Ook in Colombia is in het weekend van 13 mei Moederdag gevierd. Maar de aandacht gaat vooral uit naar de vraag: wat te doen om die feestdag in goede banen te leiden en het aantal slachtoffers te beperken? Want het weekend waarin Moederdag valt is traditioneel ook het meest gewelddadige van het jaar.
De burgemeester van Cali, Maurice Armitrage, besloot vrijdag de stad droog te leggen. Uitgerekend in het weekend van Moederdag, dat óók nog eens puente is, dat wil zeggen een lang weekend. Bij een puente wordt een doordeweekse christelijke feestdag als vrije maandag aan het weekend vastgeplakt. Van zaterdagochtend tot dinsdagochtend zal in de stad Ley Seca gelden, dat wil zeggen, dat er in die periode geen sterke drank mag worden verkocht in openbare gelegenheden.
Als reden voor die beslissing verklaarde burgemeester Armitrage dat “wij in Cali en in Colombia niet langer mogen accepteren dat Moederdag de gewelddadigste dag van het jaar is en we hopen met deze maatregel een goed voorbeeld te geven aan heel Colombia.”
De cijfers lijken Armitrage gelijk te geven. Volgens de cijfers van de politie van Cali waren er in de laatste zeven jaar gemiddeld 15 gewelddadige doden en 69 gewonden te betreuren, terwijl er 600 opstootjes plaatsvonden waarbij geweld te pas kwam. In alle gevallen was bij die ruzies en gevechten alcohol in het spel.
In het tweede weekend van mei bestaat er dus elk jaar een verhoogd risico, maar dit jaar nog méér dan anders, omdat er drie factoren samenkomen, die gezamenlijk een gevaarlijke mix vormen: de viering van Moederdag, het feit dat het een lang weekend is én het is nog eens quinzena, dat wil zeggen het moment waarop arbeiders en werknemers hun halfmaandelijkse salaris overgemaakt krijgen.
De drooglegging van Cali liet de burgers niet koud, en meteen nadat de maatregel bekend werd, gingen inwoners van de stad de straat op, sommigen om steun te betuigen, anderen om protest te laten horen. Albastella Barreto, sociaal leider uit een van de probleemwijken van Cali, steunde de maatregel en zei: “Wij zijn de moeders bij wie de mannen thuiskomen met hun dronkenschappen, die vaak treurig aflopen, soms zelfs met dodelijke slachtoffers. Wij zijn vóór het leven en tegen het risico van een zinloze dood.”
Tegelijk was er in het centrum van Cali ook een protestactie tegen de drooglegging, van de kaant van de uitbaters van horecagelegenheden, winkeliers, obers en taxichauffeurs, die spandoeken meedroegen waarop stond: ‘wij zijn arbeiders, geen criminelen’. De horeca vreest door de maatregelen vele honderden miljoenen peso’s aan inkomsten mis te lopen, uitgerekend in een weekend waarin ze verwachten juist hun kas te kunnen spekken.
Het voorbeeld van Cali heeft ondertussen al navolging gekregen in Barranquilla, de noordelijke havenstad, waar het gemeentebestuur de beslissing heeft genomen om de verkoop van sterke drank in het weekend aan banden te leggen door de openingstijden van horecagelegenheden te beperken. In Medellín worden naar verwacht 10.000 agenten ingezet om voor extra veiligheid te zorgen en te helpen voorkomen dat opstootjes uit de hand lopen.
De paradox van een Moederdagfeest met zoveel geweld is te verklaren uit twee erg diepliggende vaderlandse tradities: de gewoonte om het vieren van feesten gepaard te laten gaan met overdadig alcoholgebruik (een feest is pas een feest als er een fles aguardiente of rum op tafel staat) en de machocultuur waarbij de moeder als het ‘enige goede’ wordt aanbeden.
Die moederverering is vooral extreem bij pandillero’s (bendeleden) en sicario’s (huurmoordenaars) uit de probleemwijken, die er hun hand niet voor omdraaien om tientallen moorden te plegen, maar er ondertussen wel voor zorgen dat hun moeder niets te kort komt. Oud-burgemeester van Medellín, Alonso Salazar, citeert in zijn boek No nacimos pa’ semilla enkele uitspraken van deze jonge moordenaars over hun moeder:
“Het enige wat me pijn doet, als ik zal opstijgen van deze aarde, is om mijn moeder alleen achter te laten.” En: “Moeder is het meest heilige wat er maar is, want moeder is er maar een, en vader kan elke willekeurige hijueputa zijn.” En: “Ik hou veel van mijn moeder. Als je niet van je moeder houdt, van wie dan wel? Ik zeg je dit: de dag dat mijn moeder sterft, dan hoop ik dat het een natuurlijke dood moge zijn. Dat niemand haar iets zal aandoen. Want de dag dat mijn moeder vermoord zou worden, dan vermoord ik met mijn eigen handen de moordenaar, zijn directe familie en al zijn vrienden en alle verdere bloedverwanten.”