Eindelijk was het zover. De rechtbank deed uitspraak in de zaak van Guillermo León Valencia Cossio. En gelukkig: schuldig bevonden! Valencia is niet de eerste de beste. Hij was het hoofd van het Openbaar Ministerie van Medellín. Deze instantie geeft leiding aan alle officieren van justitie en coördineert – theoretisch althans – de strijd van justitie tegen de misdaad. En dat deed Valencia Cossio ook: coördineren. Maar niet in dienst van de justitie, maar ten gunste van de georganiseerde misdaad. Valencia had het namelijk al sinds jaren op een akkoordje gegooid met de drugsbendes van Don Mario en de aan die maffia gelieerde paramilitaire groepen.
Het proces tegen Valencia was een waar mediaspectakel, vooral door de meer dan ‘sappige’ details die in het nieuws kwamen. Zijn advocaat haalde alle mogelijke juridische trucs uit om het proces te frustreren – zo liet hij meer dan twintig keer verstek gaan, zonder opgaaf van reden, om het proces te vertragen. Ook werd een gesprek openbaar gemaakt, waarop een maffioos type te horen is, dat vraagt of de cuatrimoto (een quad, een typisch speeltje uit de maffiawereld) ter waarde van bijna 12.000 euro in goede orde was ontvangen. Cadeautje voor bewezen diensten.
Wat ook tot de nationale verbeelding sprak, was het alibi dat señor Valencia Cossio in stelling bracht om zijn aanwezigheid op een vergadering van de maffia in Pereira te verbloemen. “Nee”, zei hij, “precies op die avond was ik met een ‘vriendin’ in een motel in Pereira, we dronken twee flessen rum en twee flessen aguadiente en hadden veel plezier”. Motels functioneren in Colombia als bordelen en schrijven geen kwitanties uit. Hij kan dus volhouden nooit op het maffiaberaad aanwezig te zijn geweest, maar er waren geen bewijzen voorhanden. Dat zijn alibi misschien niet zo goed zou vallen bij señora Valencia, zijn echtgenote, deerde hem kennelijk niet. Zijn huwelijk offerde hij graag op voor het ‘hogere doel’.
Een pittig detail is dat de veroordeelde uitmaakt van de ‘Valenciaclan’, een familie uit Medellín. Die bestaat uit elf kinderen en hebben allemaal belangrijke banen gehad in het publieke bestuur. Een steunpilaar voor de typische vorm van politiek bedrijven: cliëntelisme. Die is gebaseerd op chantage, nepotisme en ongebreidelde corruptie. Broer Fabio Valencia was de minister van Binnenlandse Zaken en Justitie in de regering van ex-president Uribe. Die vond het geen probleem dat zijn minister van Justitie een broer had, die zich verkocht had aan de maffia. Maar met ethische kwesties hoef je niet bij Uribe aan te komen. Hij vertrouwde graag op de gegoede families van het land.