In Bonito nemen ondernemers en grootgrondbezitters het voortouw
De kap van het regenwoud en de vernietiging van dier- en plantensoorten gaan wereldwijd voort. Ook in Brazilië, waar na jaren van afnemende ontbossing in 2013 weer een stijging werd genoteerd. Maar in een verre uithoek van het land geven grootgrondbezitters samen met de overheid het goede voorbeeld hoe duurzaam toerisme georganiseerd kan worden. Té georganiseerd zelfs, volgens sommige buitenlandse toeristen. Het ‘Bonito-model’.
Geen verse vis hier, is een teleurstellende vaststelling in het plaatselijke toprestaurant. Maar de diepvriesdourada smaakt des te lekkerder wanneer de reden bekend wordt: het is verboden te vissen in de wateren in en rond Bonito. Vanuit Campo Grande, de hoofdstad van de deelstaat Mato Grosso do Sul, is het nog eens zo’n drie uur rijden over goeddeels verlaten wegen om Bonito te bereiken. Paraguay en Bolivia zijn nabij. Rond het stadje dat inmiddels 20.000 inwoners telt, wemelt het van de natuurlijke schatten. Grotten, kristalheldere rivieren dankzij de kalkbodem, watervallen en dichte bossen met zeldzame wilde dieren. Al jaren wordt de plaats steevast verkozen tot ’s lands beste ecotoeristische bestemming.
Ook internationaal baart Bonito opzien. Vandaar dat de grote conferentie over ecotoerisme en duurzaam toerisme (ESTC14) dit jaar hier plaatsvond. Deskundigen en ondernemers op het gebied van ecotoerisme wereldwijd troffen elkaar afgelopen april in het als een indianendorp opgetrokken conferentiecentrum. Bonito heeft die vlucht vooruit in circa twintig jaar gemaakt. Het waren plaatselijke ondernemers die het voortouw namen. Onder hen Marcos Soares. Zijn boerenfamilie trok vanuit het binnenland van São Paulo in 1988 naar Bonito om er op een mooi, groot en nog goedkoop stuk land te gaan boeren en wonen. Er was nog geen toerist te bekennen. “Toch had ik altijd het idee dat de toekomst van de fazenda in het toerisme lag”, zegt hij. “Als oplossing voor het milieuprobleem die de intensieve landbouw veroorzaakte.” Zijn zus Almira pakte het project in 1995 op en hij deed snel mee. Ook andere landgoedeigenaren kozen een toeristische route. Ze inventariseerden welke attracties zich op hun terrein bevonden en lieten studies uitvoeren naar de maximale bezoekerscapaciteit. “Dat kostte een fortuin en iedereen betaalde voor zich”, aldus Soares.
Levensgrote zoetwatervissen
Op zijn familiegrond bleek zich een van de spectaculairste attracties te vinden: de afgrond van Anhumas. In deze ‘abismo Anhumas’ daalt de toerist aan een kabel 72 meter af in een grot. Het eindpunt is een meer van helder blauw water waarin je kunt zwemmen en duiken. De meeste attracties laten groepen toe van maximaal acht mensen die altijd door een gids worden begeleid. Zo ook bij het snorkelen in de rivieren. Bij een zijriviertje van de Rio da Prata is de magie het grootst. Op de aangename stroom drijf je mee tussen soms levensgrote zoetwatervissen als de pacú, piraputanga, pintado en dourada. Als in een aquarium. Ook bovenwater is de wereld prachtig met de uitbundige begroeiing van de dichte cerrado, de overgangsvorm tussen savanne en Atlantisch regenwoud, waarin kapucijnerapen slingeren en toekans rondvliegen. Met wat geluk komt een tapir zijn dorst lessen.
Het is niet goedkoop, zo’n uitstapje van een halve dag. Maar Brazilianen hebben er graag de circa 60 euro per persoon (inclusief rijkelijke lunch) voor over. Want het is hier nu eens ‘goed georganiseerd’ en ‘brandschoon’, terwijl elders in hun land chaos en afval troef zijn op toeristische plekken. De buitenlandse toeristen hebben nog wel eens moeite met alle strenge regeltjes, gezien de reacties die de ondernemers soms krijgen op beoordelingswebsites. Zo moeten ze voor de veertig aangesloten en gecertificeerde attracties van tevoren vouchers kopen bij het plaatselijke bureau van toerisme. De vouchers zijn onderdeel van een ‘destination management systeem’, gebaseerd op de draagkracht van elke attractie. Om mee te mogen doen, moet de attractie ook een milieulicentie voor toerisme hebben. Er wordt exact bijgehouden hoeveel mensen een attractie bezoeken. Als het milieu achteruitgaat, kan de licentie verloren gaan. “Door de vouchers splits je de professionals van de amateurs”, stelt Ariane Janér. De al jaren in Rio de Janeiro wonende Nederlandse zoöloge is een van de initiatoren van de ecotoerismebeweging in Brazilië. “Tegelijkertijd houd je zo precies bij waar de toeristen met welk bureau naar toe gaan en welke gidsen worden gebruikt. Dat is handig voor het innen van belasting en het vormt een betrouwbare statistiek voor planning. Ik ken geen andere bestemming in Brazilië die zo’n systeem heeft.”
Sojateelt
Eduardo Coelho is een andere pionier onder de toeristisch ondernemende grootgrondbezitters. “We hebben een limiet aan het bezoek gesteld want we hebben niet het recht de plek te vernietigen”, verklaart hij. Op zijn grondgebied (een particulier reservaat) stroomt onder meer het kraakheldere riviertje met al die grote vissen. Rondom doet hij aan herbebossing en de herintroductie van diersoorten. De schade van de maïs- en sojaplantages wordt zo langzaamaan gecompenseerd. Maar er loert nog immer gevaar. Want vanwege de hoge prijzen is de sojateelt weer toegenomen. Daardoor erodeert de grond die bij zware regenval in de heldere rivieren belandt. En daarmee de toeristische attractie bedreigt. Coelho en Soares zijn ook twee van de voortrekkers van een vereniging van toeristische ondernemers. Met de maandelijkse contributie worden onder meer cursussen gegeven voor het personeel en samen met de gemeente projecten over toerisme op de lokale scholen georganiseerd. Zo bezoeken de 360 leerlingen viermaal per jaar een toeristische bezienswaardigheid en krijgen ter plekke les. Soares: “Want de kinderen hebben geen idee wat hun plaats allemaal te bieden heeft. Nadat ze het gezien hebben, praten ze met trots over Bonito. En zij vormen onze toekomst. Ik heb altijd gedroomd van de betrokkenheid van de lokale bevolking.” Nu is bijna de helft van de bevolking van Bonito werkzaam in het toerisme; landbouw en veeteelt geven nog steeds het meeste werk. “Het toerisme heeft voor een geweldige inkomensverdeling gezorgd”, aldus Soares. Er is een toename van middeninkomensbanen in de hotels en bij de attracties en een opkomst van de middenstand.
Onontgonnen pareltjes
De gemeenschap mee laten doen. Het is ook een van de grootste uitdagingen voor Juliane Ferreira Salvadori, verantwoordelijk voor toerisme, industrie en handel in de gemeente Bonito. Volgens haar schatte de gemeente twintig jaar geleden ‘de visie van de pioniers’ al op de juiste waarde. “We hebben zoveel mogelijk gefaciliteerd. Er zijn bijvoorbeeld gemeentelijke wetten gekomen om de vouchers mogelijk te maken.” Ondertussen spreekt zij van ‘een hele gave symfonie’ tussen staat, deelstaat, gemeente en ondernemers. “We hebben allemaal hetzelfde doel: de bestemming ecotoerisme.” Er zijn nu vijf particuliere natuurgebieden in de gemeente. Met deze status van RPPN verplichten de grondeigenaren zich tot duurzaam natuurbeheer, waarbij ze op steun van de overheid kunnen rekenen. De toename van RPPN’s geeft volgens Salvadori aan dat ‘de hoofden van de grondeigenaren zijn veranderd’. Wie geen officieel particulier natuurgebied bezit moet overigens volgens de Braziliaanse wet minstens 20 procent van zijn grondgebied reserveren voor natuurbehoud.
Ook het ‘gat van de ara’s’ is zo’n particulier natuurgebied. In 1997 besloot de grondeigenaar de rotzooi in de grote zandstenen krater op te ruimen. Autowrakken en zelfs lijken kwamen er tevoorschijn. De natuur herstelde zich en de vogels kwamen terug. Nu is het gekrijs en gefladder van de hier woonachtige honderden zeldzame rode ara’s en ibissen een ecotoeristische bezienswaardigheid. Naast participatie van de gemeenschap ziet Salvadori meer uitdagingen de komende jaren: bescherming van het milieu, handhaving van de wetten en verdere professionalisering van het personeel. Dat is allemaal hard nodig met het jaarlijks circa 5 procent groeiende toerisme. Met de capaciteitslimieten heeft Bonito dus ook nieuwe opties nodig voor de toeristen. Maar er zijn nog heel veel onontgonnen pareltjes, zo weten alle betrokkenen. En anders de grenzen maar wat oprekken. Ruim zestig kilometer verderop wacht bijvoorbeeld het in het jaar 2000 tot Nationaal Park uitgeroepen ongerepte gebergte van Bodoquena op toeristische ontwikkeling. Salvadori ziet wel wat in “meer integratie met de Pantanal.” Dat immense waterrijke vlakland dat zo’n honderd kilometer ten noorden van Bonito aanvangt. En wat is nu honderd kilometer in Brazilië?
Ook wil ze bezoek aan Bonito in het laagseizoen stimuleren. In het hoogseizoen zijn de attracties doorgaans al weken tevoren volgeboekt. Gaat een ondernemer dan buiten zijn boekje door toch teveel mensen toe te laten, dan schiet hij zichzelf in de voet. “Vorig jaar hebben we in opdracht van het openbaar ministerie drie attracties gesloten omdat de limiet was overschreden. Ze moesten tien dagen dicht en hebben flinke boetes gekregen.” De Braziliaanse minister van Toerisme hemelde bij de opening van de conferentie het ‘Bonito- model’ op. En Ariane Janér noemde daarbij Bonito “een referentie voor Brazilië’s slag voor ecotoerisme en duurzaamheid.” Nu de rest van het immense land nog.
Foto’s: Hans Veltmeijer