Column Colombia

Vluchtelingen

6 september 2015

Nico Verbeek

Vluchtelingen stonden centraal in het nieuws in Colombia. Die van Europa, maar nog meer die van Colombia zelf. Duizenden Colombianen werden uit Venezuela gedeporteerd en weggejaagd, de grens over. Ze moesten hun spullen achterlaten, soms werden gezinnen gescheiden, bleven kinderen achteren, of juist de ouders. Hun huizen werden meteen met de grond gelijk gemaakt of er werd een D op gekalkt, van ‘demoler’ oftewel: met de grond gelijk maken.

Waar komt die plotselinge haat vandaan? Venezuela en Colombia delen een grens van meer dan tweeduizend kilometer en in de loop de jaren is er veel migratie geweest, meestal van Colombia naar Venezuela, vooral in de tijd van de voorspoed. Toen Venezuela een rijke natie was en leefde van de opbrengsten van de olie-boom. Duizenden Colombianen zochten hun geluk over de grens en zijn er blijven wonen. Voormalig president Chávez bood ze zelfs een Venezolaans paspoort aan. Gratis en voor niets. Zodat ze op hem konden stemmen en mee konden helpen om hem bij de verkiezingen in het zadel te houden.

De olieprijzen zijn gehalveerd en de Venezolaanse economie is volkomen ingestort. Die is voor meer dan negentig procent afhankelijk van de inkomsten uit de verkoop van olie. Het productieapparaat is in de laatste jaren volledig afgebroken en bijna alle goederen moeten worden geïmporteerd. De inflatie is meer dan honderd procent per jaar. De nationale munt, de Bolívar, is niks waard en de zwarte dollars bepalen de handel. Een volkomen achterhaalde vorm van staatseconomie reguleert de prijzen, met als gevolg dat ongeveer de helft van de gesubsidieerde producten over de grens verdwijnen. Die smokkel is voor een deel in handen van Colombiaanse maffia, maar kan alleen bestaan dankzij de corruptie van de Venezolaanse strijdkrachten en guardia nacional, die aan de grens de dienst uitmaakt.

De Venezolaanse president Nicolás Maduro moet alle zeilen bijzetten om aan de macht te blijven. Hij heeft geen enkel charisma, is een fletse karikatuur van z’n voorganger Hugo Chávez en probeert overeind te blijven met behulp van onderdrukkende maatregen. Media worden monddood gemaakt. De rechters zijn allang niet onafhankelijk meer. Politieke tegenstanders verdwijnen in de gevangenis. De tweede man van het regime wordt door de Amerikaanse justitie onderzocht vanwege z’n betrokkenheid bij drugshandel en in het leger gaan talrijke drugskartels schuil.

In december zijn er weer verkiezingen en Maduro heeft tegenwoordig een populariteit van rond de twintig procent. Als er niets gebeurt, verliest hij die verkiezingen en is het einde van het ‘socialisme van de 21ste eeuw’ in het zicht. Geen wonder met ellenlange rijen voor de deuren van de supermarkten en een bevolking die niet te eten heeft.

Maar Maduro is niet het type president dat zich zonder slag of stoot zal overgeven. Hij is het type despoot dat als hij ten onder gaat, daarbij het hele land met zich mee zal sleuren in de afgrond. Dus trekt hij de laatste maatregel uit de kast, bekend van zoveel dictators vóór hem. Hij zoekt een zondebok, liefst een buitenlandse zondebok, goed herkenbaar. Colombianen, makkelijk zat. En die zijn volgens Maduro nu verantwoordelijk voor de economische crisis, voor de inflatie, voor de smokkel, ja, voor alle kwalen waaraan he Venezolaanse paradijs lijdt. Waar kennen we dit soort praktijken toch van? De geschiedenisboeken staan er vol van.

In de Nederlandse kranten las ik slechts schaarse berichten over het Colombiaanse vluchtelingenprobleem. Begrijpelijk, er zijn belangrijkere nieuwsberichten, dichter bij huis. Kwalijker was wel dat de weinige berichten die verschenen waren geschreven vanachter een bureau in Amsterdam, zonder gehinderd te zijn door werkelijke kennis van zaken. En het enige dat ik las was het traditionele enerzijds-anderzijds verhaaltje.

Waar het aan ontbreekt zijn journalisten die naar de plek des onheils gaan en met eigen ogen zien wat er gaande is. En het is ook jammer dat er zo weinig historici onder de hedendaagse journalisten zijn.

Gerelateerde berichten

Grensoverschrijdend gedrag in de jungle

Grensoverschrijdend gedrag in de jungle

Andres Felipe Pérez was twaalf jaar oud, had terminale kanker en smeekte in een video aan de commandanten van de FARC-guerrilla om zijn laatste dagen met zijn vader door te mogen brengen. Die vader was politieagent José Norberto Pérez en die was een jaar ervoor ontvoerd door de guerrilla. De commandanten van de FARC waren niet gevoelig voor de smeekbede en de jongen stierf zonder zijn vader te zien, in december 2001. De wanhopige agent zelf werd een paar maanden later door de guerrilla doodgeschoten, toen hij het kampement waar hij werd vastgehouden, probeerde te ontvluchten.

Lees meer
Het verloren paradijs

Het verloren paradijs

Die middag is er geschreeuw te horen in de buurt van de finca. Bevelen die worden gegeven, iemand die iets onverstaanbaars terug schreeuwt. De honden beginnen te blaffen. Ik steek de machete achter m’n broekriem en loop het bos in. Al snel ben ik bij de grens van de finca met die van de buren. Het prikkeldraad ligt op de grond, de palen zijn verrot. Verderop zie ik drie mannen met oranje gekleurde hesjes staan bij een geel statief met daarop een apparaat dat op een camera lijkt.

Lees meer

Blijf op de hoogte

Adverteren op onze website?

Dat kan! Tegen een scherp tarief plaatsen wij uw advertentie.

Ontvang onze nieuwsbrief

Schrijf u in en ontvang onze digitale nieuwsbrief met een overzicht van onze nieuwe artikelen.

Volg ons op social media

Wees als eerste op de hoogte van nieuwe artikelen en deel artikelen met uw netwerk.

Share This