Een mangoboom in een strookje bos naast de snelweg is veranderd in een boomhut. Ik woon in de buurt en loop er elke middag langs als ik onze hond uitlaat. Eerst lagen er twee planken op twee dikke takken. De dag erna lag er een koffer op. En weer een dag later zat er een man op een plank naast. Hij leek het goed naar z’n zin te hebben, want in het vervolg zag ik hem bijna elke middag in z’n boomhut zitten.
Ik brandde van nieuwsgierigheid om zijn verhaal te horen. Uiteindelijk liep ik naar de boom toe en vroeg hem waarom hij in die boom zat. Zijn antwoord verbaasde me. Om rustig te kunnen lezen en omdat het een van de weinig plaatsen was waar niemand hem lastig viel. De boomhut ligt midden in een dicht bevolkte wijk, met veel flats, en om de veiligheid van de buurt te garanderen lopen er ook veel straatbeveiligers rond: mannen in een uniform, bewapend met een wapenstok die potentiële dieven moeten afschrikken. En juist die bewakers hebben het niet op zwervers, zo begrijp ik uit zijn woorden.
De boom-man ziet er inderdaad uit zoals je je een zwerver voorstelt en zoals ik ze ook vaak in de straten van Medellín zie rondlopen. Een warrige bos met lange zwarte haren en een volle baard. Aan zijn lijf een gerafelde zwarte broek en een heel oud donkerkleurig T-shirt met gaten.
Een paar dagen geleden zag ik de boom-man ineens met een oude strijkplank lopen. Ik volgde hem tot hij bij zijn boom was gekomen. Ik zag dat hij de strijkplank met een touw naar boven wilde takelen. Weer kon ik mijn nieuwsgierigheid niet bedwingen en vroeg hem waar hij die strijkplank voor ging gebruiken. Was het om een tweede verdieping aan zijn woning toe te voegen? Nee, de strijkplank was om op te schrijven en z’n boeken op te leggen. We hadden een interessant onderwerp te pakken. Ik vroeg hem wat hij zoal las. Daarop volgde een hele rij namen van klassiekers uit de Spaanstalige wereld: van Gabriel García Márquez, Jorge Isaacs, Fernando Vallejo tot Mario Vargas Llosa. Hij noemde ook nog titels van de boeken die hij pas had gelezen. Ik zei helemaal niet dat het me verbaasde dat een zwerver wereldliteratuur las, maar toch zei hij ongevraagd en ter verdediging dat hij wel degelijk zijn middelbareschooldiploma had gehaald.
Waar haalde hij zijn boeken vandaag? Daarvoor ging hij altijd naar La Bastilla, de straat in het centrum van Medellín, waar je goedkoop tweedehands boeken kunt kopen of de goedkope piratenversie van bestsellers. En als hij ze uitgelezen had, dan bracht hij de boeken weer terug en ruilde hij ze in voor nieuwe boeken. Ik vond het een geweldige vondst! Hij had als zwerver geen ruimte om z’n boeken te bewaren en dus bracht hij ze na lezing gewoon weer terug naar de winkel en ruilde ze in voor nieuw leesvoer.
Ik wilde niet te lang inbreuk maken op zijn gastvrijheid en wilde na het korte gesprek weer teruglopen naar mijn eigen woning, een appartement zo’n tweehonderd meter verderop. Ik had me al omgedraaid, toen hij me nariep: “Wilt u alstublieft geen reclame gaan maken?” Ik was nogal verbaasd over de vraag en hoewel ik wel aanvoelde in welke richting zijn verzoek ging, vroeg ik hem toch wat hij precies bedoelde. Of ik niemand wilde vertellen over zijn boomhut. Want dan zouden misschien ‘anderen’ (buitenlanders?, journalisten?) op het idee komen om hem te komen bezoeken en dan zou het gedaan zijn met zijn rust. Dat beloofde ik hem uiteraard.
Dus, beste boom-man, sorry dat ik mijn belofte heb verbroken.