Afgelopen week was het eindelijk zo ver. Gustavo Petro, de omstreden burgemeester van Bogotá, moest het veld ruimen. Na wekenlang juridische touwtrekkerij moest hij afreden als gevolg van een disciplinaire sanctie van de procureur-generaal.
Petro is een ex-guerrillero en kreeg bekendheid toen hij als parlementariër het schandaal aan het licht bracht van politici die banden hadden met rechtse illegale paramilitairen. Met gevaar voor eigen leven onthulde hij dat talloze politici, vooral van de partij van toenmalig president Álvaro Uribe, in het parlement waren gekomen met steun van paramilitaire organisaties.
Toen de inwoners van de hoofdstad hem eind 2011 tot burgemeester kozen, werd daarom veel van hem verwacht. Maar al snel bleek dat hij niet voor bestuurder in de wieg was gelegd. De media werden steeds kritischer, Petro kon daar niet goed tegen en reageerde furieus en tactloos. Het resultaat was dat hij in de media geen goed meer kon doen en dat vrijwel alle klassieke mediakanalen voor hem dichtgingen.
En daarom moest Petro op zoek naar een andere manier om te communiceren met de burgers in Bogotá. Hij vond dat al snel in het nieuwe medium bij uitstek, de miniblog ofwel de Twitter-boodschap van 140 tekens. In de 809 dagen dat hij in totaal aan de macht was, verstuurde hij maar liefst 68.000 tweets, gemiddeld 84 tweets per dag!
Het sociale netwerk was de redding voor de man die bij weinigen nog enig goed kon doen. Daarom zette hij als het ware zijn werkbureau maar op straat. Petro slaagde er op die manier wel in -veel meer dan andere politici- om de burgers rechtstreeks te bereiken. En iedereen die hem een twitter-bericht stuurde, diende hij van repliek, zelfs diegenen die hem beledigingen en dreigementen naar het hoofd slingerden.
Een probleem van het twitteren is wel dat het een heel andere dynamiek heeft dan bijvoorbeeld een journalistiek interview. Je kunt geen tegenvragen stellen en ook is in een bestek van 140 tekens weinig ruimte voor een grondige analyse of van een afgewogen oordeel. Een tweet is een schreeuw in de ruimte, die een paar seconden blijft nagalmen, maar door de aard van het medium is er geen plaats voor context of duiding.
Vóór Petro pleit weer wel dat hij een authentieke twitteraar is en dat hij niet een stafmedewerker of een handig neefje inhuurt om zijn sociale netwerken te verzorgen, zoals veel andere ‘moderne’ politici doen. Maar, komt Petro door al dat hartstochtelijk twitteren, de hele dag lang, nog wel aan regeren toe? Daar had hij helemaal geen tijd voor, of misschien wist hij ook niet echt goed hoe dat moest, regeren en besturen. En dat is toch waar een bestuurder uiteindelijk op af wordt gerekend: de resultaten van zijn beleid.