Het gebeurt niet vaak dat je een interessante necrologie leest. Ik bedoel, eentje waarin de zojuist overleden persoon niet wordt overladen met complimenten en superlatieven en waarin de donkere kanten met een tapijt van vergetelheid worden bedekt. Deze week las ik er zo een in een Colombiaanse krant.
Juan David Ochoa, op 65-jarige leeftijd overleden, was de zoon van de eigenaar van restaurant Las Margaritas en broer van twee beroemde leden van het kartel van Medellín, Jorge Luis en Fabito Ochoa. Ondanks het feit dat hij de oudste was, bekleedde hij geen leidersrol in de wereld van de drugshandel. Volgens iemand die hem goed kende, was Juan David weliswaar een echte maffioos, maar heeft hij zelfs niet als smokkelaar zijn sporen verdiend. “Hij zou niet eens met een doos Marlboro-sigaretten door de douane weten te komen”, zei deze ‘vriend’ spottend. “In werkelijkheid blonk hij nooit ergens in uit”, staat er letterlijk in de necrologie.
Afgelopen week trof hem een hartaanval. En uiteindelijk vond hij de dood, niet als gevolg van de gevaarlijke wereld van de illegaliteit waarin hij zich jarenlang bewoog, maar door zijn vraatzucht. “Hij woog 116 kilo en twee weken geleden kreeg hij zijn eerste pre-infarct en werd er een bypass aangelegd. De dokter schreef hem een streng dieet voor, maar het lukte hem niet zich daaraan te houden. De laatste herinnering aan Juan David Ochoa is die van een man die in een bakkerszaak zit en zich, zonder haast, een hele middag volpropt met taartjes, zoete broodjes en gevulde aardappelen.”
Bekenden van de overledene zeggen dat Juan David Ochoa, van nature een “onbeschoft, ordinair en vulgair type” (ik citeer uit de necrologie), door de geboorte van zijn eerste kleinkind een vriendelijk en ongevaarlijk oudje is geworden. “Maar als zijn kleinzoon zelf bejaard is, zal misschien niemand zich die opa nog herinneren, en dat is ook maar het beste, voor allebei”, zo sluit de schrijver van de necrologie prachtig ironisch af.
Deze verrassende necrologie stond in de krant El Espectador, het oudste en meest kritische dagblad van Colombia. De krant stond aan het einde van de jaren tachtig op het punt te verdwijnen, toen ze doelwit werd van het narcoterrorisme van Pablo Escobar en zijn kartel van Medellín. Het gebouw van de redactie werd door een bom met de grond gelijk gemaakt en de directeur van de krant, Guillermo Cano, werd door huurmoordenaars van het kartel lafhartig vermoord. El Espectador was in die tijd het enige medium in Colombia dat er niet voor terugschrok om de maffia en de cultuur van de drugshandel zonder omwegen in haar pagina’s te onthullen en te bekritiseren. En daarvoor betaalde de krant een hoge tol.
Juan David Ochoa, die ogenschijnlijk goeiige opa, was lid van het kartel van Medellín, en betaalde nooit voor zijn zonden. Dat werd even rechtgezet in deze prachtige necrologie…