Er heerst optimisme in Colombia over het nieuwe vredesproces van de regering Santos met de linkse guerrillabeweging FARC. Toch vind ik dat de guerrilla van vandaag – een bende van drugshandelaren en ontvoerders – het eigenlijk niet verdient om te mogen ‘onderhandelen’ over de toekomst van de Colombiaanse maatschappij. Dat recht verwerf je niet automatisch omdat je al vijftig jaar dood en verderf zaait, zoals de ‘rebellen’ zelf schijnen te denken.
Nu er toch een reële mogelijkheid lijkt te zijn om vrede te sluiten, moest ik er ineens aan denken wat dat zou betekenen op een meer ‘persoonlijk’ niveau. Bijvoorbeeld, hoe zou het zijn als bepaalde commandanten van de FARC, massamoordenaars als alias Romaña, Grannobles of El Paisa in het kielzog van een eventueel vredesakkoord ineens vrije burgers zouden worden. Je zou toch behoorlijk schrikken als je een van die types, die bekend staan om hun oorlogsmisdaden, in een donkere steeg in Medellín of Bogotá tegen zou komen.
Ik moest natuurlijk ook denken aan onze Tanja, het beroemde Nederlandse guerrillameisje dat jarenlang in Nederland het nieuws over Colombia heeft bepaald. Jammer eigenlijk, want de manier waarop de Nederlandse media over Tanja hebben bericht, werd bepaald door oppervlakkigheid en sensatiezucht. Het meisje met de AK-47 in haar hand, haar avonturen in het oerwoud, haar relatie met de commandanten, de amoureuze affaires met medestrijders. In weinig media werd diep ingegaan op de achtergrond van de FARC en de manier waarop hun ‘revolutionaire’ project in de loop der jaren is verwaterd. Dat bijna de helft van de rekruten bestaat uit kinderen en adolescenten. Dat het leggen van mijnen een normaal onderdeel uitmaakt van hun manier van oorlog voeren. Dat ze met drugshandel en losgeld verkregen door ontvoering hun legers in stand houden.
Ik ben bang dat aan de onderhandelingstafel de slachtoffers vergeten zullen worden en er te snel zand zal worden gegooid over de misdaden die de guerrilla in al die jaren van ‘revolutionaire’ strijd heeft gepleegd. Een werkelijk vredesproces kan volgens mij nooit slagen zonder een minimumdosis van justitie en schadeloosstelling voor de slachtoffers, en zeker ook niet zonder eerst de waarheid van die oorlog boven tafel te krijgen – hoe moeilijk dat ongetwijfeld ook zal zijn.
En dat geldt ook voor ‘onze’ Tanja. Hoe zal zíj haar schuld die ze heeft uitstaan bij de Colombiaanse maatschappij betalen? De hoogste juridische instantie heeft nu al, vóór dat de onderhandelingen ook maar begonnen zijn, laten weten dat de guerrilleros niet op gevangenisstraf hoeven te rekenen.
Een echte nachtmerrie zou zijn als Tanja terug zou keren naar Nederland en alle media gaat voeden over de ‘pikante’ aspecten van haar avonturen in de Colombiaanse oerwouden. Het lijdt geen twijfel dat uitgevers in de rij zullen staan om haar levensverhaal te publiceren. Ik vrees echter dat ze in een dergelijk boek bepaalde ‘details’ liever uit de weg zal gaan en het niet zal hebben over het leggen van landmijnen, het gooien van bommen naar burgers, en andere ‘oorlogstactieken’ waarbij ze zelf direct betrokken is geweest. Als guerrillastrijders geen verantwoordelijkheid (hoeven) nemen voor de duistere kanten van de oorlog van de FARC, zou dat betekenen dat het vredesproces is mislukt.
Want wie niet van de fouten uit het verleden leert, zal ze ongetwijfeld opnieuw maken in de toekomst.