Vrije tijd & Toerisme

Relax mon!

13 april 2016

Auteur: Frank Bron

Toerisme buiten de gebaande paden

“Guyana, ligt dat niet in West-Afrika?”
“Nee, dat ligt in Zuid-Amerika. Naast Suriname.”
“Oh, Frans-Guyana!”
“Nee, aan de andere kant van Suriname, voormalig Brits maar al sinds 1966 onafhankelijk.”
“Dat ken ik niet.”

Een dergelijk gesprek zou zomaar plaatsgevonden kunnen hebben en dat is jammer want Guyana heeft veel te bieden aan hen die graag van de gebaande paden afgaan. Marcel Polak kan daarover meepraten. In 1988 bezocht hij het land voor het eerst als student biologie. Vooral het tropisch regenwoud waar hij drie maanden doorbracht, maakte diepe indruk op hem en in 1990 keerde hij terug als bosonderzoeker in opleiding. Pasgetrouwd met verpleegkundige Caroline Alink, gingen ze aan de slag voor Tropenbos, een aan de Wageningen Universiteit gelieerde onderzoeksinstelling. Ze bleven er een vol jaar en vertrokken vol bijzondere herinneringen.

Inmiddels werkt Marcel als leraar biologie in Rotterdam, waar hij nog vaak teruggrijpt op zijn ervaringen in het Guyanese regenwoud. Om hun inmiddels tienerkinderen kennis te laten maken met het land, het oerwoud en haar exotische fauna besluiten ze in de zomer van 2015 op vakantie naar Guyana te gaan. De hele familie keerde enthousiast en vele bijzondere ervaringen rijker, terug. Onder het genot van zelfgemaakte pepperpot (een traditionele Guyanese stoofpot van rundvlees) praten ze met La Chispa na over een bijzondere reis.

New Amsterdam

Terwijl de kinderen bijzondere herinneringen aan hun vakantie ophalen vertelt Marcel wat over de achtergronden van het land. Met een oppervlakte van bijna zes keer Nederland maar met minder inwoners dan Amsterdam is Guyana vrij klein en dun bevolkt. Het grootste deel van dit land is bedekt met oerwoud en savanne. De driekwart miljoen inwoners van dit Engelstalige land wonen bijna allemaal langs de ingepolderde kust, vaak in plaatsen met namen als New Amsterdam, Vergenoegen of Vreed en Hoop. Zowel polders als plaatsnamen dateren uit de Nederlandse tijd die met onderbrekingen ongeveer duurde van 1600 tot 1796. Snelwegverbindingen met de buurlanden zijn er niet maar vanuit Suriname vaart een pont, over de Tacutu rivier ligt een brug naar Brazilië en vanuit onder meer Curaçao en de Verenigde Staten gaan er rechtstreekse vluchten naar Georgetown, de hoofdstad van dit kalme en grotendeels ongerepte land.

Wat viel ze het meeste op toen ze na bijna 25 jaar weer in Georgetown waren? “Eigenlijk niks. Of beter gezegd: er leek op het eerste gezicht niets veranderd. Sommige van onze foto’s hadden makkelijk 25 jaar geleden gemaakt kunnen zijn!” Het voelde soms alsof ze in een tijdmachine gestapt waren, zo vertrouwd kwamen de straathandel langs Mainstreet en de hompen vlees vol vliegen op de Stabroek markt hen voor. Het heerlijke en diverse aanbod aan vers tropisch fruit, de zware geur van afval in de slootjes langs de weg, de vochtige hitte, de Caribische directheid van de mensen en het altijd lachend uitgesproken ‘Relax mon!’ “We konden zó de draad weer oppakken!”

AH Zilveruitjes

Het fotoalbum van 25 jaar geleden wordt er bij gepakt als voorbereiding op de digitale fotoserie via de televisie en dan blijken er toch heel wat zaken veranderd. Zo was Guyana begin jaren ’90 een paradijs voor fans van oude Britse auto’s en waren in Georgetown de meeste taxi’s toen Morris Oxfords van zeker 30 jaar oud. Inmiddels zijn deze klassiekers weinig meer dan herinneringen in een straatbeeld dat, als elders, gedomineerd wordt door auto’s van Aziatische makelij waaronder veel 4 Wheel Drives“Het verkeer is echt veel drukker geworden. Georgetown heeft tegenwoordig zelfs stoplichten” vertelt Caroline lachend. Tegelijkertijd viel het hen op hoeveel paardenkarren er nog altijd rondrijden, volgeladen met balken tropisch hardhout of andere goederen, of schoolkinderen die hier gewoon op- of af kunnen springen.

De eerste avond gingen hun gedachten natuurlijk terug naar de donkere nachten van 25 jaar geleden als de stroom weer eens uitgevallen was en ze niet konden slapen door de herrie van alle noodgeneratoren. Maar nu bleven de lampen gewoon branden. “Dat was een enorme verbetering” vertellen ze bijna teleurgesteld “dat er nu geen black outs meer zijn”.

Bovendien bleek al snel dat ze voor hun boodschappen hun toevlucht niet meer hoefden te zoeken bij kraampjes voor smokkelwaar uit Suriname of Venezuela. Daar kon je terecht voor kleding, plastic emmers, Albert Heijn zilveruitjes of Calvé pindakaas. Tot ongeveer 1990 probeerde Guyana zoveel mogelijk importen te voorkomen. Het land produceerde zelf echter weinig, mede door gebrek aan deviezen om noodzakelijke buitenlandse onderdelen en grondstoffen te kopen en op financiële steun van het instortende Oostblok hoefde het land ook niet meer te rekenen. Vanaf die tijd werd het importsubstitutiebeleid dus afgeschaft. In de praktijk had dat beleid vooral tot smokkel geleid (‘getolereerd’ als het product de markt of de schuurtjes van de hoofdstad bereikt had) en tot een levendige barrel trade waarbij Guyanezen in het buitenland massaal met allerhande goederen gevulde olievaten naar huis stuurden. Daar is nu geen sprake meer van: de vele winkels zijn goed gevuld en Caroline vindt de meeste mensen op straat er goed gevoed en modern gekleed uitzien.

Toch zijn er op winkel- en kledinggebied er nog steeds stukjes Guyana waar de tijd stil lijkt te hebben gestaan. De overheidssupermarkt Guyana Stores bestaat nog steeds – sterker nog, er lijkt noch aan het interieur, noch aan de koopwaar iets veranderd te zijn. Marcel grijnst: “Zelfs de oude gewoonte om je aankoop eerst te betalen bij winkelbediende 1, je aanschaf met het bonnetje in de hand af te halen bij bediende 2 en bij de uitgang je bonnetje en het product te laten controleren door nummer 3, bestaat nog steeds!” Over klanten heeft Guyana Stores niet te klagen, waarschijnlijk omdat de producten door overheidssubsidies goedkoper zijn dan bij andere winkels. Toch liggen volgens Caroline “de meeste prijzen op Europees niveau hoewel voedsel in Guyana goedkoper is dan bij ons en veel beter dan in 1990.”

Kapmes

Niet alleen het eten was prima, ook de lokale drankjes waren heerlijk en de familie Polak genoot, net als toen, van koel kokosmelk uit ter plaatse met een groot kapmes opengehakte kokosnoten. Vanzelfsprekend is ook in de straten van Georgetown de 21e eeuw doorgedrongen in de vorm van restaurants, hippe winkeltjes en mobiele telefoons. Verder zagen ze verschillende reisbureaus, een bedrijfstak die in 1990 nog vrijwel ontbrak. Er is echter nog steeds geen vestiging van McDonald’s (“daar balen de Guyanezen wel van”), maar de kinderen viel iets anders op: “Iedereen loopt daar nog met een Blackberry!”

Ze zijn echter niet voor een hightech vakantie of een mondain strandleven naar Guyana afgereisd. Ze wisten dat Guyana niet beschikt over lange, witte zandstranden en een azuurblauwe zee. De Atlantische oceaan is hier bruin van de enorme hoeveelheden slijk aangevoerd vanuit de 1.000 kilometer verderop gelegen monding van de Amazone en de kust lijkt op die van Groningen: een lange zeedijk die de velden aan de zuidkant scheidt van de modderbanken aan noordkant. Maar hoewel de Seawall nog steeds hetzelfde dijkje is, zien ze ook hier tekenen van verandering. Bosbouwer Marcel herinnert zich de destijds vage plannen van de University of Guyana om de kust te herbebossen en zodoende te beschermen met mangroves. Deze bomen met hun wijdvertakte wortels leken zich toen echter niet aan te laten planten waardoor herbebossing onmogelijk was. Maar daar waar toen een enkele plant eenzaam in de modder stond te kwijnen, kon hij nu met zijn familie een milieuvriendelijke tour langs een echt mangrovebos maken! Tijdens de tocht per paard en wagen werd er zelfs een stop gemaakt bij een imker-coöperatie, waar honing verkocht werd gemaakt van de nectar uit de mangroves. Blijkbaar is het succesvol aanplanten van mangroves toch mogelijk.

Capibara

Ondanks de modderkust en de mangroves, is in Guyana een strandvakantie inclusief de witte stranden mogelijk. Daarvoor moet je echter het binnenland in. Direct achter de polders van de kuststrook met haar suikerrietvelden begint de zandgrond van de noordwestelijke savanne. Dit zand heeft langs rivieren als de Demerara en de gigantische Essequibo gezorgd voor prachtige stranden. Het water van deze rivieren is door de planten in het verder naar het zuiden gelegen oerwoud heel donker gekleurd. Dit black water levert prima zwemwater op. Moest je in 1990 nog je eigen hangmat met muskietennet meenemen, inmiddels liggen er meerdere tourist resorts langs de rivieren. Eén daarvan is Iwokrama, driehonderd kilometer landinwaarts aan de Essequibo en centrum van het Iwokrama International Centre for Rain Forest Conservation and Development. De familie Polak had hier een eigen lodge met hangmat gereserveerd, en een auto met chauffeur om er te komen. Het bleek zo’n acht uur rijden over de onverharde maar goed begaanbare weg richting Brazilië, die in 1990 weliswaar op de kaart stond maar vaak onberijdbaar was.

Hun Bradt reisgids van Guyana omschrijft het gebied als volgt: “Het is een levend laboratorium dat overloopt met een enorme diversiteit aan flora en fauna: 1.500 soorten planten, 200 soorten zoogdieren, 500 vogelsoorten, 420 verschillende soorten vissen en 150 soorten amfibieën en reptielen. (…) Bovendien claimt Iwokrama het grootste aantal vleermuissoorten ter wereld binnen de parkgrenzen te hebben.” De reisgids vervolgt met een greep uit het aanbod: het grootste knaagdier ter wereld (de capibara), de grootste zoetwatervis (arapaima), de reuzenotter, de harpij (de grootste arend van de Amerika’s) – en nog veel meer. Een paradijs voor biologen als Marcel natuurlijk, maar ook een plek voor mensen die van natuurtochten houden. Voor Caroline is het de kanotocht die ze hier maakten, voor Marcel het uitzicht over ongerept oerwoud na een wandeling naar de top van Turtle Mountain en voor de kinderen de grote groepen apen in de bomen naast de lodge, maar voor alle vier is Iwokrama het hoogtepunt van de vakantie.

Stipte chauffeurs

Package deals voor het park zijn inclusief excursies en eenvoudig te regelen. Via internet zoals Caroline en Marcel gedaan hebben, maar lokaal had ook gekund via één van de vele nieuwe reisbureaus. Via hen hadden ze ook een dagtocht per vliegtuigje kunnen regelen, bijvoorbeeld naar de Kaieteur waterval, met 226 meter de één na hoogste ter wereld. Via deze enorme waterval dendert de Potaro-rivier van het Hoogland van Guyana af, met haar unieke flora en fauna en haar prachtige tafelbergen. Helaas konden Marcel en Caroline hun kinderen noch Kaieteur noch de tafelbergen laten zien want er stond nog meer op hun programma. Daarvoor moesten ze terug naar Georgetown en de onverwachts stipte chauffeurs bleken niet te wachten.

Ze hadden onder meer nog een uitstapje geboekt de Essequibo op, niet om één van de nieuwe resorts te bezoeken maar om de kinderen kennis te laten maken met het Nederlandse verleden van het gebied. De kleine ruïne van Fort Kyk-Over-Al (gebouwd in 1616) stond er nog net zo bij als in 1990. De ligging was nog even prachtig, daar waar het black water van de Mazaruni en het bruine water van de Cuyuni in de machtige Essequibo stromen. Een eindje verderop, op Fort Island, was intussen een informatief museum geopend over het Nederlandse Fort Zeelandia (1743) op het eiland. Het museum (“is leuk geworden!”) bleek gevestigd in het oude kerkgebouw dat, net als het fort, van Nederlandse baksteen gemaakt is –uitzonderlijk in dit land waar de meeste gebouwen van hout zijn. In de vloer van het museum lag een drietal oude, Nederlandstalige grafstenen van Michael Roth, Johannes Backer en zijn zoontje Laurens. Bij nadere inspectie bleek dat Roth een immigrant uit het huidige Duitsland was, Backer uit Vlaanderen kwam en Laurens geboren was op het eiland en daar als baby overleden. Eén van de kamers van het museum werd in de Nederlandse periode gebruikt als slavenmarkt en ook voor de kinderen bracht het bezoek aan die kamer het verre verleden bijna tastbaar dichtbij.

Stelling

Al pratend zijn de laatste restjes van de smaakvolle Pepperpot opgegaan en dekt Caroline de tafel voor het toetje uit haar Caribische kookboek: baked pumpkin custard. Ook deze pompoenpudding is weer heerlijk dankzij speciaal uit Guyana meegenomen ingrediënten. Ondertussen vertelt Marcel dat hij geschokt was door alle plastic afval op de Essequibo dat hij zag tijdens deze tocht per speedboat. Hij herinnert zich dat er in 1990 nog bordjes hingen op de stellings (steigers): “Don’t litter the stelling, throw your waste overboard”. Dat was geen probleem zolang er weinig weg te gooien was en zolang er vooral natuurlijk afval in de rivier gegooid werd. Het gedrag van de mensen is sindsdien niet veranderd, maar door de duidelijk toegenomen materiële welvaart zit nu alles in plastic verpakt en serveren restaurants hun eten vaak in bakjes van piepschuim. Dat is op de Essequibo helaas duidelijk zichtbaar maar de rivier zelf is nog altijd imposant. “En bovendien”, constateert hij tevreden als hobbyfotograaf, “zijn de prachtige luchten gelukkig niet veranderd.”

Al met al zijn Caroline en Marcel enthousiast over hun vakantie en tevreden over de vele tekenen van vooruitgang die ze in Guyana gezien hebben. Bovendien zijn ze blij hun kinderen meegenomen te hebben want “nu konden we ze nog ongerept regenwoud laten zien.” Helemaal onbezorgd over de toekomst van het land zijn ze echter niet teruggekeerd. Toenemende ontbossing en vervuiling door al dan niet illegale goudwinning, houtkap, mijnbouw en plantagelandbouw in combinatie met toegenomen welvaartseisen en een gebrekkig milieubewustzijn vergroten de druk op de natuur. Die zal niet van vandaag op morgen onherstelbaar beschadigd raken maar bij een bezoek met eventuele kleinkinderen zou het land er wel eens heel anders uit kunnen zien.

Lees ook ons artikel over Patagonië en Vuurland

Deze bijdrage is onderdeel van de ‘Vakantiespecial’ april 2016

Gerelateerde berichten

Bergen, helden en een oude vent

Bergen, helden en een oude vent

Colombianen zijn gek van sport. Dat geldt zeker ook voor wielrennen. Traditioneel zijn ze sterk in de bergen, logisch gezien de geografie van het Zuid-Amerikaanse land. In de jaren tachtig was Lucho Herrera een grote naam, Nairo Quintana en Egan Bernal zijn de helden van nu. Onze correspondent Nico Verbeek – zelf ook wieleradept – verdiepte zich in de wielergeschiedenis van het land dat hij sinds 1996 als zijn thuis mag noemen. Het resultaat is het boek In de schaduw van het peloton. Van narco-sponsors tot de eerste Colombiaanse gele trui. La Chispa interviewde hem over dit mooie non-fictiewerk.

Lees meer
agsdix-null

Politiek & Maatschappij

agsdix-null

Kunst & Cultuur

agsdix-null

Vrije tijd & Toerisme

agsdix-null

Economie & Ondernemen

agsdix-null

Milieu en Natuur

agsdix-null

Onderzoek & Wetenschap

Blijf op de hoogte

Adverteren op onze website?

Dat kan! Tegen een scherp tarief plaatsen wij uw advertentie.

Ontvang onze nieuwsbrief

Schrijf u in en ontvang onze digitale nieuwsbrief met een overzicht van onze nieuwe artikelen.

Volg ons op social media

Wees als eerste op de hoogte van nieuwe artikelen en deel artikelen met uw netwerk.

Share This