Het was een merkwaardig beeld. Een aantal scholieren en studenten bovenop de emblematische Transmilenio-bussen in Bogotá. Het gebeurde tijdens de uit de hand gelopen protesten tegen het bussysteem, dat sinds 2000 functioneert. Dit openbaar vervoer was een idee van voormalig burgemeester Enrique Peñalosa, een erkend expert in urbanisme.
De lange rode bussen vervoeren bijna twee miljoen mensen per dag, op verschillende routes, en werden tot voor kort als een groot succes beschouwd. En als dé oplossing voor het vervoersprobleem in de Colombiaanse miljoenenstad, waar nooit een metro is aangelegd.
Maar de laatste tijd is er veel kritiek te horen op Transmilenio. Er zijn te weinig bussen, ze zitten altijd overvol en tot overmaat van ramp komen ze ook nog vaak te laat op de stations aan. Een van de redenen van dat laatste is dat ze weliswaar een eigen rijbaan hebben, maar vaak moeten wachten voor stoplichten bij kruispunten. En dan kan het wel groen worden, maar de auto’s op de kruisende weg blokkeren vaak de weg. Die willen nog nét even door het groene licht, maar halen de overkant niet.
Het is een van mijn grote frustraties in het verkeer van Colombia. Je rijdt op een drukke weg, je komt bij een groen stoplicht en je denkt door te kunnen rijden, maar je merkt dan dat iedereen vóór je stil blijft staan. Waarom? De automobilisten die van de andere komen blokkeren de doorgang, omdat ze midden op het kruispunt stil zijn komen te staan. Bij zo’n verkeersader is er alleen normale doorgang mogelijk als er een politieagent bijkomt om de zaak ‘handmatig’ te regelen.
Nog zoiets moois. Je rijdt op een weg van twee rijbanen en ineens staat er een taxi voor je stil. De reden? Hij heeft die plek uitgekozen om op passagiers te wachten, en vindt het helemaal geen probleem om een file achter zich te veroorzaken.
Het zijn twee voorbeelden van het typische verkeersgedrag in Colombia, waar ik maar moeilijk mee om kan gaan. Gelukkig verplaats ik me in het drukke stadsverkeer van Medellín meestal per bus, dan hoef ik me niet zo te ergeren. Als de bus dan ergens vast blijft zitten, verdiep ik me in mijn lectuur en probeer niet al te vaak door het raampje naar buiten te kijken.
De vervoersproblemen in Bogotá zijn een stuk problematischer dan in Medellín, want hier hebben we gelukkig een metro die prima werkt en altijd op tijd komt; bovendien is Medellín een stuk kleiner van omvang (‘slechts’ drie miljoen inwoners) en ook wat beter georganiseerd.
O ja, door het bestaan van de foto konden de dansende protesteerders bovenop de bus geïdentificeerd worden en mogen nu ze een flinke boete verwachten. De politie is namelijk van plan de schade van het ‘oproer’, naar schatting een miljard pesos (zo’n 400.000 euro), te verhalen op de oproerkraaiers. Of op hun ouders…