Column Colombia

Afzien

20 september 2015

Nico Verbeek

Elke wereldstad van formaat heeft z’n eigen marathon. Zo ook Medellín. Die wordt zeer toepasselijk de Marathon van de Bloemen genoemd, omdat Medellín ook de stad van de eeuwige lente heet. Vanwege het geweldige klimaat: niet te warm en niet te koud.

Daar was afgelopen zondag niet zoveel van te merken, want al bij de start, om zeven uur in de ochtend, stond er een bijzonder felle zon te schijnen op de asfaltstraten waarop de race zou plaatsvinden. We kampen in Colombia namelijk al wekenlang met een hittegolf en bosbranden teisteren grote delen van het land.

Ik had me dit jaar voor de 21 kilometer ingeschreven, de halve marathon, en meende dat de race, indien ik het juiste ritme zou aanhouden, een makkie zou zijn. Want als duizenden andere gelegenheidslopers, sommige nog ouder dan ik, elk jaar zo’n tocht volbrachten, dan moest ik dat toch ook kunnen? Een begrijpelijke, maar achteraf misschien wat overmoedige redenering, waarvoor ik m’n prijs heb betaald.

Ik loop normaal gesproken drie keer per week, maar niet zo lang, iets van anderhalf uur. Dan leg ik minder dan tien kilometer af, want het gaat dan bergop, dat weer wel. Mijn overmoedigheid werd nog in de hand gewerkt door het succes van mijn deelname van vorig jaar. Het verschil was echter dat ik toen de 10 kilometer race liep. Die kon ik toen makkelijk uitlopen, zonder al te veel moeite te doen of af te zien. Mijn tijd vond ik toen ook niet slecht; ik was net binnen het uur gebleven.

Ik ging ervan uit dat als je tien kilometer makkelijk uit kunt lopen, dat je dan 21 kilometer ook wel aan kunt. Dat was een grote denkfout. Precies op de helft (inderdaad na tien kilometer, logisch eigenlijk) begonnen er ineens een heleboel spieren pijn te doen, die ik normaal nooit voel. Op een gegeven moment was ik helemaal niet meer met de eindstreep bezig, maar sleepte ik me alleen nog maar van verversingsplaats naar verversingsplaats, waar water en Gatorade te krijgen waren.

Aan de rand van de Colombia-straat, ongeveer halverwege de race, stond een militaire kapel te spelen en was er een erehaag van militairen die opbeurende teksten riepen. Op zo’n moment kun je gewoon niet stoppen. Dat deed ik dan maar als er helemaal geen toeschouwers aan de kant stonden. Als ik dan weer een plukje publiek zag, ging ik weer rennen.

Je kunt dus wel zeggen dat ik op pure wilskracht de race heb uitgelopen, ook met een heel slechte tijd (2 uur en veertig minuten!!). Ter vergelijking, de winnaar van de hele marathon was een Keniaan, die deed er iets meer dan twee uur over, over het dubbele dus van mijn afstand!

En natuurlijk moest ik de race wel afmaken, al was het alleen al maar omdat mijn vrouw en nog wat familieleden me stonden op te wachten bij de eindstreep. Mijn zwager uit Bogotá deed ook mee, maar die was ik al na precies één kilometer na de start uit het zicht verloren. Maar ja, hij is een getrainde hardloper, die heeft de marathons van Chicago, Boston, Parijs, New York, Athene en nog zo wat wereldsteden gelopen. Ik was blij dat ik eindelijk de eindstreep in zicht kreeg, ik denk dat ik echt niet veel verder had gekund.

De rest van de week kon ik nauwelijks lopen, vanwege de spierpijn. Maar ik blijf erbij, sport is gezond, en volgend jaar doe ik zeker weer mee. Misschien wel de hele marathon.

Gerelateerde berichten

Grensoverschrijdend gedrag in de jungle

Grensoverschrijdend gedrag in de jungle

Andres Felipe Pérez was twaalf jaar oud, had terminale kanker en smeekte in een video aan de commandanten van de FARC-guerrilla om zijn laatste dagen met zijn vader door te mogen brengen. Die vader was politieagent José Norberto Pérez en die was een jaar ervoor ontvoerd door de guerrilla. De commandanten van de FARC waren niet gevoelig voor de smeekbede en de jongen stierf zonder zijn vader te zien, in december 2001. De wanhopige agent zelf werd een paar maanden later door de guerrilla doodgeschoten, toen hij het kampement waar hij werd vastgehouden, probeerde te ontvluchten.

Lees meer
Het verloren paradijs

Het verloren paradijs

Die middag is er geschreeuw te horen in de buurt van de finca. Bevelen die worden gegeven, iemand die iets onverstaanbaars terug schreeuwt. De honden beginnen te blaffen. Ik steek de machete achter m’n broekriem en loop het bos in. Al snel ben ik bij de grens van de finca met die van de buren. Het prikkeldraad ligt op de grond, de palen zijn verrot. Verderop zie ik drie mannen met oranje gekleurde hesjes staan bij een geel statief met daarop een apparaat dat op een camera lijkt.

Lees meer

Blijf op de hoogte

Adverteren op onze website?

Dat kan! Tegen een scherp tarief plaatsen wij uw advertentie.

Ontvang onze nieuwsbrief

Schrijf u in en ontvang onze digitale nieuwsbrief met een overzicht van onze nieuwe artikelen.

Volg ons op social media

Wees als eerste op de hoogte van nieuwe artikelen en deel artikelen met uw netwerk.

Share This