Column Colombia

The Good American

15 november 2020

Nico Verbeek

De afgelopen weken stonden in het teken van de Amerikaanse verkiezingen, hoe kan het anders. En hoewel de huidige bewoner van het Witte Huis nog niet van plan lijkt te zijn uit te checken, wijst alles erop dat in januari een einde komt aan vier jaar schrikbewind van de meest potsierlijke president die Amerika ooit heeft gekend, een man die bovendien de gringos ver buiten de landsgrenzen een slechte naam bezorgt of misschien al de faam bevestigt die ze al hadden, vooral in hun zelfbenoemde achtertuin, hier in Zuid-Amerika.

Tijdens die spannende dagen moest ik vaak denken aan mijn voormalige collega Paul Bardwell, een vriendelijke gringo uit Hatfield, Massachusetts, met wie ik verschillende jaren samenwerkte in het Centro Colombia Americano, beter bekend onder liefhebbers en gebruikers in de stad als El Colombo. Een binationale instelling waar geld wordt verdiend met het geven van Engelse les, maar dat geld werd onder Pauls bezielende leiding helemaal geïnvesteerd in cultuur: een kunstgalerie met vrije toegang, uitwisselingsprogramma’s met de Verenigde Staten, een geweldig filmprogramma, festivals en een multiculturele bibliotheek en informatiecentrum.

Een typische ‘cultuurpaus’ was Paul, een cultural affairs director die in Medellín twee bioscoopzalen bouwde, een tijdschrift over film oprichtte, en nog zo wat initiatieven van de grond kreeg. Daardoor kun je in deze stad van tweeënhalf miljoen inwoners volop van cultuur genieten, waar je films kunt zien uit alle uithoeken van de wereld en alle mogelijke informatie kunt vinden over kunst en film, niet alleen in het filmblad Kinetoscopio, maar ook in de archieven van de meertalige bibliotheek van de Colombo. Had Paul nog geleefd – hij overleed op relatief jonge leeftijd in 2004 aan de gevolgen van kanker – dan zou hij nu, als typische liberal democrat, heel gelukkig zijn geweest met het vertrek van Donald Trump en de terugkeer van een Democraat in het Witte Huis.

Paul Bardwell (1955-2004) was twintig jaar directeur van het Centro Colombo Americano in Medellín, dat onder zijn bezielende leiding uitgroeide tot een van de belangrijkste culturele instellingen van Medellín en misschien wel van Colombia. De Colombo werd onder zijn bezielende leiding een episch centrum voor cultuur, vooral van beeldende kunst, fotografie en film. Legendarisch waren de filmfestivals die de Colombo organiseerde, zoals het jaarlijkse filmfestival Eurocine, met films uit alle landen van Europa, films die anders nooit in Medellín te zien zouden zijn.

Paul vertegenwoordigde voor mij het type Amerikaan waar ik bewondering voor had, een man van de wereld die van aanpakken hield, voor wie geen uitdaging te groot was: er was geen fototentoonstelling, geen artiest, geen filmdirecteur die hij niet naar Medellín wist te krijgen. En natuurlijk was het zijn bedoeling, als hart-en-nieren democraat, dat het geen elitaire bedoening zou worden, dus veel van de culturele activiteiten waren gratis of werden aangeboden tegen een lage prijs, zodat iedereen in Medellín, vooral scholieren en studenten, ervan konden profiteren.

Als ik aan Paul denk, dan denk ik aan iemand met een enorme ondernemingskracht en werklust die ervoor heeft gezorgd dat inwoners van Medellín in contact konden komen met de Noord-Amerikaanse en internationale cultuur, die studenten de kans gaf te studeren aan een universiteit in de VS of om daar een tijdje te wonen en Engels te leren, kortom om hun eigen grenzen te verleggen. Ik heb gebruikers van de Colombo-bibliotheek gekend die geen geld hadden voor de Engelse lessen, maar uren in de bibliotheek te vinden waren om hun Engels op een hoger niveau te krijgen en daarna fantastische kansen kregen. Eentje heeft nu zelfs een eigen vertaalschool opgericht. Door de programma’s van de Colombo werden in Medellín talrijke internationale en multiculturele contacten gelegd, altijd gebaseerd op een humanistische spirit, solidariteit en tolerantie – precies het soort waarden die de laatste vier jaar in het Trumpistisch Amerika bij het grofvuil zijn gezet.

Met veel plezier heb ik zelf bijna tien jaar samengewerkt met Paul Bardwell, eerst als leraar Engels (ook Paul was begonnen als leraar Engels), later als coördinator van de meertalige bibliotheek, videotheek en audio-archief. Daar werden films op video uitgeleend, er was een groot knipselarchief, waar alle mogelijke informatie over internationale films, acteurs en filmregisseurs werd verzameld en ter beschikking gesteld aan de gebruikers van de bieb. Dat klinkt misschien nu allemaal wat knullig – informatie op papier! – maar in die tijd was er nog geen internet en al helemaal geen google en dus was je voor informatie over films en filmgeschiedenis nog afhankelijk van boeken, tijdschriften, kranten, video’s en audiocassettes.

Het werk in de Colombo had veel voordelen: je kon al het materiaal als eerste zelf lenen en bekijken, er waren in de twee bioscoopzalen verschillende voorstellingen per dag, die je als werknemer van het centrum gratis kon bezoeken. En dus ook op de momenten dat het niet zo druk was (een belangrijk detail voor mensen zoals ik die niet goed bestand zijn tegen volle zalen) en dus had ik soms een film bijna of helemaal voor mezelf. Een steeds terugkerende herinnering uit die tijd is dat ik op de eerste rij zit van het kleine theater en op het grote scherm kijk naar de beelden van Breaking the Waves van Lars von Trier, terwijl A Whiter Shade of Pale van Procol Harum keihard door de boxen klinkt. Tussen haakjes (by the way) misschien wel de beste film van Lars von Trier, die daarna jammer genoeg alleen nog maar films maakte om te shockeren en niet om een fatsoenlijk verhaal te vertellen.

Paul Bardwell was de onbetwiste leider van dat creatieve project, duidelijk de baas, maar echt de baas spelen, daar had hij helemaal geen talent voor en dat vond hij eigenlijk ook niet belangrijk. Hij dacht niet in termen van hiërarchie, stond in z’n jeans en overhemd dicht bij het personeel, en had volkomen lak aan reputaties en pretenties. Ook behandelde hij iedereen volkomen gelijk, van de koffiejuffrouw van Servicios Generales tot de leden van de Board of Directors. Paul had ook erg veel moeite om ‘nee’ te zeggen tegen iemand die iets van hem wilde of om een gunst vroeg en nooit weigerde hij een ‘onderschikte’ die om geld verlegen zat een tientje of een twintigje te lenen – al wist hij van tevoren dat de lening nooit zou worden terugbetaald.

Het is moeilijk in te schatten wat Paul Bardwell, wat betreft de promotie en ontwikkeling van kunst en cultuur in Medellín, nog voor elkaar had gekregen, als hij al niet op 49-jarige leeftijd was overleden en nog wat langer had geleefd om te werken aan zijn levensproject. In ieder geval heeft hij een belangrijke erfenis achtergelaten en kun je tegenwoordig in Medellín van dezelfde films genieten als in Bogotá of zelfs in Amsterdam, als ook van de talrijke culturele programma’s, waarvan iedereen gratis of bijna gratis gebruik kan maken, zodat iedere scholier, student, jongere of oudere, de kans krijgt om zijn (culturele) horizon te verbreden.

Namens Medellín, Muchas gracias, Paul!

Gerelateerde berichten

De jungle in de Colombiaanse literatuur

De jungle in de Colombiaanse literatuur

Het is dit jaar precies honderd jaar geleden dat José Eustasio Rivera (1888 – 1928) La vorágine publiceerde, een roman waarin de Colombiaanse jungle de hoofdrol speelt en die tegenwoordig tot de canon van de Colombiaanse literatuur behoort. En dus ook verplichte lectuur op de middelbare scholen in Colombia en dat heeft het imago van de roman niet veel goed gedaan. La vorágine (vrij vertaald: De maalstroom) staat voor moeilijk, weinig toegankelijk proza, in ieder geval lectuur die een scholier niet voor z’n plezier leest.

Lees meer
Griselda Blanco, de Zwarte Weduwe

Griselda Blanco, de Zwarte Weduwe

Griselda Blanco (1943-2012) was een van de meest gewelddadige drugshandelaren in de Colombiaanse maffiageschiedenis. Ze had de naam een gewetenloze moordenaar te zijn en verschillende vendetta’s te hebben veroorzaakt, zowel in Colombia als in het Miami rond 1980, de jaren van Miami Vice. Ze werd omschreven als zeer bezitterig en extreem jaloers, op het randje van het abnormale. Ook zou ze honderden doden op haar geweten hebben, onder wie haar drie echtgenoten, vandaar haar bijnaam Zwarte Weduwe.

Lees meer

Blijf op de hoogte

Adverteren op onze website?

Dat kan! Tegen een scherp tarief plaatsen wij uw advertentie.

Ontvang onze nieuwsbrief

Schrijf u in en ontvang onze digitale nieuwsbrief met een overzicht van onze nieuwe artikelen.

Volg ons op social media

Wees als eerste op de hoogte van nieuwe artikelen en deel artikelen met uw netwerk.

Share This