Bij alle polemiek en polarisatie over het referendum van 2 oktober aanstaande zou je bijna vergeten dat er ook nog een akkoord is en dat het de bedoeling is dat dáár over wordt gestemd. Probleem is dat de randzaken veel meer aandacht krijgen en ook van grotere invloed zullen zijn op het uiteindelijke resultaat, maar dat heb je nogal snel met dit soort referenda (zie Brexit). En maar weinig mensen zullen de 297 pagina’s lezen die het akkoord lang is, of er zelfs maar naar kijken en zich laten leiden door het hart en niet het hoofd. Al probeert de regering er alles aan te doen, met zogenaamde pedagogische campagnes – en ook flink wat propaganda van staatswege – om de burgers tot een Ja-stem te bewegen.
Niettemin is het de moeite waard om even te kijken wat er nou eigenlijk in dat akkoord staat. Waarover gaan de Colombianen beslissen? Waarover is vier jaar lang onderhandeld door de commandanten van de Farc en de onderhandelaars van de regering?
Landfonds
Het akkoord bestaat uit zes punten. Het eerste probeert oplossingen te vinden voor de grote problemen op het platteland en doet allerlei voorstellen voor een ambitieuze landhervorming. De problemen van de boeren, de ongelijke verhoudingen, het gebrek aan eigendomsrechten van de grond, het zijn allemaal onderwerpen die al tientallen jaren spelen. In het akkoord worden concrete dingen genoemd als een zogenaamd ‘landfonds’ (3 miljoen hectare landbouwgrond voor landloze boeren), het kadaster wordt eindelijk gemoderniseerd en het probleem van de eigendomsrechten van land, vooral van kleine boeren, wordt eindelijk aangepakt. Ook wordt er veel (financiële en andere) hulp beloofd om de kleinschalige landbouw een kans te geven.
Politieke participatie
Het tweede punt gaat over ‘politieke participatie. Een belangrijk punt, want de bedoeling van het akkoord is tenslotte is dat de Farc de wapens neerlegt en politiek gaat bedrijven. Dit punt gaat over de garanties voor de oppositiepartijen, zoekt naar een manier om de veiligheid rondom politiek bedrijven te garanderen, waardoor bijvoorbeeld de guerrilla niet bang hoeft te zijn dat de nieuwe politici massaal worden vermoord, zoals in de jaren tachtig met de gedemobiliseerden van de politieke partij Unión Patriótica (UP) is gebeurd. Ook worden er maatregelen aangekondigd om de participatie van de burgers in de politiek te vergroten. Een belangrijk voorbeeld van dat laatste is dat er nieuwe kiesdistricten worden gecreëerd in gebieden die traditioneel veel te lijden hebben gehad onder het geweld.
Hete hangijzers
Punt nummer drie was een van de hete hangijzers en onderhandelingen daarover duurde flink wat tijd: de praktische regeling van het ‘einde van het conflict’. Hier moest geregeld worden op welke manier de guerrilla de wapens in zou leveren, waar ze zich zullen concentreren en hoe de guerrillero’s daarna weer ingeburgerd kunnen worden. Bij dit punt hoorde ook de zogenaamde ‘politieke incorporatie’ van de Farc: ze worden een politieke organisatie, juridisch erkend, en zullen dan dezelfde rechten hebben als elke andere politieke partij in het land. Zo krijgen ze, onder andere, financiële steun van de staat om politieke campagnes te voeren. De Farc mogen met de verkiezingen meedoen, en krijgen in ieder geval voor het Congres van 2018 en 2022 tien zetels cadeau, ook al halen ze niet voldoende stemmen: vijf voor de Senaat en vijf voor het Huis van Afgevaardigden.
Drugs
Het vierde punt gaat over de oplossing voor het drugsvraagstuk. Het is belangrijk dat dit onderwerp in het akkoord staat, want de Farc heeft traditioneel altijd een belangrijke rol gespeeld in dit probleem, als eigenaar en exploitant van cocaplantages en cocaïnelaboratoria en de handel in cocapasta in de gebieden waar ze het voor het zeggen hadden. Er worden afspraken gemaakt over programma’s van vervanging van illegale gewassen (cocaplanten, met name) door andere producten en middelen van bestaan. Ook worden er afspraken gemaakt over programma’s van preventie, consumptie en de aanpak van gevolgen van drugsgebruik voor de gezondheid. Polemisch is dat in het akkoord expliciet wordt gezegd dat de nadruk zal liggen op het vrijwillig opgeven van cocaplantages door boeren en dat de besproeiing met gif (met name glyfosaat), vanuit de lucht, pas als allerlaatste mogelijkheid mag worden ingezet.
Genoegdoening
Het vijfde punt van de agenda is essentieel en de discussies hierover hebben de onderhandelingen ook lange tijd opgehouden: genoegdoening voor de slachtoffers en het ‘invoeren van een integraal systeem van waarheid, justitie, reparatie en het voorkomen van herhaling’. Belangrijke overeenkomsten zijn onder andere: het oprichten van een waarheidscommissie en (misschien wel het meest polemische onderdeel van het akkoord met de Farc) het oprichten van een speciale jurisdictie voor het berechten van personen in het kader van het einde van het conflict. Er wordt een speciale rechtbank opgericht die zich uitsluitend zal bezighouden met de misdaden die tijdens het conflict zijn gepleegd, niet alleen door de guerrilla, maar ook door andere deelnemers, zoals de paramilitairen, het leger, en in principe ook de ‘gewone’ burgers.
Amnestie
Voor de doorsnee guerrillero’s, zonder een speciale rang, is een amnestie voorzien. Dat wil zeggen, zolang de misdaden die ze hebben gepleegd verband houden met hun ‘politieke’ strijd. Andere misdaden worden wel bestraft, maar als ze worden opgebiecht, hoeven de daders alleen een alternatieve straf uit te voeren. Als ze die andere misdaden te laat opbiechten, kunnen ze een effectieve gevangenisstraf krijgen van acht jaar en diegenen die niet helemaal bereid zijn iets op te biechten, kunnen gevangenisstraffen krijgen tot 20 jaar. De rechtspraak is vooral gericht op het naar boven halen van de waarheid, en minder op het straffen van de daders.
Het akkoord
Het laatste punt, nummer zes, gaat over de implementatie, verificatie en de ‘bevestiging’ van het akkoord. Dat laatste was nog een hekel punt. De Farc hield lange tijd vast dat er een grondwetgevende vergadering moest komen om de akkoorden in op te nemen, maar de regering wilde hier niet aan. Uiteindelijk is gekozen voor een zogenaamd ‘plebiscito’, een volksraadpleging of referendum, waarin alle Colombianen zich kunnen uitspreken over het akkoord.
Het akkoord is erg uitgebreid en gedetailleerd, helemaal in de ‘legalistische’ traditie van Colombia: de neiging om alles in de samenleving te willen vatten in regels en wetten. Dat is op zich een nobel streven, maar het is ook een Colombiaanse traditie dat wetten een dode letter blijven en niet worden nageleefd. Dat is ook het grote risico dat dit uitgebreide vredesakkoord loopt. Daar komt bij dat veel van de plannen enorm veel geld kosten, terwijl de Colombiaanse staat een groot probleem heeft met haar financiën vanwege de lage olieprijs.
Als het akkoord bij het referendum wordt goedgekeurd, worden alle plannen en voornemens in de wet opgenomen. Maar krijgen de nee-stemmers de meerderheid, dan gaat dit akkoord de prullenbak in, en zijn al die inspanningen van vier jaar helemaal voor niets geweest…
Lees ook Verbeeks column De leugens van de NO-campagne