Efrén López is een man van 58 jaar, getrouwd en vader van vier kinderen. Drie van hen werken bij hem in Ambientes Maderables, een coöperatief timmerbedrijf in Manrique, in het noordoosten van Medellín. Het is een van de wijken waar huurmoordenaarbendes tot voor kort het leven van de inwoners bepaalden. López herinnert zich deze periode nog goed.
“In de jaren tachtig was deze wijk onleefbaar. Ik was timmerman en verkocht voor meer dan dertig miljoen pesos aan de mensen in de buurt, allemaal op krediet natuurlijk. Toen begonnen de bendeoorlogen en het duurde jaren voordat je weer normaal over straat kon. Al die tijd kon ik niet naar mijn klanten om schulden te innen. Stel je voor, al dat geld heb ik verloren, dertig miljoen pesos.”
Maar goed, López was in zijn jeugd zelf ook geen voorbeeld van goed gedrag. “Net als de meeste jongens in mijn buurt begon ik drugs te verkopen voor de organisatie van Pablo Escobar. En natuurlijk, toen gebeurde wat moest gebeuren. Een van die zware jongens besloot tot ‘een grote schoonmaak’. Twintig jongens, kleine dealers zoals ik, werden in een keer koud gemaakt. Ik heb geen idee hoe ik het heb overleefd. Ik werd wakker in het ziekenhuis, met geweerschoten in mijn lijf. Ze vertelden me dat ik zestien dagen in coma had gelegen. Ik kan me er niets van herinneren.”
Toen besloot López te veranderen en begon een timmerbedrijfje. “In het begin was dat moeilijk en deed je niet anders dan overleven. Echt geld verdiende je niet. Pas de laatste jaren, door het gemeenteprogramma kon ik een coöperatie oprichten en kreeg ik financiële en professionele ondersteuning. Toen is mijn timmerbedrijf echt gaan lopen.”
Maar het gaat López niet om het geld. “Dan zou ik wel doorgegaan zijn met mijn oude handel als dealer: toen had ik geld genoeg. Het enige waar het me nu om gaat, is om jongens hier uit de wijk een kans te geven. Vooral als ze net uit de gevangenis komen, en willen werken. Ik heb geen idee hoeveel jongens hier de laatste jaren in mijn werkplaats hebben gewerkt.”
“Ik zeg eerlijk: het is niet mijn taak om die jongens van hun verslaving af te helpen. Het enige wat ik ze zeg is: wat wil je? Studie of werk? Of allebei? En dan stuur ik ze naar een cursus en ik geef ze werk hier in de werkplaats. Ik betaal ze het minimumloon, en ze beginnen te werken. Maar als ze stelen, dan is het meteen afgelopen. Ik maak ze meteen verantwoordelijk voor alles wat er is. Daarom wordt hier ook niets gestolen, iedereen zorgt ervoor dat er niets verdwijnt. Ik zweer je, je kunt hier rustig je computer achterlaten, iedereen past op.”
López geeft nog een voorbeeld. “Een tijdje geleden kwam er een jongen naar me toe. Hij was net uit de gevangenis. Hij zei: ‘Efrén, ik wil veranderen. Ik heb een vrouw leren kennen, ik wil meedoen met het programma.’ Na vijftien dagen geef ik hem zijn eerste loon. Hij moest bijna huilen, ik zweer het je. Hij zei: ‘ik heb zoveel geld gezien in mijn leven, maar het is de eerste keer dat ik me goed voel met het geld, en weet je wat? Van dat geld heb ik de eerste spullen voor onze baby gekocht.’
Daarom zeg ik tegen iedereen: man, je moet niet met je maag denken, maar met je hoofd.”