Terwijl de inwoners van Barranquilla zondag 11 maart hun stem uitbrachten voor Senaat en Huis van Afgevaardigden, deed de politie een inval in de campagnezetel van kandidaat-senator Aída Merlano van de Conservatieve Partij.
De huiszoeking in het kapitale pand, in een van de meest exclusieve wijken van de stad, leverde een schat van bewijsmateriaal op voor de zeer traditionele en diep in de plaatselijke zeden gewortelde praktijk van de zogenaamde stemmenhandel. Uitgevoerd door politici die niet vertrouwen op de spontane gunst van hun achterban en er daarom toe overgaan de kiezers met klinkende munt over te halen.
In het pand werd van alles aangetroffen wat je normaal niet verwacht in een gewoon woonhuis: geldtelmachines, vier vuurwapens waaronder een jachtgeweer en een Glock-pistool 9 mm, verkiezingscertificaten en een paar dozen met lijsten waarop gedetailleerd wordt beschreven hoeveel geld politieke leiders ontvangen voor hun werk en hoeveel per uitgebrachte stem wordt betaald. In twee brandkasten werd driehonderd miljoen peso’s aangetroffen (ongeveer 100.000 euro), geld dat beschikbaar was voor het ‘oliën van de verkiezingsmachinerie’.
Uit het gevonden papierwerk kon geconcludeerd worden dat per uitgebrachte stem een bedrag van 40.000 peso’s (€11,5) werd betaald, met daar bovenop nog een subsidie van 5.000 voor het transport. Dit bedrag van 40.000 werd overigens door experts in de materie aan de lage kant genoemd, maar het is een kwestie van vraag en aanbod. Je kon trouwens in plaats van 40.000 harde peso’s ook kiezen voor een pakket met levensmiddelen, ter waarde van 60.000.
Om te checken of de kiezer die beloofde op mevrouw Merlano te stemmen dat ook werkelijk ging doen, als hij eenmaal in het stemhokje stond, werd er ook een lijst bijgehouden met de nummers van de ID-kaarten van de kiezers. Want met die ID-nummers is na te gaan waar iemand gestemd heeft en zo weten Merlano en haar handlangers dat ze niet voor niks hebben betaald.
Familiebedrijfjes
De bewijslast voor het misdrijf is overweldigend en wordt waarschijnlijk nog aangevuld met live-beelden van dit sterke staaltje van omkoping en corruptie, want de camera’s in het gebouw, opgehangen voor de veiligheid, zijn ook in beslag genomen. Bij de huiszoeking werden ook vijf campagnemedewerkers gearresteerd, die op het moment van de inval druk aan het werk waren, onder wie Vanessa Merlano, de zus van de toekomstige senator en ogenschijnlijk het hoofd van de bende. De kandidaat zelf was op het moment van de inval niet aanwezig.
Toen ’s avonds de stemmen werden geteld, bleek dat Aída Merlano maar liefst 73.000 stemmen had gekregen, genoeg om voor vier jaar een Senaatszetel te bezetten. De vraag is of ze dat ook daadwerkelijk mag gaan doen, want alles wijst erop dat het Openbaar Ministerie nu alles in het werk zal stellen om dat voorkomen. Makkelijk zal het niet zijn, want de wegen van de Colombiaanse justitie zijn ondoorgrondelijk en het zou niemand verbazen als een of andere handige advocaat erin slaagt om mevrouw Merlano vrijuit te laten gaan en alsnog in het parlement te krijgen.
Iedereen weet dat in Colombia een groot deel van de stemmen bij verkiezingen worden gekocht, dat is niet het grote nieuws. Het nieuws is dat dit nu met keiharde bewijzen is aangetoond. Wat is er gebeurd, waar ging het mis? Zelf denk ik dat iemand in de campagne, of een van de politieke leiders die de kiezers moest ronselen, of een van de kiezers, z’n geld niet kreeg en is gaan klikken.
Het nieuws is dus niet dat dergelijke praktijken bestaan. Aída Merlano vertegenwoordigt slechts een van de talloze familiebedrijfjes die zich wijden aan de lucratieve dienstverlening van ‘de politiek’. De meeste kandidaten van de andere traditionele partijen doen precies hetzelfde, alleen die hadden deze keer het geluk dat ze niet werden betrapt.
Fatsoen
De inval in de campagnezetel van kandidaat Merlano was overigens maar een voetnoot bij de verkiezingen, want het ging uiteindelijk natuurlijk om de uitslag. Daar was geen grote verrassing te melden. De traditionele, cliëntelistische partijen handhaafden hun zetels, sommige wonnen er een paar, andere verloren er een paar, maar de conclusie moet zijn dat ze genoeg macht hebben vergaard om opnieuw vier jaar de dienst uit te maken in het Congres. En dus door kunnen gaan met waar ze goed in zijn: het meedogenloos chanteren van de uitvoerende macht.
De president heeft namelijk een parlementaire meerderheid nodig om z’n wetten aangenomen te krijgen en om daaraan mee te werken, vragen de congresleden altijd de hoogste prijs, meestal in de vorm van contracten en benoemingen, wat in Colombia ‘de bureaucratie’ genoemd word. En daar is heel veel geld mee gemoeid, en dat is het geld waarmee de investering die gedaan is op de dag van de verkiezingen, onder andere in de vorm van het kopen van stemmen, weer terugverdiend kan worden. Zo werkt de Colombiaanse democratie als sinds het begin der tijden.
Tegelijk met de verkiezingen voor Senaat en Huis van Afgevaardigden werden ook twee voor-verkiezingen gehouden tussen een aantal pre-kandidaten voor het presidentschap, want in mei is ook de eerste ronde voor de verkiezing van de nieuwe president. Winnaars waren Iván Duque van het rechtse Centro Democrático, de partij van ex-president Álvaro Uribe, en de linkse kandidaat Gustavo Petro, oud-burgemeester van Bogotá en tot voor kort aanhanger van de chavistische revolutie in Venezuela.
Hiermee heeft de polarisatie weer een nieuw hoogtepunt bereikt, want deze twee kandidaten vertegenwoordigen de twee uitersten van het politieke spectrum en zullen waarschijnlijk de andere gematigde kandidaten verpletteren, zoals de enige fatsoenlijke (in de letterlijke betekenis: iemand met fatsoen) kandidaat Sergio Fajardo, oud-burgemeester van Medellín.
De nieuwe politieke partij van de voormalige guerrilla van de FARC, die voor het eerst meedeed aan verkiezingen, kwam er helemaal niet aan te pas en wist, in het hele land, iets van 50.000 stemmen te vergaren, veel minder dan een procent en ver onder de kiesdrempel.
De vraag rijst dan ook of de guerrilla zo’n monumentaal vredesakkoord (na maar liefst vijf jaar onderhandelen) wel verdient, terwijl de naakte waarheid is dat de FARC helemaal geen achterban heeft en dat vijftig jaar oorlog voeren heel weinig stemmen en geen enkel idee heeft opgeleverd dat in staat is gebleken de Colombiaanse burgers te verleiden.
Maar dankzij datzelfde vredesakkoord krijgen ze tien zetels cadeau: vijf in de Senaat en vijf in het Huis van Afgevaardigden. Een echte volkspartij zal die oude guerrilla-club dus nooit worden, al noemde ze zich voorheen altijd ‘ejército del pueblo’ of volksleger. Misschien moeten ze voor toekomstig electoraal succes in de leer bij Aída Merlano…