Het is dit jaar precies honderd jaar geleden dat José Eustasio Rivera (1888 – 1928) La vorágine publiceerde, een roman waarin de Colombiaanse jungle de hoofdrol speelt en die tegenwoordig tot de canon van de Colombiaanse literatuur behoort. En dus ook verplichte lectuur op de middelbare scholen in Colombia en dat heeft het imago van de roman niet veel goed gedaan. La vorágine (vrij vertaald: De maalstroom) staat voor moeilijk, weinig toegankelijk proza, in ieder geval lectuur die een scholier niet voor z’n plezier leest.
Ter gelegenheid van de honderdste verjaardag van de publicatie van het boek heeft het Colombiaanse ministerie van Cultuur 2024 uitgeroepen tot ‘het jaar van La vorágine’. Er worden het hele jaar door activiteiten georganiseerd rondom het boek van Rivera en over de onderwerpen die in het boek aan bod komen, zoals de wrede geschiedenis van de rubberexploitatie in de oerwouden van de Orinoquía (Llanos Orientales) en de Amazone – een vorm van plundering en slavernij waarbij naar schatting 60.000 inheemsen om het leven kwamen.
La vorágine is de eerste roman van sociale aanklacht in de Colombiaanse literatuur, de Colombiaanse Max Havelaar zeg maar. Belangrijkste doel van de schrijver was de uitbuiting en ellende aan de kaak te stellen waaraan de rubbertappers op de plantages werden onderworpen. Pluspunt is dat de beschrijving van het oerwoud is gebaseerd op de eigen ervaringen van de auteur: Rivera maakte deel uit van een overheidscommissie die was belast met de afbakening van de grenzen van Colombia met Brazilië, Venezuela en Peru.
In de roman komen grote thema’s aan bod, zoals het onvermogen van de Colombiaanse staat om haar autoriteit over het hele grondgebied te laten gelden (nog steeds actueel) en de verwoestende invloed van het ongeremde kapitalisme op de natuur en op de mensen die er wonen (in zekere zin ook nog steeds actueel).
Het verhaal van La vorágine wordt niet lineair verteld, maar met verschillende stemmen en is ook allesbehalve chronologisch. Geen simpele kost dus. De narratieve structuur heeft ook wel wat weg van mythologische verhalen als de Odyssee van Homerus: de held gaat op reis door een vijandige en labyrintische wereld, beleeft allerlei meer of minder louterende avonturen die zijn kijk op het leven drastisch veranderen. In La vorágine reist de verteller naar de ‘groene hel’ van de jungle om daar zijn geliefde te zoeken.
Het plot is pure telenovela. Alicia, een meisje uit een rijke familie, moet van haar vader trouwen met een rijke landeigenaar. Maar ze wordt verliefd op Arturo Cova, een arme dichter. Door tussenkomst van Alicia’s geplande echtgenoot wordt Cova tot een gevangenisstraf veroordeeld. Cova en Alicia besluiten Bogotá in te ruilen voor Casanare, het dunbevolkte departement aan de rand van de Colombiaanse natie. Ze komen op een hacienda terecht, waar ze bevriend raken met Fidel Franco en zijn vrouw Griselda.
Alicia en Griselda worden ontvoerd door de bandiet Barrera, die betrokken is bij de exploitatie van de rubber in het oerwoud. Cova en Franco zetten de achtervolging in. Zo begint voor hen de helse tocht door het Amazoneregenwoud, vooral als ze terecht komen in de beruchte rubberplantages. Uiteindelijk vinden ze Barrera en vermoorden hem. Alice is zwanger van Cova, ze krijgt een zoontje en met z’n drieën trekken ze verder de jungle in. In de epiloog staat een fragment uit een brief die de consul van Manaus aan de Colombiaanse minister stuurt: “Geen spoor van hen. Ze zijn verslonden door de jungle!”
Volgens de filosoof Rafael Gutiérrez Girardot is Rivera’s werk nihilistisch: “de jungle is het theater waarin goddeloze individuen nadenken over de ruwe ontwikkeling van hun bestaan.” De eerste zin van het boek zet de toon. “Ik heb mijn hart ingezet op het toeval en het geweld heeft gewonnen”, zegt Cova, die aankondigt dat wat de lezer op de volgende pagina’s zal vinden, de getuigenis is van een zinloos leven dat wordt verpletterd door de leegte en eenzaamheid van het jungle-groen.
Maar het verhaal heeft dus ook een belangrijke sociale component. Wat Cova vertelt, is vergelijkbaar met wat altijd gebeurt in gebieden waar de wet van de sterkste, de machtigste, de rijkste geldt. Gebieden ook die worden uitgebuit, ongeacht de sociaalecologische rampen die dit met zich meebrengt. Een wild kapitalisme waar alleen succes en fortuin tellen, ongeacht de middelen om ze te bereiken. De rubberbonanza kreeg later in de eeuw een vervolg met de marimbera-bonanza (marihuana), met de olie-bonanza, met de mijnbouw. De rijkdom van sommigen die ten koste gaat van de armoede van anderen…
De flora en fauna van La Vorágine missen de romantiek van de hedendaagse ‘terug naar de natuur’-beweging, waarbij de mens zich wil terugtrekken en ontsnappen aan de dagelijkse ratrace. De jungle van Rivera is niet een plaats waar de radelozen naartoe vluchten om hun verdriet te verlichten – de jungle verslindt ze alleen maar.
La vorágine blijft overeind staan als verhaal, terwijl zijn thema’s nog altijd akelig actueel zijn en een conclusie zou kunnen zijn: La vorágine 1924-2024 – Honderd jaar duisternis.
test