Column Colombia

Soms komen er brieven binnen…

12 september 2021

Nico Verbeek

Het is een heel vervelend zooitje bij elkaar: de groep van ex-presidenten van Colombia. Sommigen met nog een reële politieke macht, anderen alleen maar herkauwend op het verleden en excuses zoekend voor hun weinig glorieuze ambtstermijn. En alle fouten en rampen waren natuurlijk een gevolg van de erfenis die hun nog slechtere voorganger ze had nagelaten.

Een van de meest tragische figuren in deze groep is Andrés Pastrana, president van 1998 tot 2002. Afkomstig uit een familie van beroepspolitici, zoon van een andere ex-president, maar door een speling van het lot niet bepaald bedeeld met veel intelligentie: een beetje het domste jongetje van de klas. Dat belette hem niet om eerst tv-presentator te worden, daarna burgemeester van Bogotá en uiteindelijk, na een eerdere mislukte poging, dan eindelijk ook ‘president van alle Colombianen’.

Van alle Colombianen, maar in ieder geval niet van zijn voorganger, Ernesto Samper, want die was in de jaren ervoor zijn favoriete vijand geworden. Samper was liberaal, Pastrana was conservatief, daar begon het al mee, maar de gevoelens van haat & rancune gingen wel wat dieper. Een belangrijk moment was de verkiezingscampagne van 1994. Die ging tussen de twee rivalen en werd gewonnen door Samper.

Samper wist te winnen, in de tweede ronde, omdat hij een wat slimmere debater was, betere ideeën had voor de toekomst van het land, maar ook omdat hij zich had laten sponsoren door de drugsbaronnen van het Cali-kartel. Er verscheen een aantal audiocassettes, waarop onder anderen drugsbaron Miguel Rodríguez Orejuela te horen was, terwijl hij geld belooft voor Sampers campagne. Dat was volgens diezelfde Samper allemaal achter zijn rug om gebeurd, maar dat geloofde niet iedereen.

In ieder geval Pastrana niet. Die had het gevoel dat hem zijn overwinning op oneigenlijke wijze was bestolen en maakte het zijn levensdoel om Samper tot in de eeuwen der eeuwen aan deze episode te blijven herinneren.

En dat deed hij ook de afgelopen week, toen hij werd uitgenodigd door de Commissie van de Waarheid, die in het kader van de vredesakkoorden met de guerrilla van de FARC een inventarisatie probeert te maken van wat er allemaal is gebeurd tijdens ‘het gewapende conflict’ in de laatste decennia. En Pastrana zou Pastrana niet zijn, als hij niet voor de zoveelste keer zijn oude 33-toeren plaat begon af te spelen. Dat hij zélf een fantastische president was geweest, die alleen Simon Bolívar boven zich hoeft te dulden, en dat alles wat er daarna fout ging in dit land te wijten was aan zijn kwaadaardige voorganger, de liberale president Samper, zijn favoriete schurk.

Had hij iets nieuws te vertellen, iets dat hij niet al honderd keer eerder had verteld? Gevreesd werd van niet. Maar toen toverde hij ineens een heel nieuw bewijs tevoorschijn. Een bewijs dat Sampers campagne was betaald door de broers Rodríguez Orejuela (oud nieuws), maar ook het bewijs dat Samper er wel degelijk van wist (nieuw nieuws), en dat het dus niet achter zijn rug om was gebeurd.

Zijn bewijs was een brief uit 1999 waarin de broers Gilberto en Miguel Rodríguez, op dat moment gedetineerd in La Picota-gevangenis in Bogotá, expliciet verklaarden dat ze Samper geld hadden gegeven voor zijn campagne en ook dat Samper er zelf van op de hoogte was. Waarom Pastrana pas nu met dit bewijs kwam, kon hij niet zeggen, maar in ieder geval was hij ervan overtuigd, dat hij nu toch het laatste woord had in zijn slepende ruzie met Samper. De geschiedenis zou hem nu wel gelijk móeten geven.

Maar dat viel tegen.

Want nog geen week later viel er weer een nieuwe brief in de bus. Deze keer afkomstig van… Gilberto en Miguel Rodríguez Orejuela zelf! De twee stokoude drugshandelaren slijten tegenwoordig hun laatste jaren in een streng bewaakte gevangenis in de Verenigde Staten, nadat ze door Pastrana’s opvolger Álvaro Uribe, in 2004/2005 aan de Amerikaanse justitie waren uitgeleverd.

Een goed geheugen had Gilberto Rodríguez altijd al gehad, vandaar ook dat een van zijn bijnamen in de onderwereld ‘De Schaakspeler’ was. En toen hij door een familielid in Colombia attent werd gemaakt op de brief van Pastrana, besloot hij meteen te reageren. Daarin vertelt hij dat toenmalig president Pastrana een leugenaar is en maar de halve waarheid vertelt. Dat hij de brief uit 1999 samen met zijn broer had geschreven, omdat Pastrana hen had gechanteeerd: als ze de beschuldiging tegen Samper niet op schrift zouden stellen, dan zou hij er persoonlijk voor zorgen dat ze naar de VS zouden worden uitgeleverd. En onder dat dreigement was dus die brief tot stand gekomen. Aldus de broers Rodríguez.

Die tweede brief, die ook breeduit in de media werd uitgemeten, had een verwoestend effect op Pastrana. Niet alleen werd hij van slachtoffer ineens de dader, ook brachten de Rodríguez in de brief nog een aantal corruptiezaken van de periode-Pastrana in diens herinnering en ook wezen ze er fijntjes op dat beide drugsondernemers, in hun decennialange loopbaan, elke vier jaar de politieke campagnes steunden, zowel van de Liberale als van de Converatieve Partij. En dat ze ook Pastrana zijn campagne in 1994, net als die van Samper, hadden gesteund met een donatie.

Meteen na de publicatie van de brief deed een senator van de Alianza Verde aangifte bij de Commissie van Beschuldiging van het Congres om de zaak te onderzoeken. Pastrana schoot in eigen voet. Weer zo’n geniaal plannetje met een averechts effect…

Gerelateerde berichten

De jungle in de Colombiaanse literatuur

De jungle in de Colombiaanse literatuur

Het is dit jaar precies honderd jaar geleden dat José Eustasio Rivera (1888 – 1928) La vorágine publiceerde, een roman waarin de Colombiaanse jungle de hoofdrol speelt en die tegenwoordig tot de canon van de Colombiaanse literatuur behoort. En dus ook verplichte lectuur op de middelbare scholen in Colombia en dat heeft het imago van de roman niet veel goed gedaan. La vorágine (vrij vertaald: De maalstroom) staat voor moeilijk, weinig toegankelijk proza, in ieder geval lectuur die een scholier niet voor z’n plezier leest.

Lees meer
Griselda Blanco, de Zwarte Weduwe

Griselda Blanco, de Zwarte Weduwe

Griselda Blanco (1943-2012) was een van de meest gewelddadige drugshandelaren in de Colombiaanse maffiageschiedenis. Ze had de naam een gewetenloze moordenaar te zijn en verschillende vendetta’s te hebben veroorzaakt, zowel in Colombia als in het Miami rond 1980, de jaren van Miami Vice. Ze werd omschreven als zeer bezitterig en extreem jaloers, op het randje van het abnormale. Ook zou ze honderden doden op haar geweten hebben, onder wie haar drie echtgenoten, vandaar haar bijnaam Zwarte Weduwe.

Lees meer

Blijf op de hoogte

Adverteren op onze website?

Dat kan! Tegen een scherp tarief plaatsen wij uw advertentie.

Ontvang onze nieuwsbrief

Schrijf u in en ontvang onze digitale nieuwsbrief met een overzicht van onze nieuwe artikelen.

Volg ons op social media

Wees als eerste op de hoogte van nieuwe artikelen en deel artikelen met uw netwerk.

Share This