bepaalde gewoontes van de bevolking de schuld te geven van de rampen die zich nu voltrekken. Maar waarom gebeurt er elke keer als er regentijd is (twee keer per jaar) precies hetzelfde, zijn steeds dezelfde wegen geblokkeerd, staan steeds dezelfde dorpen onder water? Is het niet tijd om eens te denken aan preventie? Waarom is er geen ministerie van Milieu, dat toeziet op natuurbescherming en dat strengere normen stelt? Dat ministerie bestond wel, maar werd afgeschaft door de vorige regering van Alvaro Uribe, om ‘kosten te besparen’.
Zou die wateroverlast niet óók te maken hebben met erosie, dus met het kappen van de bossen, met het bevorderen van de ‘openlucht’ mijnbouw (waarbij de oppervlakte wordt afgegraven), met de extensieve veeteelt, ook allemaal paradepaardjes van de regering-Uribe? Het aantal direct getroffenen van de watersnood wordt inmiddels geschat op drie miljoen, die van de vorige regentijd meegerekend. Je zou willen dat er eindelijk eens actie werd ondernomen, méér dan het traditionele ‘pappen en nat houden’.