Terwijl de meeste journalisten ervoor kiezen om netjes thuis in quarantaine te blijven en het nieuws de wereld in te zenden vanuit de eigen huiskamer, trekt de redactie van Universo Centro erop uit om met eigen ogen te ontdekken hoe die ‘andere’ stad de gevolgen van de pandemie beleeft. Om te zien waar de stadsnomaden naartoe gaan, om beschutting te zoeken tegen het rondwarende virus en waar de sjacheraars, de daklozen en oudrommel-ophalers zich opsluiten in de donkere dagen van de quarantaine.
Onder de viaducten van metrostation Prado in Medellín is een bewoond eiland ontstaan, een kampeerplek waar verslaafden, kruimeldieven en daklozen een tijdelijke plek hebben gevonden. Het is er drukker dan normaal, want er zijn nogal wat daklozen bijgekomen omdat veel inquilinatos hun deuren sluiten: de sjofele hotels met tientallen kleine kamers die gehuurd kunnen worden, voor een paar peso’s per nacht.
Sandra, een van de daklozen op het eiland, vertelt haar verhaal aan Universo Centro: ze is Venezolaanse en in hotel El Rojo hebben ze de dag ervoor alle Venezolanen op straat gezet, want het hotel is opgedoekt. Ergens anders kan ze niet naar toe – familie en vrienden willen haar liever niet in huis, want ze kan ‘het virus’ bij zich hebben.
Reporters Pascual Gaviria en Alfonso Buitrago en fotograaf Juan Fernando Ospina maken dagelijks voor Universo Centro een korte reportage over de bewoners van de weinig toegankelijke wijken en plekken van de stad en publiceren hun verhalen op de website van het maandblad en op de twitter-account van journalist en radiomaker Pascual Gaviria.
In de marginale wijken van Medellín zijn de dagen eigenlijk hetzelfde als toen het coronavirus nog niet koning was. Want hier reikt de lange arm van de politieagent niet, hier wordt niet gecontroleerd op de naleving van de quarantaineregels – dit zijn de onafhankelijke republiekjes van de stad. Het zijn het ‘de jongens’ van de combos die bepalen dat de stad weer open is en de straat weer van de mensen is. De algehele opsluiting was in deze wijken van de stad, gewend om hun eigen plan te trekken, nooit een succes. Er moet geld verdiend worden en opgesloten zitten in een ruimte van vijf bij vijf meter, met een hoop mensen ook nog, verveelt heel snel.
De combos en hun leiders, de zware jongens van de wijk, begrijpen dat het tijd is om te gaan werken. In deze tijden van sociale nood en economische rampspoed voelen ze zich extra ‘verantwoordelijk’ en nemen hun rol als autoriteit bloedserieus. Als geen ander kennen ze de noden van ‘hun’ wijken, ze weten hoe ze de hulp voor elkaar moet krijgen die de lokale regering heeft beloofd, ze ‘organiseren’ de distributie van de officiële hulppakketten die ter beschikking worden gesteld voor de armste bevolking. Ze winnen aan macht en aan legitimiteit.
Vandaar de hulp die ze bieden bij het overleven van de pandemie-crisis, ze beloven karweitjes of werk aan de zonen en dochters voor de volgende week. De banken weigeren geld te lenen, maar de gebruikelijke gota-a-gota geldschieters hebben een speciaal tarief voor deze crisisdagen en lenen aan elke wanhopige die geld nodig heeft. Het moet wel terugbetaald worden natuurlijk, dat wel, en lukt dat niet, dan betaal je terug met je winkel of restaurant of andere zaak, of met je leven…
In de wijk Belén Zafra vond de overdracht van de hulppakketten van de regering plaats met behulp van een leider van de bende Los Pajaros. In de Comuna 13 klaagden sommigen dat ze hun doos met voedsel kregen aangeboden uit handen van de bende La Agonia.
Wat gebeurt er met de jongeren van 14 tot 16 jaar die al bijna twee maanden zonder school zitten? Het recluteren van nieuwe leden voor de combos wordt alleen maar eenvoudiger en de illegale macht in de wijken heeft er door de crisis nieuwe erkenning bij gekregen. De officiële staat stond altijd al bekend om zijn traagheid en gebrek aan efficiency – door moedwil of door simpele inertie – maar de jongens van de combos zijn er snel bij om een handje toe te steken.
Bescherming tegen het virus, dat is te veel gevraagd, maar de garantie om te eten: dat is wat de bazen van de wijk de bewoners van de wijken garanderen. De burgemeester van Palermo in Sicilië kent de risico’s als de staat een stapje opzij doet: “Als je ziek bent en de dokter komt niet, dan ga je uiteindelijk naar de kwakzalver. We moeten voorkomen dat die valse artsen aan de deur bellen. De maffiosen voeden de sociale wanhoop om de nieuwe armen te veranderen in drugskoeriers, slaven. Het enige alternatief voor het maffiose geld is publieke investeringen…”
Foto’s van Juan Fernando Ospina