Er is nog hoop voor de democratie, zo lijkt het ineens, na de verkiezingsavond van 29 oktober. Die dag waren er in Colombia regionale verkiezingen en in de 1102 gemeenten van het land werd een nieuwe burgemeester gekozen. Belangrijke uitslagen waren er in de hoofdstad Bogotá en de tweede stad, Medellín.
In Bogotá won Carlos Fernando Galán van het Nieuw Liberalisme, een partij opgericht door zijn vader, Luís Carlos Galán, die in 1989 door de drugsmaffia werd vermoord, toen hij op het punt stond president te worden. Galán is een tegenstander van zittend president Gustavo Petro, wiens kandidaat op een teleurstellende derde plaats eindigde.
In Medellín was de klap voor Gustavo Petro nog groter. Federico Gutiérrez, een diehard tegenstander van Petro, won met maar liefst 73,43% van de stemmen van de kandidaat van de huidige burgemeester Daniel Quintero, die slechts 10,11 procent kreeg. Quintero noemt zich onafhankelijk en progressief maar is het geen van beide. Hij is wel een bondgenoot van president Petro, die een zwak lijkt te hebben voor opportunistische en corrupte politici.
De lokale krant in Medellín was erg tevreden over de uitslag. De kop op de dag na de verkiezingen was: ‘Hoop en liefde voor de stad zegevierden over corruptie en leugens.’ Het klinkt wat bombastisch, maar dat zou inderdaad de samenvatting kunnen zijn van de verkiezingen en de toekomstige wisseling van de wacht.
Daniel Quintero, een jonge en relatief onbekende politicus die zich profileerde als de antithesis van de rechtse ex-president Alvaro Uribe, werd vier jaar geleden tot burgemeester gekozen. Eenmaal aan de macht bleek al snel dat hij aan het hoofd stond van een criminele organisatie van beroepspolitici die kwamen om te roven en die hun overval vakkundig hadden voorbereid.
De vier jaar zijn voorbij en Quintero laat een stad in puin achter. Een maand vóór de verkiezingen nam hij vroegtijdig ontslag als burgemeester, niet omdat hij zich schaamde voor zijn werk, maar om openlijk campagne te gaan voeren voor zijn beoogde opvolger, een van de functionarissen van zijn regering. En uiteraard gebruik makend van de middelen van de gemeentebegroting, met andere woorden, met het geld van de belastingbetaler.
Geloofden de kiezers in de leugens op de sociale netwerken waar de burgemeester en zijn handlangers in uitblinken? Of zouden ze kiezen voor het beëindigen van de plunderingen waar elke burger dagelijks getuige van was geweest? Daar ging het de afgelopen dagen over. De verkiezingsuitslag was het antwoord.
Ongetwijfeld waren de inwoners van Medellín doodziek geworden van de manier waarop Quintero en handlangers campagne hadden gevoerd. Ze waren (uiteraard) erg actief geweest op de sociale netwerken, waar geen filters bestaan en waar valse berichten, dreigementen en leugens vrij kunnen worden verspreid. Het kopen van nepaccounts op Twitter om nepnieuws en leugens te vermenigvuldigen was één van hun trucs. Niet toevallig ook een van de favoriete methodes die Gustavo Petro als presidentskandidaat anderhalf jaar geleden op grote schaal had gebruikt.
Deze manier van politiek bedrijven is populair, overal in de wereld, en bepaalt steeds meer de uitslagen van verkiezingen, met de overwinning van Donald Trump als het beste voorbeeld hiervan.
Maar het resultaat van de lokale verkiezingen in Medellín toont aan dat opportunisten zonder scrupules die informatie op sociale netwerken manipuleren en geld uitgeven dat is gestolen van de burgers, niet altijd de verkiezingen winnen. Dit systeem lijkt toch niet helemaal waterdicht te zijn. Bedolven onder de dagelijkse lawine van nepnieuws en manipulatie zijn burgers kennelijk in staat om onderscheid te maken tussen wat goed is en wat niet goed is, wat waar is en wat niet waar is.
De nieuwe burgemeester heeft een immense taak: het verloren vertrouwen in de politiek herwinnen, functionarissen benoemen om hun capaciteiten en niet om hun politieke kleur, en om te beginnen aan de wederopbouw van de stad. De overdracht zal een moeilijk karwei worden. Talrijke ambtenaren hebben op de valreep ontslag genomen, niemand durft verantwoording af te leggen, de papierversnipperaar maakt overuren…
En de ex-burgemeester? Die heeft al aangekondigd dat hij kandidaat zal zijn voor de presidentsverkiezingen van 2026. President Petro, zijn socio, zal hem zeker een baantje toeschuiven in z’n regering, minister van Technologie of zoiets of ambassadeur in Venezuela of Nicaragua, ik noem maar wat. Dan kan hij in de luwte werken aan zijn electoraal bedrijfje en zijn methodes van manipulatie en corruptie nog meer verfijnen.
Zullen de kiezers in 2026 er opnieuw intrappen? Hoe hufterproof zijn die verkiezingen? Een nieuwe test voor de wankele democratie.