In Colombia overtreft de realiteit dikwijls de fictie. Deze bekende uitspraak van de schrijver Gabriel García Márquez wordt vaak aangehaald als er weer eens een merkwaardig nieuwsfeit is. Eentje die alle fantasie of voorstellingsvermogen overtreft. Vorige week maakte de politie het resultaat bekend van het onderzoek naar een mysterieuze moord.
Een jaar geleden werd het land opgeschrikt door het nieuws dat in Bogotá twee priesters op gruwelijke wijze waren vermoord. Beiden werkten in een parochie in een van de arme wijken van de stad, waar de parochianen woorden te kort kwamen om lof te zingen over de mannen. De afkeer van de moord in Colombia, waar priesters vaak nog op handen worden gedragen, was algemeen en radicaal.
Toch was er iets raars aan de hand met de moord. Al snel bleek dat het geen roofmoord was, want er was niets van waarde meegenomen. Ook was er geen gevecht of verzet aan voorafgegaan: het leek erop dat de twee priesters vlak voor de moord in gebed verzonken waren geweest. Het was weliswaar duidelijk een executie, maar de vraag die de politie te beantwoorden had, was: wat was het motief?
Uit het onderzoek bleek al snel dat Richard Píffano (37) en Rafael Reátiga (36) jarenlang bevriend waren geweest en elkaar sinds hun priesterwijding nooit uit het oog hadden verloren. Een ander opvallend feit was dat de twee er, voor priesters, een wat ongewone levensstijl op na hielden: ze hielden van kroegen, uitgaan, sterke drank. Vooral Rafael Reátiga koos regelmatig voor de zeer mondaine wereld van de gay-bars van Chapinero, in plaats van zich te wijden aan meer spirituele zaken. De twee hielden er een homoseksuele relatie op na, zo durfden enkele parochianen toe te geven.
In 2010 kreeg Reátiga te horen dat hij aids had en zijn gezondheidstoestand ging hard achteruit. Tijdens de mis vroeg hij zijn parochianen voor hem te bidden. Tegen een familielid liet hij zich ontvallen dat hij “het liefst door een kogel zou willen sterven, want dat is een mooie dood”.
De twee geliefden reden in hun auto naar de Cañon del Chicamocha, een prachtige vallei in de oostelijke Andes. Daar wilden ze een einde aan hun leven maken door zich gezamenlijk in de afgrond te storten. Vlak ervoor hadden ze al hun bezittingen overgezet op naam van familieleden. Met hun zelfgekozen dood hoopten ze dat hun geheim niet ontdekt zou worden en dat hun families de grote schande van hun verborgen dubbelleven bespaard zou blijven. Maar de voorgenomen zelfmoord mislukte.
Toen besloten ze via een contactpersoon een sicario, huurmoordenaar, in de arm te nemen, die ze de vreemde opdracht gaven hen zélf om het leven te brengen. Daarvoor betaalden ze vijftien miljoen pesos (ongeveer acht duizend euro).
Op 26 februari 2011 annuleerden Rafael Reátiga en Richard Píffano beiden de heilige mis van die dag, zegden alle verdere verplichtingen af, en brachten samen de dag door. Rond zeven uur ’s avonds pikten ze de sicario op, die op de achterbank van hun auto plaatsnam. Niet veel later werd de auto gevonden, met de twee priesters erin, beiden met een aantal kogels in hun hoofd.
Geen enkele van de beroemde detectives die dagelijks op tv de meest ingewikkelde raadsels ontcijferen, zal deze moord hebben opgelost, eenvoudigweg omdat een dergelijk scenario nooit in hun hoofd op zou komen. Alle lof dus voor de -natuurlijk Colombiaanse!- detective die het wel lukte en die er kennelijk wél rekening mee hield dat soms de realiteit de fictie ovetreft…