José Crisanto Gómez, de hoofdpersoon uit de film Emanuel (zie column: Net als in de film), is in hoger beroep tot 33 jaar gevangenisstraf veroordeeld. Het Openbaar Ministerie en Clara Rojas hebben hun zin gekregen en de verzorger van Rojas’ baby moet voor bijna de rest van zijn leven naar de gevangenis. De rechter veroordeelde hem voor ontvoering en zegt dat hij lid was van de Farc.
Het is moeilijk te geloven dat deze rechter een Colombiaan is, want iedereen hier weet dat een arme boer in Guaviare of Caquetá weinig keuze heeft als hij in de invloedssfeer van de guerrilla leeft. En dat hij net als een arme drommel in een ander verlaten gebied van het land weinig heeft in te brengen tegen een paramilitaire groep die de lakens uitdeelt. Dat komt omdat de Colombiaanse staat al eeuwenlang haar taken heeft verzaakt en delen van het grondgebied aan geweldsgroepen heeft overgelaten.
En nu wordt in Havanna over vrede onderhandeld met de Farc, de ‘bazen’ van Crisanto Gómez, die de arme man dwongen voor het kind te zorgen, wat hij, zo goed en kwaad als het kon, ook deed. De commandanten van de Farc, ja die zijn écht verantwoordelijk voor de ontvoering van Rojas en haar baby, maar als de onderhandelingen straks succesvol worden besloten, zullen die er hoogstwaarschijnlijk zonder gevangenisstraf van af komen. Terwijl Crisanto voor de rest van zijn leven in een of andere (overbevolkte) gevangenis wegkwijnt.
Het geval van Crisanto staat niet op zichzelf. Het is normaal in Colombia dat de rechtspraak altijd gunstig uitpakt voor maffiosen en witteboordencriminelen, en heel slecht voor mensen die een relatief klein delict hebben gepleegd. Dat komt voor een belangrijk deel door het onvermogen van het Openbaar Ministerie. Dat is meestal niet in staat om een fatsoenlijk (technisch) onderzoek uit te voeren, waardoor het moet vertrouwen op getuigenverklaringen of afhankelijk is van de bekentenis van de beschuldigde.
Processen waar witteboordencriminelen in het spel zijn, leveren altijd milde straffen op: hoogstens een paar jaar cel, vaak nog uit te zitten in eigen huis, of in luxe semi-hotels. Zoals in het omvangrijke corruptieschandaal van Bogotá, waar aannemers en functionarissen van het bestuur van ex-burgemeester Samuel Moreno samen de staat voor miljarden hebben opgelicht, vooral door te sjoemelen met overheidscontracten en aanbestedingen. Omdat het OM niets weet te bewijzen, lukt het een rechter alleen maar om de verdachten veroordeeld te krijgen, als die zelf meewerken en anderen verklikken. Met als gevolg belachelijk lage straffen.
Een ander bekend geval is Sigifredo López. De man was zeven jaar lang door de Farc ontvoerd, maar werd na zijn bevrijding door het OM aangeklaagd omdat hij ervan werd beschuldigd een medeplichtige te zijn van de Farc. De bewijskracht was geheel gebaseerd op een paar getuigen, die in een ‘normaal’ land nog niet de eerste proef van betrouwbaarheid zouden weten te doorstaan. Maar het Colombiaanse OM slikte het allemaal en stond op het punt om de man, die zeven jaar ontberingen in het oerwoud had doorstaan, de gevangenis in te sturen.
Dat is de stand van zaken van de rechtspraak in Colombia. Zou het komen omdat al die rechtenstudenten, in plaats van te studeren voor officier van justitie, liever doorleren voor advocaat, om dan met allerlei juridische trucjes en vertragingstechnieken al die corrupte functionarissen, maffiosi en ander tuig uit de gevangenis te kunnen houden?