De Colombiaanse regering slaagde erin een akkoord te sluiten met een bijzonder gewelddadige guerrillagroep die al meer dan vijftig jaar actief was en zorgde ervoor dat die de wapens neerlegde: de FARC. Volgens de Verenigde Naties heeft dit vredesakkoord het land nu al 2.500 dodelijke slachtoffers bespaard. Tegelijk zakt de man die dat mogelijk maakte, president en Nobelprijswinnaar Juan Manuel Santos, naar 14 procent bij een van de laatste populariteitspolls.
Waar het vredesakkoord internationaal veel lof oogst en wordt gezien als een van de weinig lichtpuntjes in het conflictieve tijdsgewricht waarin we leven, weet ‘de vrede van Santos’ in Colombia maar bar weinig enthousiasme op te roepen. Bijna iedereen wil zwaardere straffen voor de guerrillero’s en gruwelt van het idee de commandanten straks in de politiek actief te zien. Een meerderheid wil het liefst het vredesakkoord “aan stukken scheuren”, zoals een van de aanhangers van ex-president Uribe onlangs voorstelde.
Gebeten hond
Meer dan de helft van de bevolking gelooft zelfs dat Colombia op weg is om een tweede Venezuela te worden, een schrikbeeld dat de politieke tegenstanders van ex-president Uribe gebruiken om het akkoord tussen Santos en de Farc te bekritiseren dat, zoals iedereen weet, mede mogelijk werd gemaakt door de steun van de voormalige Venezolaanse president Hugo Chávez.
Verzoening tussen voor- en tegenstanders van het akkoord is ver te zoeken en de politieke polarisatie neemt ongekende vormen aan. Ondertussen worden familieleden van guerrillero’s en sociale leiders vermoord en wordt het klimaat verhit door de presidentsverkiezingen van 2018, waar de kandidaat die bereid is het hardste standpunt tegen de (goeddeels ontwapende) guerrilla in te nemen, de grootste kans maakt. Kandidaten die het vredesakkoord verdedigen, zijn vrijwel kansloos. Wraak is het wachtwoord. President Santos is de gebeten hond.
Eieren in dezelfde mand
Het vreemde is ook dat Santos steun verliest in alle sociale klassen, in alle leeftijdsgroepen en in alle regio’s van het land, zonder enige uitzondering. Het bekritiseerde vredesakkoord is een reden, de economische situatie van het gros van de bevolking is een andere. Omdat de inkomsten van de olieverkoop flink zijn teruggelopen, zag de regering zich gedwongen om de btw flink te verhogen, wat gezien het niveau van de inflatie, meteen tot een reële koopkrachtdaling leidde, vooral onder de lagere-inkomensgroepen.
Het gevolg laat zich raden. De minderbedeelden in het land zijn volkomen wanhopig omdat ze vijf jaar lang elke dag over dat vermaledijde vredesakkoord met de Farc moesten horen, terwijl de president hún problemen niet oploste en hun situatie alleen maar verslechterde. De hogere lagen van de bevolking vonden het vredesakkoord maar niks omdat dit een hoge mate van straffeloosheid voor de guerrilla inhield, terwijl de rechtszekerheid van anderen (militairen, ondernemers) bij de speciale rechtbank die zal worden opgericht, volgens hen niet gewaarborgd is.
Volgens journalist en columnist Maria Isabel Rueda heeft de Colombiaanse president twee grote fouten gemaakt. “De belangrijkste (…) is dat hij al zijn eieren in dezelfde mand heeft gelegd: die van het vredesproces, dat hoe dan ook slecht zal aflopen. Waarom? Omdat in die mand alle dingen zijn gestopt die niet functioneren in ons land, zoals de landbouw, de rechtspraak, de veiligheid. Het algemene gevoel is dat de onderhandelingen met de guerrilla slecht zijn gevoerd, op een nonchalante, rommelige manier en dat er veel te veel concessies aan de Farc zijn gedaan, terwijl de retributie, wat het allemaal oplevert, nog nauwelijks tastbaar of zichtbaar is.”
Apologeten
De vraag of Rueda gelijk heeft, is niet eens aan de orde. Want zoals iedereen ondertussen weet, gaat het er in de politiek al lang niet meer om wie de waarheid achter zich heeft, maar wie het beste een populaire versie van ‘de waarheid’ verkoopt, eentje die het beste ligt bij de man in de straat of bij de jongere met zijn smartphone.
De daden van de paramilitairen bijvoorbeeld konden altijd op veel begrip rekenen, al waren ze met hun massamoorden verantwoordelijk voor duizenden doden op het platteland. Het vredesproces van voormalig president Uribe met die paraco’s leverde ook een vrijwel totale straffeloosheid op, maar dat vonden maar weinig mensen een probleem. Hun apologeten slaagden erin het verhaal te verkopen dat die paraco-groepen een noodzakelijk kwaad waren en goed werk verrichtten door de gruwelijkheden van de guerrilla te bestrijden – al was dat maar een gedeelte van de waarheid.
Schietgebedje
Het ‘verhaal’ of discours van de guerrilla is veel moeilijker te verkopen en niet alleen omdat ze decennia allerlei vormen van misdaad hebben gepleegd, die breed zijn uitgemeten en in het bewustzijn van de bevolking staan gegrift. Want ze hebben ook nog eens de pech dat zij, in tegenstelling tot de paraco’s, vrijwel niemand hebben die ze in het debat verdedigt of hun misdaden in een historisch perspectief plaatst.
Het verhaal van verzoening & vrede dat de Farc-commandanten nu prediken, is niet populair in het huidige tijdsgewricht en moet het afleggen tegen de gevoelens van wraak en ressentiment die leven onder de bevolking. Vooral als dergelijke gevoelens worden aangewakkerd door succesvolle demagogen als ex-president Uribe, die van de strijd tegen het vredesakkoord zijn stokpaardje heeft gemaakt.
De bondgenoten van president Santos haken een voor een af, en bij het naderen van de verkiezingen van 2018, willen steeds minder politici, opportunistisch van aard als ze zijn, het vredesakkoord verdedigen. Zijn vicepresident is opgestapt en is al hard op weg naar de oppositie. Want hij weet, net als iedereen, dat het vredesakkoord niet verkoopt. Wat wél verkoopt is het provocerende discours over de straffeloosheid van de guerrilla en de verongelijktheid over de door de regering gemaakte concessies. De president die in 2018 wordt gekozen zal ongetwijfeld een voorstander van de harde lijn zijn en de (inmiddels ontwapende) guerrillero’s van de Farc kunnen beter alvast een schietgebedje opzeggen…