In de tijd van de Verlichting, in de achtiende eeuw, ontstond het geïdealiseerde beeld van de ‘bon sauvage’ ofwel de ‘edele of goede wilde’, met name in de filosofie van J.J. Rousseau. Het kwam er op neer dat beschaving en voortuitgangsgeloof niet altijd leiden tot geluk. Sterker nog, dat geluk en beschaving onverzoenbaar waren. Mensen die eenvoudig (en armoedig) leefden, zonder wetten, ambitie etc., leefden simpel maar gelukkig.
Ik heb nooit in dat concept geloofd (ben je per definitie ‘goed’ omdat je arm bent?), vooral sinds ik hier een finca, een boerderijtje op het platteland, bezit. Ik woon in Medellin en ben door de afstand alleen in de weekeinden op die finca. Door de week worden mijn zaken daar (koffie plukken, dieren verzorgen) waargenomen door een opzichter. In de zeven jaar dat ik de finca heb, heb ik al evenzoveel opzichters versleten en de ene is nog slechter dan de andere. Ik betaal ze een volledig loon, maar tijdens mijn afwezigheid gaan ze rustig werken op andere finca’s. Ze stelen, ze liegen en het gaat hen er alleen om zoveel mogelijk geld te slaan uit hun patrón.
De laatste opzichter maakte het nog wel het allerbontst. Twee weken geleden besloot ik mijn finca te verkopen. Ik kon de financiële lasten niet meer opbrengen en toen een buurman een redelijk bod deed, heb ik meteen toegehapt. Het contract met mijn opzichter zou echter pas een maand later aflopen en dus bood ik hem een bepaald geldbedrag aan om hem ‘schadeloos’ te stellen.
Maar hij rook geld. Dus begon hij een heel verhaal op te hangen dat hij de volgende koffieoogst zou missen (ik had hem een deel van de oogst beloofd) en dat ik hem die dus moest vergoeden. En dat terwijl ik zelf nooit van die oogst zou kunnen profiteren, aangezien ik de finca verkocht had. Die logica begreep, of beter gezegd, wilde de man niet begrijpen.
Uit ervaring weet ik inmiddels dat het weinig zin heeft om te proberen je van je goede kant te laten zien. Ik heb mijn opzichters vaak geld geleend (dat uiteraard nooit werd terugbetaald), koelkasten cadeau gedaan, meubels, huisraad, en weet ik allemaal wat, maar dergelijke filantropische acties worden nooit gewaardeerd. Ze worden alleen uitgelegd als een teken van zwakte van jouw kant en het is voor hen alleen maar een reden om hun eisen nog hoger op te schroeven.
Dat gebeurde dus ook met Honorio (wat zegt een naam?), mijn laatste opzichter, die ik al een koelkast had geschonken, een fornuis, en een flinke buidel met geld. Na ontvangst van dat geld vertrok hij onmiddelijk naar het dorp en zette het twee dagen lang op een zuipen. Ik neem dus aan dat hij al het geld er doorheen heeft gedraaid. Nu heb ik weinig zin meer om terug te keren naar de finca, want ik weet zeker dat hij me dan opnieuw zal aanklampen en om nog meer geld zal bedelen. In feite gaat het om regelrechte afpersing. Ik heb me voorgenomen er niet op in te gaan, met het risico dat de man een of andere louche semi-criminele advocaat inschakelt en me gaat aanklagen. Ik denk dat ik het risico maar neem…