Met veel plezier volg ik altijd de Colombiaanse voetbalcompetitie, omdat ik van voetbal houd en om te kijken hoe mijn favoriete lokale voetbalclub, Atlético Nacional, het er wekelijks afbrengt. Een van de nieuwe sterren bij die club en inmiddels ook geselecteerd voor het Colombiaanse elftal, is Marlos Moreno, een aanvaller van 19 jaar, geboren en getogen in Medellín.
Behalve zijn voetbalkwaliteiten valt vooral zijn naam op. Marlos? Die naam had ik nog nooit eerder gezien. Navraag leert dat zijn ouders de intentie hadden om hem ‘Marlon’ te dopen, naar Marlon Brando, maar bij de notaris werd een fout gemaakt en de ‘n’ werd een ‘s’ en dus moest de arme jongen verder door het leven met de naam Marlos. De ouders vonden kennelijk de vergissing niet ernstig genoeg om terug te gaan naar de notaris om de fout te corrigeren.
Maar Marlos is lang niet de enige met een rare naam. Bij nader inzien stikt het in de Colombiaanse voetbalcompetitie van de vreemde namen. Een kleine greep uit het aanbod: Jefferson, Miller Stiwar, Kammel Hebanny, Éder Aleixo, Dager Yair, Jamillacson, Leyvin Jhojane, Yohn Géiler, Yonaider, Dhawilin, Helibelton, Yúberney, Jossymar, Dávinson…
Sommige van die namen zijn verschrijvingen, andere zijn variaties op een bekende naam, alleen anders of fonetisch geschreven en weer andere zijn onsproten aan het brein van heel creatieve ouders. Je zou willen dat ze hun creativiteit voor andere dingen zouden gebruiken. Want als je met zulke namen gezegend bent, dan ben je voor de rest van je leven gebrandmerkt. Dan weet iedereen dat je geboren bent in een arme buurt en dat je ouders je het enige hebben meegegeven wat niks kost: een ‘dure’ naam.
Mijn zwager die priester is moet regelmatig kinderen dopen en dan vraagt hij de ouders, hij smeekt ze bijna, om de babies gewoon Camila of Laura of Juan of Jorge te noemen en niet een zelf verzonnen verbastering van een Amerikaanse president of rockster of iets dergelijks. U heeft gelijk, padre, zei laatste een echtpaar, we zullen rekening houden met uw advies. Maar helaas hadden ze de boodschap niet helemaal begrepen, want toen hij vlak voor de doop, nog even vroeg hoe ze het kind gingen noemen, zei de moeder vol trots: Jeseynia Dayana, padre.
De kwestie van de naamgeving lijkt een ‘minor’ onderwerp te zijn en leent zich makkelijk voor grappen, maar ik heb toch te doen met de dragers van die namen. Want zo’n naam moet je wel heel je leven met je meedragen en je wordt er zeker op nagekeken. En je zult altijd moeite hebben om sociale promotie te maken, hoe goed je ook je best doet op school en op je werk.
Maar het is nog veel erger dan ik al dacht. De huidige minister van Gezondheid en Sociale Bescherming Alejandro Gaviria deed eens een onderzoek naar het effect van vreemde namen op de hoogte van het salaris in Colombia en zijn conclusie was verbijsterend. Mensen met een ‘vreemde’ naam verdienen tussen 15 en 20 procent minder dan de rest van de bevolking!
Dus zo grappig is het niet als je ouders je met namen als Marlos of Jeseynia opzadelen. Misschien is het een idee om ouders te verplichten een alfabetiseringscursus te volgen en het geven van vreemde namen per wet te verbieden.