Vrije tijd & Toerisme

Patagonië en Vuurland anders bekeken

8 april 2016

Els Hortensius

Boeiende geschiedenis in het zuiden van Argentinië en Chili

Toeristen trekken vooral naar Patagonië en Vuurland voor de indrukwekkende natuur. Ze weten meestal weinig van de boeiende en vaak tragische geschiedenis van de oorspronkelijke bewoners en Europese zeevaarders. Gelukkig houden musea in Punta Arenas en Ushuaia die geschiedenis levend.

Simon De Cordes. Dwalend door het voormalig woonhuis van de rijke en machtige pioniersfamilie Braun-Menéndez in Punta Arenas, de meest zuidelijke stad van Chili, stuit ik plotseling op zijn naam en het jaartal 1599, beide geprojecteerd op een landkaart van het zuiden van Patagonië en Vuurland. De straat waar ik mijn kinderjaren doorbracht, was naar hem genoemd, met de toevoeging “Zeevaarder”. De meeste straten in dat kleine dorp aan de kust droegen namen van zeevaarders en ontdekkingsreizigers, onder wie bekenden zoals Columbus, Tasman en De Ruijter. Maar over De Cordes wist ik niets, zelfs zijn voornaam niet, want de straat heette kortweg De Cordesstraat (sommigen in het dorp gaven er een exotisch tintje aan en spraken geleerd over De Cordésstraat).

 

Ontdekkingsreizigers of zeerovers?

En dan blijkt deze (Zuid-)Nederlander ruim vierhonderd jaar geleden hier vlak langs gevaren te zijn om enkele maanden later en meer dan 1800 kilometers noordelijker, vlakbij de huidige Chileense stad Concepción, te worden vermoord door de inheemse bevolking. Wanneer ik later die middag het Salesianer museum Maggiorino Borgatello in Punta Arenas bezoek, kom ik De Cordes en een aantal van zijn kompanen opnieuw tegen. Hier geen sprake van de neutrale toevoeging “zeevaarder” of “ontdekkingsreiziger”. Nee, piraten en zeerovers waren het, die rücksichtslos pinguïns afslachtten zoals in het museum op een houtsnede uit de 17de eeuw te zien is.  Pinguïns vormden een eenvoudig te vangen prooi en werden met duizenden tegelijk over de kling gejaagd om als voedsel te dienen op de lange reis terug naar Holland of verder richting Azië.

Bij een reis naar het zuiden van Patagonië en Vuurland denk je vooral aan de overweldigende natuur: indrukwekkende gletsjers, helderblauwe ijsmeren, kolkende watervallen en eindeloze steppes met schapen, guanacos (verwant aan de lama’s) en ñandus (een soort struisvogels). Maar dat dit ook historisch een heel interessant gebied is werd mij pas duidelijk toen ik de regio begin dit jaar bezocht. Zowel Punta Arenas in Chili als Ushuaia in Argentijns Vuurland beschikken over boeiende musea, waar een wereld voor je open gaat.

 

Paters Salesianen

De paters Salesianen waren niet alleen kenners van mensen, dieren, planten en hun oorsprong, maar ook verzamelaars: het vier verdiepingen tellende museum in Punta Arenas barst bijna uit zijn voegen. Op de begane grond wordt een historisch overzicht gegeven van de missie van de Salesianen en zijn grote collecties van opgezette dieren (aan het plafond hangt een enorme condor), schelpen en fossielen te zien. In een vitrine liggen zelfs een stukje huid en een klauw van de prehistorische milodon, de reuzenluiaard, die ooit Bruce Chadwin inspireerde tot zijn reis naar Patagonië. Tot mijn verbazing tref ik er ook twee gekrompen hoofden aan van de Shuar, een inheemse bevolkingsgroep in het Amazonegebied in Ecuador.

Twee verdiepingen van het museum zijn geheel gewijd aan de vier volkeren die in het zuiden van Patagonië en Vuurland woonden. Woonden, want er zijn nog slechts enkele overlevenden. In een paar zinnen vertelde de gids in de bus naar het nationaal park Torres del Paine ons hun gruwelijke geschiedenis: vanaf 1875 kwamen de eerste schapen naar Patagonië en de dieren gedijden zo goed dat hun aantal aan het begin van de twintigste eeuw al was uitgegroeid naar enkele miljoenen, voor het merendeel eigendom van de familie Braun-Menéndez, waarvan de stamvaders ook rond 1875 uit respectievelijk Letland en Asturië naar Argentinië en Chili gekomen waren.

 

Ordinaire jachtpartijen

Voor de Selk’nam of Ona op Vuurland, die leefden van de jacht, waren de schapen een heel tamme variant van de guanacos en een gemakkelijke prooi. Dit stond de grootgrondbezitters niet aan met als gevolg dat de Selk’nam zonder pardon werden vermoord tijdens ordinaire jachtpartijen. De overheid was op de hoogte, maar keek een andere kant uit. De  enigen die in verzet kwamen waren de paters Salesianen van de nabijgelegen missiepost, maar tegen de puissant rijke en machtige families waren zij niet opgewassen. In minder dan twintig jaar waren van de oorspronkelijke bevolking van drieduizend nog maar vijfhonderd mensen over (andere bronnen spreken over vierduizend en honderd). De laatste Selk’nam, Ángela Loij, overleed in 1974.

De andere inheemse bewoners verging het niet veel beter. De Yamana, aan wie de herinnering levend wordt gehouden in het kleine Yámana museum in Ushuaia, leefden van de visserij en de jacht op zeeleeuwen en walvissen. In dit museum hoor ik voor het eerst het verhaal over het leven van Jemmy Button. Jemmy was veertien jaar toen de Britse kapitein Fitzroy hem in 1830 samen met drie andere jonge Yamana meenam naar Engeland. Fitzroy had het plan om de vier na enkele jaren onderwijs en opvoeding in de christelijke waarden weer terug te brengen naar Vuurland, zodat de jongeren een bijdrage aan de ontwikkeling van hun volk konden leveren. Ruim een jaar later voer Fitzroy met drie van de jongeren (de vierde was bij aankomst in Plymouth overleden aan de waterpokken) terug naar Vuurland, met aan boord van hun schip de Beagle ook Charles Darwin. Jemmy, of Jeremy, Button (foto) was genoemd naar de parelmoeren knoop die Fitzroy aan zijn moeder geschonken had in ruil voor haar zoon. Tijdens het jaar in Londen had Jemmy goed Engels leren spreken en zich uiterlijk aangepast aan het Britse leven. Maar eenmaal terug op Vuurland assimileerde hij snel weer helemaal binnen zijn eigen gemeenschap, tot teleurstelling van Fitzroy en Darwin, en wilde niet meer met hen terugkeren naar Engeland.

Waren het de Salesianen die zending bedreven onder de Selk’nam, bij de Yamana waren het de Anglicanen, waarvan Thomas Bridges de bekendste was. Toen hij zich in 1871 in Ushuaia vestigde, maakte hij zich hun taal en cultuur snel eigen. Hij ontwikkelde een grammatica en schreef het eerste Yamana-Engelse woordenboek. Maar de zendingspost was geen lang leven beschoren, vooral doordat de inheemse bevolking werd gedecimeerd als gevolg van epidemieën en de schok die de westerse cultuur meebracht. In 1916 werd de missiepost gesloten.

 

Kaap Hoorn

In het Yámana museum kom ik nog een laatste Nederlander tegen: Jacques Le Maire. Ik heb nooit van hem gehoord en betwijfel of de toevoeging “holandés” wel klopt bij die Frans klinkende naam. Hij zou hier lang geleden hebben rondgevaren. Terug in het hotel besluit ik zijn naam te googelen en stuit op een boeiend, maar tragisch geëindigd levensverhaal. Op 26 januari 2016 sta ik in Ushuaia aan de kade en kijk over het Beagle kanaal uit naar het zuiden, in de richting van Kaap Hoorn en Antarctica. Exact vierhonderd jaar eerder, op 26 januari 1616, was Jacob Le Maire de eerste die via Kaap Hoorn, genoemd naar zijn schip en woonplaats, van de Atlantische naar de Stille Oceaan zeilde en zo een nieuwe doorgang vond. Zijn ontdekking werd echter door de Oost-Indische Compagnie, met aan het hoofd Jan Pieterszoon Coen, niet geloofd en hij en zijn bemanning werden bij aankomst op Java gevangen genomen en op transport gesteld naar Holland. Zijn rehabilitatie zeven jaar later heeft Le Maire niet meer beleefd: tijdens de terugreis overleed hij.

Patagonië en Vuurland, een gebied met een boeiende en helaas vaak tragisch verlopen geschiedenis die gelukkig door de plaatselijke musea levend gehouden wordt. En ja, ik heb natuurlijk ook genoten van de schitterende natuur tijdens mijn reis!

Lees ook de recensie van Patagonië. Het einde van de wereld

Deze bijdrage is onderdeel van de ‘Vakantiespecial’ april 2016

Gerelateerde berichten

Bergen, helden en een oude vent

Bergen, helden en een oude vent

Colombianen zijn gek van sport. Dat geldt zeker ook voor wielrennen. Traditioneel zijn ze sterk in de bergen, logisch gezien de geografie van het Zuid-Amerikaanse land. In de jaren tachtig was Lucho Herrera een grote naam, Nairo Quintana en Egan Bernal zijn de helden van nu. Onze correspondent Nico Verbeek – zelf ook wieleradept – verdiepte zich in de wielergeschiedenis van het land dat hij sinds 1996 als zijn thuis mag noemen. Het resultaat is het boek In de schaduw van het peloton. Van narco-sponsors tot de eerste Colombiaanse gele trui. La Chispa interviewde hem over dit mooie non-fictiewerk.

Lees meer
agsdix-null

Politiek & Maatschappij

agsdix-null

Kunst & Cultuur

agsdix-null

Vrije tijd & Toerisme

agsdix-null

Economie & Ondernemen

agsdix-null

Milieu en Natuur

agsdix-null

Onderzoek & Wetenschap

Blijf op de hoogte

Adverteren op onze website?

Dat kan! Tegen een scherp tarief plaatsen wij uw advertentie.

Ontvang onze nieuwsbrief

Schrijf u in en ontvang onze digitale nieuwsbrief met een overzicht van onze nieuwe artikelen.

Volg ons op social media

Wees als eerste op de hoogte van nieuwe artikelen en deel artikelen met uw netwerk.

Share This