Vrije tijd & Toerisme

Ontspannen genieten van een oud koloniaal stadje

27 april 2016

Jan de Kievid

Colonia del Sacramento in Uruguay

Met een mix van Portugese en Spaanse invloeden is het koloniale stadje Colonia del Sacramento in Uruguay uitgeroepen tot Werelderfgoed. Een ideale plek om in een prettige atmosfeer te genieten van geschiedenis en cultuur. En je kunt ook indirect in contact komen met beroemde Uruguyanen.

Colonia del Sacramento, we hadden er nog nooit van gehoord. Maar het werd in onze reisgids aanbevolen als een prachtig koloniaal stadje in het zuidwesten van Uruguay, slechts 177 km – minder dan drie uur met de bus – van hoofdstad Montevideo. Na een weekje in de grote stad met veel afspraken en interviews voelden we wel voor een ontspannend uitje. Een hotel reserveren was niet nodig, had de vriendelijke mevrouw van het toeristenbureau in Montevideo ons verteld.

Toen we de avond voor ons tochtje de in de reisgids genoemde hotels op internet bekeken, bleken ze toch allemaal vol. Sterker nog: alle andere hotels in Colonia (zoals het kortweg in Uruguay wordt genoemd) waren ook vol. Er was nog maar één kamer vrij, voor 161 euro voor één nacht. Op de foto leek het een modern resort, niet ons favoriete vakantieverblijf.

 

Portugese smokkelaars

De volgende ochtend besloten we toch maar die dure kamer te reserveren. Daarna viel alles mee. Het hotel lag vlak bij het historische centrum, bleek geen resort maar een rustige plek met veertien mooie kamers rond een binnenplaatsje, achter een oude koloniale gevel. En de ontvangst was alleraardigst. Dat alles vol zat, kwam omdat er juist dit weekend festiviteiten plaatsvonden omdat het oude centrum twintig jaar geleden was uitgeroepen tot Werelderfgoed van de Unesco. Bovendien hadden de Argentijnen, die met een snelle ferry in een uur vanuit Buenos Aires de Rio de la Plata kunnen oversteken, een lang vrij weekend wegens de Onbevlekte Ontvangenis van Maria op dinsdag 8 december. Een mooie kans om de toeristenprijzen flink omhoog te gooien.

Colonia del Sacramento werd in 1680 gesticht door de Portugezen vanuit Brazilië om handel te  drijven en te profiteren van smokkel. Het was de eerste Europese nederzetting in wat nu Uruguay is en ook de oudste stad van het land, bijna een halve eeuw ouder dan het in 1723 – ook door Portugezen – gestichte Montevideo. Tot de stichting van de onafhankelijke staat Uruguay in 1828 wisselden Portugezen en Spanjaarden elkaar een keer of vijf af als heersers over het stadje.

 

‘Van prostituee tot dame’

Het oude centrum is Werelderfgoed geworden omdat er in Latijns Amerika niet veel van zulke mooie koloniale centra bewaard zijn, en door de nog uniekere fraaie combinatie van Portugese, Spaanse en postkoloniale bouwstijlen. Tweehonderd jaar na de stichting van Colonia lag het centrum er geruïneerd en verlaten bij, maar rond 1970 is het voortreffelijk gerestaureerd. Zo werd het stadje Van prostituee tot dame, zoals de titel van een boek over de recente geschiedenis van Colonia luidt.

Het oude centrum is nauwelijks groter dan 500 bij 500 meter, maar toch heb je in het drukste weekend van het jaar weinig last van andere toeristen. Door een oude stadspoort lopen we naar de Plaza Mayor, niet zo’n stijf plein als de Spaanse Plazas de Armas vaak zijn, maar meer een klein park met bankjes. Rond het plein staan veel oude huizen, waarvan sommige te bezichtigen zijn, een paar musea (in koloniale gebouwen) en terrasjes.

Bij een ruïne van een Franciscaner klooster zien we een monnik, wat ons verbaast in zo’n seculier land als Uruguay met een zwakke katholieke kerk. Al snel merken we dat we ons vergist hebben, als er dames in deftige kleren uit de achttiende eeuw verschijnen. Ook een groepje ruiters te paard ziet er niet erg modern uit. Uit een hoek van het plein komt een stoet monniken met in het zwart geklede rouwende vrouwen. Ze zijn op weg naar een koloniaal huisje waar een man in het zwart met een hoge hoed steeds om silencio (stilte) vraagt. Binnen verdringen toeristen zich bij een vrouw in het wit die zit te bidden en wenen bij een opgebaarde overledene.

 

Balkonnetjes

Het is niet overal droefenis. Een jonge vrouw en een jonge man in uniform zoeken vanaf twee balkonnetje contact met elkaar. In een straatje wordt gedanst door het ‘gewone’ volk, terwijl twee burgerheren arm in arm staan met twee schaars geklede hoeren. Op een binnenplaats dansen stellen in kleding van rond 1900 de tango. Verder ontmoeten we lijfwachten, hoge militairen, musici en notabele dames en heren. Natuurlijk lopen al die mensen hier rond voor dit bijzondere weekend, maar we horen dat ook op andere dagen de geschiedenis af en toe herleeft.

Van de vele musea bezoeken we het Gemeentelijk Museum, dat is gehuisvest in een riant woonhuis uit het einde van de achttiende eeuw. Naast archeologische vondsten en opgezette dieren geeft het museum een fraai overzicht van de geschiedenis van het stadje, met een mooie collectie stadplattegronden en veel materiaal, waaronder brieven, van José Artigas, de grote held van de Uruguyaanse onafhankelijkheidsstrijd tegen de Spanjaarden. Net als San Martín en O’Higgens, de bevrijders van respectievelijk Argentinië en Chili, sleet Artigas zijn laatste jaren in ballingschap.

 

Magneetplaatje van Mujica

We hadden al gehoord dat in een land als Uruguay met maar ruim drie miljoen inwoners eigenlijk iedereen elkaar kent. Dat merken we als we Colonia buiten het oude centrum verkennen. Op zoek naar ansichten om naar familie en vrienden in Nederland te sturen (die zijn in Uruguay vrijwel nergens te koop, zelfs niet in het toeristische Colonia) komen we bij een winkeltje waar magneetplaatjes voor op de koelkast worden verkocht. Er is een leuk magneetplaatje met José Mujica, een mooi cadeautje voor onze vriendin bij wie we voor en na ons bezoek aan Uruguay een paar weken in Chili logeren. Zij is een grote fan van die linkse en informele ex-president en vond dat we hem moesten interviewen, maar daar is het niet van gekomen. De winkelier vertelt dat hij Mujica persoonlijk kent en wijst op een foto die ingelijst in zijn zaak hangt. Daar staat hij zelf naast Mujica, toen die in 1985 bij het einde van de dictatuur na meer dan tien jaar eenzame opsluiting uit de gevangenis kwam.

Even later zien we een alternatief boekwinkeltje, El Abrazo (de omhelzing) genaamd, met boeken, tekeningen en CD’s. Als de jonge vrouw hoort dat we uit Nederland komen, vertelt ze dat ze een paar boeken heeft waarvan ze denkt dat die in het Nederlands zijn. Dat klopt, het zijn Nederlandse uitgaven van de beroemde, april 2015 overleden schrijver Galeano: een boek over voetbal en – mooi aansluitend bij de naam van het winkeltje – Het boek der omhelzingen. Als Galeano in het buitenland was, verzamelde hij vertaalde exemplaren van zijn boeken. Deze had hij persoonlijk hier gebracht. We kopen natuurlijk de ‘omhelzingen’, al ontbreekt helaas de handtekening van de auteur.

Terug in de bus naar Montevideo zijn we erg blij dat we die dure hotelkamer toch maar hebben genomen.

Lees ook ons artikel over carnaval in Uruguay

Deze bijdrage is onderdeel van de ‘Vakantiespecial’ april 2016

Gerelateerde berichten

agsdix-null

Politiek & Maatschappij

agsdix-null

Kunst & Cultuur

agsdix-null

Vrije tijd & Toerisme

agsdix-null

Economie & Ondernemen

agsdix-null

Milieu en Natuur

agsdix-null

Onderzoek & Wetenschap

Blijf op de hoogte

Adverteren op onze website?

Dat kan! Tegen een scherp tarief plaatsen wij uw advertentie.

Ontvang onze nieuwsbrief

Schrijf u in en ontvang onze digitale nieuwsbrief met een overzicht van onze nieuwe artikelen.

Volg ons op social media

Wees als eerste op de hoogte van nieuwe artikelen en deel artikelen met uw netwerk.

Share This