In de Verenigde Staten vindt een kleine minderheid van de Republikeinse Partij het acceptabel de stabiliteit van het land in gevaar te brengen door de gezondheidswet van president Obama te dwarsbomen, een wet die al was aangenomen door het Congres. De partij weigert elke medewerking, waardoor het staatsapparaat niet langer kan functioneren. Pure afpersing, een ander woord kun je er niet voor vinden. Dat is volgens de wet strafbaar, maar de wet geldt kennelijk niet voor de volksvertegenwoordigers.
Het politieke systeem in Colombia is volledig gebaseerd op afpersing. De parlementariërs eisen van de zittende president contracten, privileges en benoemingen in ruil voor steun aan de wetten die de regering, in het belang van het land, aan het Congres voorstelt. Afgelopen week voerden de Congresleden in Colombia een soort staking uit: ze kwamen gewoon niet opdagen toen er gedebatteerd moest worden over de nieuwe ziektewet, die het failliete gezondheidssysteem moet hervormen. Dat de gezondheid van miljoenen Colombianen in het geding is, was geen voldoende stimulans voor de parlementariërs om hun werk te doen.
Alleen toen de regering de volksvertegenwoordigers een maandelijkse premie van acht miljoen peso toezegde (een bijlage op hun al riante salaris) en liet meeprofiteren van miljoenencontracten in de regio’s waar de senatoren en afgevaardigden vandaan komen, waren ze te bewegen om hun gezicht te laten zien in de vergaderzaal.
Het Colombiaanse Congres heeft nefaste historische antecedenten. In 1982 had Pablo Escobar een zetel in het Huis van Afgevaardigden en in 2005 liet de paramilitaire commandant Salvatore Mancuse trots weten dat 30 procent van de leden van het Congres pionnen waren van zijn organisatie. In het algemeen kun je stellen dat zo’n 75 procent van de congresleden compleet corrupt is en in veel gevallen ook directe banden heeft met illegale sponsors, zoals regionale maffia’s, paramilitaire groepen of illegale bendes die hun verkiezingscampagnes sponsoren.
De vraag is dan natuurlijk: waarom kiezen de Colombiaanse burgers toch altijd weer voor dezelfde louche advocaten en verkapte criminelen, altijd fraai uitgedost in driedelig pak, als ze eens in de vier jaar de kans krijgen hun stem uit te brengen. Hebben ze meer vertrouwen in politici met een criminele achtergrond? Hebben ze bewondering voor types die politiek alleen zien als het dienen van het eigenbelang? Wordt afpersing inmiddels als een deugd beschouwd?
Het ligt veel eenvoudiger. Het gros van de parlementariërs, de echte corrupte kliek, dezelfde driekwart van het Congres, is voor hun stemmen afhankelijk van een andere transactie: het kopen van stemmen bij de verkiezingen. En zolang er Colombianen zijn die – door armoede, door onwetendheid – bereid zijn hun stem te verkopen, kun je een echte democratie wel vergeten.
Maar eigenijk is de situatie in de VS nog erger: daar stemmen mensen op afpersers en ze laten zich er niet eens voor betalen.