De kerk was heel matig bezet. Alleen op de voorste vier banken aan weerszijden van het gangpad zaten bezoekers, bijna allemaal directe familieleden van de overledene. Alles bij elkaar misschien zo’n vijftig personen. Ikzelf was aanwezig omdat de overledene de vader van een oud-collega was. De priester kwam snel ter zake. En na een lied van een jongeman met een synthesizer en een korte begroeting, draaide hij een draaiboek af dat hij die dag nog vaak zou herhalen.
Bij de ingang van de kerk had ik gezien dat er die ochtend maar liefst drie uitvaarten in diezelfde kerk zouden worden gehouden. De eerste, die van ons, was om 10 uur begonnen. Toen begreep ik ook waarom de priester geen tijd wilde verliezen en er vanaf het begin de vaart in had gezet. De geldschaal kwam al na vijf minuten tevoorschijn – die had ik eigenlijk zo halverwege de mis verwacht – en de mis was voorbij voordat we amen konden zeggen. Ook maakte de priester in een kort intermezzo nog gebruik van de aangeboden ruimte om wat reclame te maken voor een crematie-aanbieder uit de buurt, die hij de aanwezigen in de kerk van harte kon aanbevelen. De goede doelgroep had hij in ieder geval te pakken, zoveel is zeker.
We liepen door het gangpad van de kerk naar de uitgang, achter de kist aan, en buiten gekomen zagen we dat de lijkwagen die ‘onze’ kist zou meenemen, hinderlijk de weg versperde van een andere rouwauto die al een tijdje ongeduldig had staan wachten. Die nabestaanden hadden namelijk hun uitvaart om half elf gepland, dus wij zaten een beetje in de weg. Een ware filevorming bij de ingang van de kerk. Als het niet zo’n triest moment was geweest, hadden ik en andere oud-collega’s er ongetwijfeld een tijdje smakelijk om gelachen. Het was in ieder geval erg dringen die ochtend bij de kerk Jesús de Nazareno om begraven te worden en in de heerlijkheid van het hiernamaals opgenomen te worden.
Het gevolg was ook dat ik ruimschoots voor elven alweer op weg was naar huis, wat vroeger was dan ik had gepland en daarom besloot ik een stukje om te lopen op mijn weg naar het metrostation. Het viel met meteen op dat in de straat maar liefst twee uitvaartbedrijven naast elkaar stonden, maar toen ik verder liep, zag ik er nog één, en nog één, sterker nog, in dezelfde straat waren wel meer dan tien uitvaarbedrijven gevestigd! Soms afgewisseld met winkels waar grafkransen en speciale bloemboeketten konden worden besteld en ik zag op een van de gevels ook een bord, waar crematies werden aangeboden. Dat was natuurlijk het bedrijf waar de priester het in de kerk over had gehad.
Ik weet al langer dat het in Colombia heel gebruikelijk is dat winkels of bedrijven die in dezelfde branche werkzaam zijn, bij elkaar kruipen in dezelfde buurt. Ik woon zelf vlak bij een straat waar tientallen zaakjes zijn waar onderdelen van motorfietsen worden verkocht en daar vlakbij is een heel blok van straten waar autogarages, werkplaatsen en bandrepareerdiensten bij elkaar zitten.
Achteraf vroeg ik me af hoe het zou zijn om in die straat te wonen, de straat van de dood. Natuurlijk, het is goed om af en toe herinnerd te worden aan de tijdelijkheid van het bestaan en aan de wetenschap dat ieder mens op z’n tijd weer tot stof zal vergaan. Maar of het nou zo goed is, voor de geestelijke gezondheid, om daar op alle momenten van de dag aan herinnerd te worden, waag ik te betwijfelen.