All-inclusive toerisme doet weinig voor de Dominicanen.
Het recente overlijden van elf Amerikaanse toeristen tijdens hun vakantie in de Dominicaanse Republiek veroorzaakte een minicrisis in het imago van het land, maar het toerisme lijkt er slechts kortstondig door onderbroken. Hoe staat het eigenlijk met het toerisme in de Dominicaanse Republiek en wat betekent deze sector voor het land?
In juni dit jaar verbleef de 46-jarige Khalid Adkins uit Denver samen met zijn dochter in de Dominicaanse Republiek (DR), maar bij aanvang van de terugvlucht naar Colorado werd hij plotseling ziek en moest veel overgeven. Hij moest met spoed worden opgenomen in het ziekenhuis in Santo Domingo, waar hij nierfalen leek te hebben en overleed. De officiële doodsoorzaak is nog niet vastgesteld. Hiermee staat het aantal toeristen uit de Verenigde Staten dat in 2019 overleden is tijdens een vakantie in de DR inmiddels op elf. In mei dit jaar werd ook al de alarmbel geluid, toen drie gezonde toeristen in hetzelfde resort overleden.
De paniek sloeg snel toe in de VS. Reizigers begonnen elkaar bang te maken met geruchten en het idee ontstond dat de DR geen veilige vakantiebestemming zou zijn. De meeste toeristen waren overleden in all-inclusive resorts; het verhaal deed de ronde dat daar problemen waren met illegaal gestookte alcohol in de minibar. Delta Airlines gaf te kennen dat passagiers naar Punta Cana hun ticket gratis mochten omboeken of cancellen als ze dat wilden, en in de media sprak men al snel van een crisis. Voorlopig onderzoek toont echter aan dat de elf incidenten allemaal op zichzelf staan en dat geen enkele structurele oorzaak is aan te wijzen. Alle toeristen overleden aan verschillende natuurlijke oorzaken, zoals longontsteking, longoedeem of een hartaanval. Met meer dan 2 miljoen toeristen uit de VS op jaarbasis zijn deze aantallen ook niet extreem hoog.
Het gecreëerde beeld van een gevaarlijk land was echter moeilijk terug te draaien, en het aantal toeristen zakte tijdelijk in. Het laat zien hoe kwetsbaar de toerisme-industrie kan zijn voor imagoschade, en ook hoe afhankelijk de DR is van het toerisme. De vele all-inclusive resorts en strandvakanties brengen grote hoeveelheden geld binnen, maar dit soort toerisme kent ook schaduwkanten.
Zon, zee en strand
Met 6,6 miljoen toeristen in 2018 kun je het land met recht een Caribische toeristenmagneet noemen. In 2018 bracht het toerisme €6,8 miljard binnen, dat komt neer op 17 procent van de nationale economie. In de afgelopen decennia heeft het toerisme constant een grote bijdrage geleverd aan de economische groei van het land.
De DR staat bekend om zijn zon, zee en strandtoerisme: de grote meerderheid van de reizigers boekt een vlucht met all-inclusive resort en komt vervolgens nauwelijks van het resort af. Hoewel er kleinschalige pogingen zijn om andersoortig toerisme te organiseren, is dit massatoerisme anno 2019 nog steeds de dominante trend. Het toerisme is dan ook sterk geconcentreerd in bepaalde hotspots, zoals Punta Cana aan de oostkust en Puerto Plata in het noorden. Bovendien worden deze resorts voornamelijk bestierd door multinationale ketens zoals Barceló en TUI.
Waar in andere Caribische landen zoals Barbados, Cuba en Jamaica het toerisme al begin twintigste eeuw opkwam, werd de DR pas veel later een toerismebestemming. De dictatuur onder Trujillo en de onrust daarna stootten natuurlijk potentiële toeristen af, en pas eind jaren zestig begon de overheid actief buitenlandse investeringen in het toerisme aan te trekken. In de jaren zeventig verschoof het ontwikkelingsmodel langzaam van suiker en staatsgeleide industrie naar toerisme en vrijhandel, en in de jaren tachtig begonnen de all-inclusive resorts hun intrede te maken in de DR.
Meer armoede
Nu het Caribische land enkele decennia ervaring heeft met het massatoerisme in all-inclusive resorts kunnen we voorzichtig de balans opmaken. Dat er veel geld in het laatje komt is duidelijk, maar leidt dat ook tot armoedebestrijding en bredere ontwikkeling? Helaas zien de cijfers er niet rooskleurig uit: de bevolking die leeft onder de armoedegrens is bijvoorbeeld tussen 2000 en 2016 iets toegenomen, terwijl in die tijd ook het toerisme sterk toenam. Spaanse onderzoekers* laten zien dat een stijging in toeristenaantallen gepaard gaat met een (kleine) stijging in de aantallen mensen in armoede en de intensiteit daarvan, ook als gecontroleerd wordt voor andere factoren.
Het lijkt erop dat de banen in het toerisme en aanverwante sectoren zo onzeker en kwetsbaar zijn, dat mensen nog steeds moeite hebben het hoofd boven water te houden. Ook de inkomensongelijkheid is in ieder geval niet verminderd, wat logisch is als je kijkt naar de structuur van het toerisme met het grote belang van multinationale ondernemingen. Natuurlijk moeten we voorzichtig zijn in het interpreteren van zulke studies, en het plotseling dalen van het aantal toeristen – bijvoorbeeld door imagoschade, zoals recent gebeurde – zou ongetwijfeld veel problemen teweeg brengen in de DR. Maar het roept wel vragen op over het uitblijven van een duidelijk ‘trickle down’ effect.
Het all-inclusive model wordt vaak aangehaald als verklaring voor de tegenvallende ontwikkelingseffecten. Zo blijkt inderdaad dat de enorme focus op massatoerisme in standaard pakketten en resorts er toe leidt dat er nauwelijks andere soorten toeristen op het land afkomen, en dus alternatieven zoals cultureel toerisme of gemeenschapstoerisme slechts mondjesmaat opkomen. Bovendien worden de toeristen actief in de resorts gehouden en wagen ze zich nauwelijks daarbuiten, waardoor aanverwante bedrijvigheid zoals restaurants, tours en souvenirwinkels buiten de resorts uitblijft. Juist met dat soort kleinschalige bedrijven zou lokale ontwikkeling gestimuleerd kunnen worden. Het all-inclusivemodel sluit dus de omliggende gemeenschappen uit van de mogelijke voordelen van het toerisme. Wel werkt er natuurlijk personeel in de resorts, met name voor jonge vrouwen biedt het toerisme werkgelegenheid. Maar deze banen worden relatief slecht betaald en bieden weinig zekerheid, en de betere banen gaan vaak naar niet-lokale medewerkers.
Seks en drugs
Wat overigens wél bloeit rondom de resorts zijn seks- en drugstoerisme. Dit is dan ook een van de weinige manieren waarop arme Dominicanen nog redelijk wat geld kunnen verdienen aan het toerisme. Prostitutie en drugsverkoop vinden – niet verrassend – plaats buiten de wet om, en de criminalisering en uitbuiting maken het leven en het werk van de mannen en vrouwen werkzaam in deze banen zeer kwetsbaar. Naast duidelijke betaalde prostitutie raken veel Dominicaanse mannen én vrouwen ook verzeild in subtielere vormen van relaties waarin toeristen of expats economische ondersteuning bieden, vaak in ruil voor ‘romantiek’ en seks. De Dominicaanse mannen die dit soort relaties aangaan worden in de volksmond sanky pankygenoemd. Het biedt vaak een manier om het economisch beter te krijgen, maar kan ook bekritiseerd worden vanwege de raciale stereotypen en het precaire bestaan. Al deze meer informele manieren om aan het toerisme te verdienen, zie je bijvoorbeeld veel bij Dominicaanse mannen die als migrant gedeporteerd zijn uit de VS. Eenmaal teruggestuurd naar hun geboortegrond rest hen weinig anders dan hosselen in de drugs of prostitutie. Zolang de toeristische economie niet diverser en inclusiever wordt, en er niet meer stabiele mogelijkheden voor lokale mannen en vrouwen ontstaan, zal de seks- en drugseconomie voor velen een meer toegankelijke uitweg blijven bieden.
Deze bijdrage is onderdeel van de Special Dominicaanse Republiek, zomer 2019
*Oviedo-García, M.A., González-Rodriguez, M.R., and Vega-Vázquez, M. (2019). Does Sun-and-Sea All-Inclusive Tourism Contribute to Poverty Alleviation and/or Income Inequality Reduction? The Case of the Dominican Republic. Journal of Travel Research 58(6), 995–1013.